Samenvatting voor het vak socialezekerheidsrecht van het boek 'Socialezekerheidsrecht 2021' van Van Boetzelaer-Gulyas. Deze samenvatting bevat collegeaantekeningen met een toelichting daarop, samenvatting van het boek, relevante wetsartikelen en oefenvragen met voorbeelden. Daarnaast is op het eind...
Sociale zekerheid: het publieke stelsel dat het geheel van voorzieningen omvat die tot doel hebben het
waarborgen van de financiële zekerheid van burgers en hen te activeren.
Sociaalzekerheidsrecht: het stelsel van rechten en plichten die gelden binnen de sociale zekerheid (een recht is
bv. een werkeloosheidsuitkering. Een plicht is bv. premiebetaling)
a. Waarborgfunctie: bieden van bestaanszekerheid door het verstrekken van uitkeringen en/of prestaties in
natura. Het geeft een inkomenszekerheid als mensen bv. door ziekte, werkeloosheid of ouderdom niet
meer kunnen werken.
b. Activeringsfunctie: bevordering van de arbeidsparticipatie. In de meeste gevallen is er een plicht voor de
uitkeringsgerechtigde om zich in te spannen om bv. werk te zoeken bij werkeloosheid of bij ziekte te re-
integreren.
Grondslag art. 20 Gw
Grondgedachte SZ: collectiviteit en solidariteit
Geschiedenis in NL
Verzorgingsstaat: de overheid speelt een belangrijke rol bij het opvangen van sociale risico’s.
Sociale risico’s: van wieg tot graf geregeld.
Vanaf 1990 is activeringsfunctie belangrijker: ‘werk boven inkomen’
1996: terugtredende overheid > privatisering Ziektewet
2006: Marktwerking: invoering Zorgverzekeringswet
2015: Participatiewet: de wet als je een bijstandsuitkering aanvraagt.
Stelsel van sociale zekerheid
In het stelsel van sociale zekerheid kan het volgende onderscheid worden gemaakt: sociale verzekeringen en
sociale voorzieningen>
Sociale verzekeringen: vanuit de werkgever (werk gerelateerd)
Betaald uit premiebijdragen van wn/wg, zelfstandigen en ingezeten. Hoogte van de premie wordt jaarlijks
vastgesteld en is afhankelijk van het inkomen en de leeftijd.
Uitvoering in handen van lichamen, bv. UWV.
In eerste instantie beroep doen op sociale verzekering.
Verplichte verzekering
a) Werknemersverzekeringen, bv. WW, WAO, Wet WIA en ZW. De verzekerde is een werknemer of
daarmee gelijkgesteld. Bij de dienstbetrekking is er vaak sprake van een arbeidsovereenkomst (art.
7:610 BW). Meestal wordt dit uitgevoerd door het UWV, maar er zijn uitzonderingen.
b) Volksverzekeringen, bv. AOW, AKW WIz, Zvw en Anw. Om hier aanspraak op te maken moet iemand
ingezetene zijn; ingezetene is iemand die woonachtig is in Nederland. Iedereen die
inkomstenbelasting betaald heeft te maken met de premieheffing voor de volksverzekering, dus ook
Mensen die in Duitsland wonen, maar in Nederland werken. Meestal wordt dit uitgevoerd door de
SVB, maar er zijn uitzonderingen.
Sociale voorzieningen: vanuit de overheid gefinancierd
Betaald uit algemene middelen (belasting).
Uitvoering in handen van de overheid.
Geen aanspraak op een sociale verzekering? Dan pas een beroep doen op sociale voorziening.
Geen voorafgaande verzekering (je hoeft hiervoor geen premie te hebben afgedragen).
Bv. PW, Wmo2015, Wajong, TW en AKW.
>Gemoedsbezwaarden: zij zijn ontheven van betaling van premies in verband met hun levensovertuiging. Via een
omweg, middels een speciale belastingheffing, wordt meer belasting betaald en behouden ze het recht op een
verzekering.
Werkingssfeer: personele werkingssfeer en materiële werkingssfeer>
Personele werkingssfeer, wie heeft er recht op?
Werknemers: werknemersverzekeringen
- Werkloosheidswet (WW)
- Ziektewet (ZW)
- Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)
- Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)
Materiële werkingssfeer: welk sociaal risico is verzekerd? Voorbeelden van sociale risico’s zijn werkloos worden,
een kind krijgen of arbeidsongeschikt worden.
Belangrijkste sociale risico’s:
- Werkloosheid WW
- Arbeidsongeschiktheid: ZW, WIA, WAO en Wet Wajong
- Ouderdom: AOW
- Overlijden: Anw
- Verzorgen en onderhouden van kinderen: AKW
- Bijstand: Pw
- Maatschappelijke ondersteuning: Wmo 2015
Uitvoerder
Het socialezekerheidsrecht wordt uitgevoerd door meerdere partijen:
UWV, SVB, gemeente, belastingdienst, zorgkantoren, zorgverzekeraars. Soms is ook sprake van een combinatie.
