Korfvak klimaatverandering
Les 1 - Inleiding klimaatverandering
Overzicht
wat is er aan de hand
waarom is klimaatverandering een probleem
wat moet er gebeuren (grote lijnen)
1. Het IPCC
IPCC = Intergovernmental Panel on Climate Change. Het is de belangrijkste bron over
klimaatverandering -> heeft objectieve kijk op de oorzaken, mitigatie en adaptatie.
Het is een consessusrapport -> alle wetenschappers moeten het eens zijn = conservatief. Zegt
absoluut niet wat de politiek moet doen, maar geven wel voorstellen (kunnen niets verplichten).
Key messages
1. de invloed van de mens is duidelijk -> mens beïnvloedt het klimaat
2. hoe meer we ontwrichten, hoe erger de gevolgen
3. we hebben alle technologieën en kennen om de opwarming tegen te gaan
Wat beïnvloedt ons klimaat?
Stralingsbalans
instaling van de zon: bepaalt door enerzijds de activiteit van de zon en anderszijds de baan
van de aarde rond de zon. Dit is minder belangrijk voor klimaatopwarming.
Deel wordt gereflecteerd, door bijvoorbeeld wolken en ijs
Deel wordt vastgehouden -> door broeikasgassen. Houden de warmte vast, hoe meer
broeikasgassen -> hoe warmer het klimaat. De belangrijkste broeikasgassen: CO 2, CH4, N2O:
maar CO2 heeft een bijdrage van 72% aan klimaatopwarming.
Belangrijkste menselijke bron van broeikasgassen:
CO2: fossiele brandstoffen, ontbossing
CH4: veeteelt, productie & transport van fossiele brandstoffen
N2O: landbouw, fossiele brandstoffen
-> fossiele brandstoffen belangrijkste oorzaak
Zelfbepalende processen zijn erg belangrijk in het bepalen van de temperatuur en broeikasgassen ->
temperatuur stijgt -> CO2 concentratie reageert hierop
Opwarming: 1,1°C tov het gemiddelde temperatuur van 1850-1900
De opwarming door de mens bedraagt 1.1°C, die van de
broeikasgassen een opwarming van 2°C en aerosolen
zorgen voor een verkoeling van 0,4°C.
,Gevolgen
Afsmelten van gletjers
Hierdoor wordt er minder zonlicht gereflecteerd, waardoor er meer zal worden geabsorbeerd door
het aardoppervlak. Dit zorgt voor verdere opwarming -> positive feedback effect. Zal voor problemen
zorgen voor lokale bevolking die afhangen van een gletsjer
Afsmelten ijskappen
Zorgt voor stijging in zeespiegel. Water dat warmer is zet uit -> heeft ook een invloed om de
zeespiegel.
Verzuring van de oceanen
CO2 lost op in water en zorgt voor verwarming. Het tast bijgevolg de voedselketen in de zee aan, op
een negatieve manier. Koralen verleken en dat is een belangrijke voedselbron voor vele soorten.
Meer weerextremen
Dit is een logisch gevolg van de temperatuurstijging. Water cyclus wordt geïntensiveerd omdat
warme lucht kan meer water kan vasthouden. Straalstroom wordt ook verzwakt -> meer
meanderende stroom waardoor extremen langer blijven hangen.
Attributiestudie kan invloed van klimaatopwarming meten op een weerextreem
Verregaande gevolgen:
Watervoorziening + voedselproducie wordt aangetas door klimaatopwarming
Onze gezondheid wordt aangetast
Reeds bestaande problemen verergen
Onstopbare gevolgen:
Ijs op de noordpool
-> zelfversterkend effect. Als je een kantelpunt hebt bereikt, ga je ook gemakkelijker een ander
kantelpunt bereiken -> proberen die cascade te beperken.
Kunnen we een opwarming beperken tot 1.5°C tegen 2100?
Het is mogelijk, maar vereist hervormingen in alle sectoren. Wat moeten we doen? Daling in emissies
moet veel sterker dalen. Tegen 2050 moeten we koolstof neutraal zijn, vanaf daarna naar negatieve
emissie.
Elke 10 jaar moeten we emissie van fossifiele brandstoffen halveren -> energietransitie is cruciaal
Stoppen van ontbossen -> beschermen van natuutlijke sinks (natuur, oceaan)
Extra C opslaan (meer bomen, negatieve emissietechnologieën)
-> tijd die we hebben is beperkt -> maakt de opdracht moeilijk
Wat gaat het ons kosten?
Het zal ons minder kosten dan de schade van klimaatopwarming te herstellen
,LES 2 – overstromingen
DEEL 1: niet te kennen
DEEL 2 de ontdekking van de moderne klimaatverandering
Men wist al 30-40 jaar geleden wist men al dat dit urgent ging worden, dat het een probleem was.
Pas vanaf 2000 is het een maatschappelijke discussie geworden. Hoe komt dat?
