• Bloedaciditeit (zuurtegraad) bepaald door [H+] van arterieel bloed
o pH = -log [H+]
• Normaal: 40 nmol/L of pH = 7,40
o 7,35 < normale pH < 7,45 (46-36 nmol/L)
• Constant dankzij
o 1e lijnsverdediging: bloedbuffers neutraliseren de protonen
▪ Bicarbonaat (HCO3-) buffer systeem = belangrijkste !
▪ Proteïne buffer systeem (vb: Hemoglobine)
▪ Fosfaat buffer systeem
o 2 lijnsverdediging
e
▪ Nieren
▪ Longen
• Indien pH toch wijzigt
o pH > 7,45 = alkalose (basische pH)
o pH < 7,35 = acidose (zure pH)
o pH onder de 7 of boven de 7,8 is dodelijk!
• Hoe stijgt de [H+] onder normale omstandigheden
1) Opname van zuren (via voeding)
2) Productie van zuren (metabolisme van lipiden en proteïnen)
3) Cellulair metabolisme (enzym productie produceert CO2)
,Klinische Chemie 3
2 Buffersystemen
• Serum bestaat voornamelijk uit water, daarin zijn een aantal zuren, basen & amfoteren opgelost
o Proteïnen
o Fosfaat
o Cl-, NH4+, Ca2+
o Bicarbonaat
o Lactaat
• Het geheel vormt een buffersysteem
• Bicarbonaat tweede meest voorkomende anion in serum (na Chloride)
o CO2 + H20 <-> H2CO3 <-> H+ + HCO3-
• Belangrijkste buffersysteem van het lichaam
o Bicarbonaatsysteem (extracellulair) H+ + HCO3- <-> H2CO3
o Plasma-eiwitsysteem H+ + proteïne <-> geprotoneerd proteïne
o Fosfatensysteem (intracellulair) H+ + HPO42- <-> H2PO4-
3 Het zuur-base Evenwicht
• Een evenwichtig Z/B huishouding betekent
o Een normale plasma pH waarde: 7,35 – 7,45 (gemiddeld 7,4)
o Een normale waarde voor de CO2 druk: 32 – 44 mmHg of 4,26 – 5,86 kPa (gemiddeld 40
mmHg of 5,3 kPa)
o Hoeveelheid CO2 en HCO3- in het lichaam beïnvloedt het evenwicht en dus ook de pH
▪ Te veel zuur (CO2) of tekort aan base (HCO3-) = Acidose
▪ Tekort aan zuur (CO2) of te veel base (HCO3-) = Alkalose
• Het bicarbonaat carbonzuursysteem
• CO2 + H2O ↔ H2CO3 ↔ H+ + HCO3-
pH = pK’ + log[HCO3-]/[H2CO3] (met K’ = H2CO3) = pKa 6,10)
• De Henderson-Hasselbalch formule kan eveneens zo genoteerd worden
pH = 6,10 + log ( [HCO3- ] / (0,23 x pCO2))
o pCO2 = partiële CO2 druk in bloed (uitgedrukt in kPa)
o 0,23 = oplosbaarheidscoëfficiënt van CO2
pH = 6,10 + log [HCO3-] / (0,03 x pCO2)) (mmHg)
Bicarbonaat is NOOIT een meetwaarde, ze wordt berekend door een pH en pCO2-
druk meting uit te voeren. Vervolgens wordt bicarbonaat met deze waarden
berekend.
,Klinische Chemie 3
4 Het bicarbonaat-carbonzuursysteem
CO2 + H2O ↔ H2CO3 ↔ H+ + HCO3-
• Zodra extra proton in het bloed terecht komt daalt de pH van het bloed
o H+ wordt weggevangen door HCO3- in bloed → H2CO3 vorming → omgezet toto CO2 en
H20
o CO2 wordt via de longen uitgeblazen (Snelle pH stijging tot normaal)
o Ook nieren elimineren H+ (terugresorptie van HCO3-)
• Overmatige aanwezigheid van H+ → overschrijden van de buffercapaciteit
o HCO3- raakt op
o Herstel HCO3- hoeveelheid door nieren vraagt tijd
o pH daalt
• Overmaat aan HCO3- → pH stijgt
De longen
• pO2 en pCO2: meting (vertelt iets over de uitwisseling van de gassen in de longen)
• O2-inhalatie/CO2-uitademing:
o Longen: Hb voor 97% verzadigd met O2
o Transport naar weefsels
o E-productie: glycolyse Krebs: ° CO2
o In rbc: CO2-opname in ruil voor O2
o Longen: CO2-uitademing
• De longen bepalen de pO2 en pCO2 door de ademhalingsfrequentie te veranderen: hypo- of
hyperventilatie.
, Klinische Chemie 3
• Respiratoire compensatie
o Indien teveel zuur (pH hoger dan 7,4)
▪ Meer CO2 uitademen
▪ Hoe? Verhoging van ademhalingsfrequentie (hyperventilatie)
o Indien tekort aan zuur (pH lager dan 7,4)
▪ Minder CO2 uitademen
▪ Hoe? Verlagen van ademhalingsfrequentie (Hypoventilatie)
Compensatiemechanismen goed kennen!
De nieren
• H+ secretie en HCO3- ‘terugresorptie’ = H+ excretie en CO2-diffusie
= binnenkant
tubulus (voorurine)
• Compensatiemechanismen nieren & longen (BELANGRIJK!!!)
• Hoe gaat het lichaam om met de wijziging in pH?
o Eerstelijnsreactie: bloedbuffers gaan protonen neutraliseren
▪ Bicarbonaat (HCO3-) buffersysteem = belangrijkste buffer
▪ Proteïne buffer systeem
▪ Fosfaat buffer systeem
o Tweedelijnsverdediging
▪ Longen: Hyper en Hypo ventilatie (CO2 regulatie)
▪ Nieren: proton uitscheiding en HCO3- recuperatie
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur antonhaeck. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.