Bv. de bijstandsuitkering; ‘recht op’ getoetst door het UWV, maar uitvoering door de gemeente.
a. Werknemersverzekeringen
Uitvoering: UWV
Premieheffing: werknemers/werkgevers betalen premie (gebaseerd op het loon)
b. Volksverzekeringen
Uitvoering: SVB
Premieheffing: iedereen die inkomstenbelasting betaalt
c. Sociale voorzieningen
Uitvoering: gemeente (PW), zorgkantoor (WIZ) of SVB (AKW)
Betaling: uit de algemene middelen (belastingopbrengst)
Digitaal klantdossier
In een Digitaal Klantdossier (DGK) worden bepaalde klantgegevens opgeslagen. Het dossier bevat bepaalde
gegevens op het terrein van werk en inkomen en ook overige gegevens, zoals het bezit van een auto. De
medewerker van een uitkeringsinstantie kan via het Suwinet de gegevens opvragen en zo nodig aanvullende
informatie van de betrokkene vragen.
, Het Suwinet is een service waarmee overheidsorganisaties gegevens van burgers en bedrijven digitaal
bij elkaar kunnen opvragen en naar elkaar kunnen sturen.
De klant kan zelf ook in zijn eigen dossier kijken via de websites van de instanties.
Uitkeringssystematiek: loondervingsuitkeringen, minimumbehoefteregelingen en sociale voorzieningen>
Loondervingsuitkeringen: werknemersverzekeringen: de hoogte van de uitkering is een percentage van het
dagloon dat een persoon heeft genoten voorafgaande aan de verzekerde gebeurtenis. Het is een loongerelateerde
uitkering. Indien iemands loon hoger ligt dan het maximumdagloon, dan wordt gerekend met het
maximumdagloon per dag. Indien het loon lager ligt, dan wordt er gerekend met het eigen loon.
De uitkering waarop aanspraak kan worden gemaakt bedraagt meestal een bepaald percentage van het loon dat
iemand zou hebben verdiend als het verzekerde risico niet zou zijn ingetreden.
De uitkeringen in deze regelingen zijn niet verworpen aan een inkomen- of vermogenstoets.
De uitkeringen die worden verstrekt zijn geïndividualiseerde prestaties. Het recht op en de hoogte van de uitkering
wordt uitsluitend bepaald door de kenmerken van het individu.
Minimumbehoefteregelingen:
a. Volksverzekeringen: de hoogte van die uitkering is gerelateerd aan het minimumloon, er kan een
inkomenstoets plaatsvinden.
b. Sociale voorzieningen: de hoogte is gerelateerd aan het minimumloon en afhankelijk van de gezinssituatie,
er kan een inkomens- en vermogenstoets plaatsvinden. Hierbij is de uitkering wel verworpen aan een
inkomens- of vermogenstoets. De uitkeringen zijn niet geïndividualiseerd; er wordt alleen rekening
gehouden met de inkomenspositie en behoeften van een eventuele partner of gezinsleden.
>Bedragen, zoals het maximum dagloon en het minimumloon, wisselen vaak, deze worden dus gegeven op het
tentamen.
Rechtsbescherming, bestuursprocesrecht
De meeste procedures binnen het SZR zijn bestuursrechtelijke procedures. De regels van de Awb worden gevold
(behalve Zvw-geschillen; deze worden door de burgerlijke rechter afgedaan vanwege de privaatrechtelijke
structuur van de Zvw).
Elementen binnen het bestuursrecht:
Geen verplichte procesvertegenwoordiging
Besluit, bestuursorgaan, beschikking en belanghebbende
- Besluit: moet rechtsgevolgen in het leven roepen (rechten en plichten wijzigen door het besluit)
- Bestuursorgaan: bv. college van B&W, Raad van Bestuur van het UWV of van de SVB
- Beschikking: een geïndividualiseerd besluit dat is gericht tot een specifiek persoon.
- Belanghebbende: aanvrager van het besluit (soms derdebelanghebbende bv. de wg, er moet dan wel
sprake zijn van een afgeleid belang).
Bezwaar en bestuursrechter: eerst moet er binnen 6 weken bezwaar worden gemaakt
(heroverwegingsfunctie). Pas nadat bezwaar is gemaakt kan iemand naar de bestuursrechter.
Stappenplan bij negatief besluit
1. Bezwaar maken bij hetzelfde bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen; 7:1 jo 8:1 Awb.
- Verbod op reformatie in peius: heroverweging mag niet voor verslechtering zorgen;
- Heroverwegingsfunctie: toetsing op rechtmatigheid (recht) en doelmatigheid (beleid);
- Toetsing ex nunc: bestuursorgaan houdt rekening met gewijzigde omstandigheden;
- Hoorplicht.