1908: S. Arrhenius zei toen al dat we geen nieuwe ijstijd gingen hebben, maar door de
verbranding in de industrie gaat leiden tot een hogere concentratie aan CO2 waardoor het
zal opwarmen. Toen waren er nog geen bezorgdheden.
1930: welk temperatuurverschil gaat dat opbrengen? In 21 ste eeuw gaat het ongeveer 0,5°C
opwarmen.
1985: een affiche waarbij de dome van Keulen onder water staat. Ze waren er dus 35 jaar
geleden al erg veel mee bezig. De signalen waren er al, maar toch werden er geen
maatregelen genomen.
DEEL 3: klimaatgeschiedenis
5e vs 6e assesment: het verschil in grafieken:
Bij het 5e kon je nog afleiden dat het de hoogte van de piek overeen kwam met de piek van in
het jaar 1000-1200
Bij het 6e assesment is er echt absoluut geen sprake meer van
=> ‘hockey stick’: ineens een enorme stijging
Voor 1700 hebben we geen opgeslagen documentaire over het weer. Om te weten hoe het toen was,
daarvoor maken we gebruik van proxies. Proxies: benaderende bewijs van het klimaat op dat
moment.
Natuurlijke proxie Een belangrijk natuulijke proxie zijn bomen (via ringstructuur). In belgie
hebben wij geen oude historische bomen.
Documentaire proxie = geschreven. Het was koud/warm/nat, wat ze zeiden over de
weersomstandigeden
DEEL 4: kleine ijstijd
Koepelterm over een aantal eeuwen die een aantal periodes van kleine periodes van 20-30-40 jaar
waar de eigenschappen van ijstijden voordeden. Werd afgewisseld met decennia waar het warmer
was.
Hoe komt het dat er bepaalde periodes van warmere jaren waren? Vulkaanuitbarsing die zoveel stof
en as in de atmosfeer pompt waardoor het warmer is. De zonneactiviteit schommelt ook.
Zeestromingen ook. El nino effect.
Wat is het effect? (uitgebreid in het handboek) Yuan en Min. Slechte weersomstandigehden zorgden
ervoor dat ze
DEEL 5: systeemveranderingen lezen in het handboek
, LES 3 - Economische analyse van actie versus inactie
aan de hand van een vereenvoudigde kosten-baten
analyse
overzicht
1. inleiding
2. Wat is een kosten-batenanalye en tijdverrekking?
3. De kosten en baten van actie/inactievan klimaatmitigatie
4. onzekerheid
5. Beleidsrealiteit
1. Inleiding
Problemen voor de minister van klimaat van Vlaanderen zijn beleidsmatig, de onzekerheid,
aanvaardbaarheid.
William Nordhaus: Nobelprijswinnaar Economie 2018
Sir Nicholas Stern: “Broeikasgasemissies zijn externe kosten en vertegenwoordigen het grootste
marktfalen ooit”
Externe kost = mileukosten. Er worden zaken geproduceerd, VB auto -> daar is staal voor
nodig en dat neemt emissies met zich mee -> dat zit niet verrekend in die auto. In het geval
van broeikasemissies, voelt wel iedereen het gevolg daarvan, inclusief de consument zelf.
Ook al koop jij geen auto, krijg je wel hinder als 2 andere dat kopen.
Marktfalen = we weten dat ze falen, dus we moeten die corrigeren. Typisch falen van een
markt = marktmacht VB. facebook-monopoly’s. Daarvoor zijn oplossingen voor: grote
bedrijven opdelen of voorkomen dat grote bedrijven kleinere bedrijven gaan overkopen.
Een wereldwijde externe kost (global externality): de extra impact (marginal impact) van een ton
broeikasgassen is onafhankelijk waar deze is uitgestoten
Broeikasgassen (vnl. CO2) hebben een gemiddelde levensduur van meer dan een eeuw in onze
atmosfeer
Uitdaging over generaties heen (intergenerational equity)
Tijdverrekening (verdisconteringsvoet)
Ontwikkelde versus ontwikkelingslanden
-> Uitdaging rijk-arm (intragenerational equity -> binnen dezelfde generatie)
De markten falen, waarvoor we moeten corrigeren, bv markmacht of externe kosten zoals
milieukosten. Wat betreft klimaat is het een wereldwijde externe kost. China stoot de meeste
broeikasgassen uit, want ze zijn ook met veel. Als je kijkt naar bv Afrika dan spelen zij nog niet per se
een rol in klimaatverandering, maar zij willen ook vooruit.
We moeten de tijd ook in rekening nemen -> belangrijk onderdeel van deze les. Het is belangrijk om
te tijd te verrekenen, zodat we over generaties heen kunnen spreken (=intergenerational equity).
Er is veel onzekerheid (over emissies en over de impact van de emissies, niet over de oorzaak van de
emissies) -> We werken met ‘ranges’
Terugdringen van broeikasgasemissies = publiek goed (= vrij beschikbaar en er is geen competitie in
de consumptie. De meeste goederen is wel een competitie, bijvoorbeeld een computer. Als jij die