- Let op bij in bezwaar gaan bij de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige van het UWV. Je gaat hier
wel in bezwaar bij het UWV (dus hetzelfde bestuursorgaan), maar het bezwaar wordt beoordeeld door
een andere verzekeringsarts/arbeidsdeskundige.
2. Beroep instellen bij de rechtbank; 7:1 jo 8:1 Awb
- Toetsing ex tunc: rechter kijkt alleen naar de situatie ten tijde van het bestreden besluit (behalve bij
de vaststelling van de hoogte van de boete in het kader van de draagkracht);
- Bestuursrechter heeft een actieve rol.
3. Hoger beroep; 8:105 Awb, verschilt waarbij dit moet worden ingesteld, zie hiervoor hoofdstuk 4 Bijlage 2
van de Awb.
4. Cassatie, in enkele geschillen na hoger beroep cassatie bij de HR mogelijk (voornamelijk geschillen met
zorgverzekeraars, maar is uitzonderlijk). Afhankelijk van de aard van het geschil welke rechtsbescherming
mogelijk is.
, College 2 werkloosheid
H8
Werkloosheidswet
Werknemersverzekering WW-uitkering is een verzekering voor werkloze werknemers, die voldoen aan de
voorwaarden, een uitkering geeft.
Uitvoerder: Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), art. 30, lid 1 SUWI jo art. 98 WW
Bestuursorgaan: de Raad van bestuur van het UWV
>de uitvoerder is het UWV, de besluiten worden genomen door de Raad van bestuur van het UWV, art. 2,
lid 2 jo art. 6, lid 5 SUWI.
Doel WW: verlies aan inkomen van mensen die werkloos zijn geworden zo veel mogelijk te beperken.
Doelgroep: verzekerd zijn de werknemers. De WW heeft een personele werkingssfeer. De doelgroep is
namelijk de werknemers die verzekerd zijn.
3 stadia bij de WW:
1. Recht op een WW-uitkering
2. Geldend maken van de WW-uitkering
3. Uitbetaling van de uitkering
Werknemer
Art. 3 WW: werknemer is de natuurlijke persoon, jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd, die in
privaatrechtelijke of in publiekrechtelijke dienstbetrekking staat.
Stadia 1: Recht op een WW-uitkering
Art. 3, lid 1 WW werknemer vereisten:
1. Natuurlijke persoon
2. Jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd, art. 7a AOW
3. Die in privaatrechtelijke of in publiekrechtelijke dienstbetrekking staat.
a. Privaatrechtelijke dienstbetrekking: arbeidsverhouding gebaseerd op een arbeidsovereenkomst, art.
7:610 BW>
- Verplichting van de werknemer tot persoonlijke arbeidsverrichting,
- Verplichting van de werkgever tot het betalen van loon en
- De tussen werkgever en werknemer bestaande gezagsverhouding.
b. Publiekrechtelijke dienstbetrekking: de arbeidsverhouding van een overheidswerkgever en ambtenaar.
- Arbeidsverhouding die berust op een aanstelling door een overheidsorgaan
- Ambtenaar conform art. 1 van de Ambtenarenwet
- Arbeid, loon en gezagsverhouding, art. 7:610 BW.
>niet alleen de partijbedoeling, maar ook de daadwerkelijke uitvoering is hierbij van belang.
>Combinatie (semi) van privaat- en publiekrechtelijk is ook mogelijk.
Zie ook uitbreidingen en beperkingen van het werknemersbegrip bv. art. 4 en 5 WW (aannemer van werk, artiest,
musicus, sporter, thuiswerker).
Behoud hoedanigheid werknemer, art. 8, lid 1 WW
ZZP’er is geen werknemer
De ZZP’er is een zelfstandige zonder personeel. De zelfstandige valt niet onder het werknemersbegrip van de WW.
Daarbij draagt de zelfstandige geen sociale verzekeringspremies af. Hij onderneemt voor eigen rekening en risico
en komt dus niet in aanmerking voor een WW-uitkering. Onder (strikte) voorwaarden kan een zelfstandige nog
gebruik maken van oude WW-rechten en daarvoor een WW-uitkering ontvangen. Dat kan alleen indien hij voordat
hij zelfstandige werd in loondienst werkte en de periode dat hij zelfstandige was slechts een beperkte tijd heeft
geduurd. Onder voorwaarden is het wel mogelijk om als WW’er te starten als zelfstandige met behoud van een
deel van de WW-uitkering.
Rechtbank Noord-Holland, 27 maart 2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:2324, afwijzing WW, geen werknemer in de zin
van de WW:
r.o. 6 uit het samenstel van deze wet- en regelgeving voldoet eiseres geen recht heeft op een WW-uitkering omdat
zij geen werknemer is (geweest) in de zin van de WW. De omstandigheid er 36 jaar lang premie is afgedragen leidt
niet tot een ander oordeel. Zij is immers nadien vanwege haar verrichte werkzaamheden haar werknemerschap in
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur shaniquecorn01. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.