Literatuursamenvatting van Forensische Aspecten van Kindermishandeling (, Pedagogische Wetenschappen)
66 vues 3 fois vendu
Cours
Forensische Aspecten Van Kindermishandeling
Établissement
Universiteit Leiden (UL)
Een samenvatting van alle artikelen, gesorteerd per college, van het vak Forensische aspecten van Kindermishandeling (uit ) van de opleiding Pedagogische Wetenschappen. Als keuzevak en als onderdeel van de minor Kindermishandeling.
Geschreven in het Nederlands
Literatuur college 1
Hershkowitz, I., Lamb, M. E., & Horowitz, D. (2007). Victimization of children
with disabilities. American Journal of Orthopsychiatry, 77(4), 629-635
Kinderen met een mentale stoornis zijn vaker slachtoffer van mishandeling dan normaal
ontwikkelende kinderen. Door deze stoornissen zijn kinderen ook minder in staat de mishandeling
goed na te vertellen. Omdat ze vaak slechte herinneringen hebben, gevoelig zijn voor suggestie en
gelimiteerde beschrijvende capaciteiten. Ze hebben in de huidige studie gekeken naar misbruik bij
kinderen met stoornissen. Daarbij hebben ze een aantal hypotheses, kinderen met stoornissen:
Zijn meer geneigd om seksuele mishandeling te melden dan fysieke mishandeling
Zijn minder geneigd om te praten over mishandeling en hebben een latere disclosure
Zijn meer geneigd om serieuze gevallen te melden, vooral als de dader een bekende is
Zijn minder goed in het begrijpen van seksuele misbruik.
Jongens met minimale en erge stoornissen hebben een grotere kans om mishandeld te worden in
vergelijking met normaal ontwikkelende jongens. Bij meisjes is dit niet gevonden. Kinderen met een
stoornis hebben veel minder en latere disclosure dan kinderen die normaal ontwikkelen onafhankelijk
van gender en leeftijd. De ernst van de mishandeling was erger bij kinderen met een stoornis dan bij
kinderen zonder. Kinderen met een ergere stoornis zijn vaker slachtoffer van (erger) misbruik en
mishandeling, ook snappen deze kinderen de misbruik of mishandeling niet.
De daders zijn vaker de ouders of ouderlijke figuren als het kind een stoornis heeft in vergelijking met
een kind zonder stoornis.
Lemaigre, C., Taylor, E. P., & Gittoes, C. (2017). Barriers and facilitators to
disclosing sexual abuse in childhood and adolescence: A systematic review.
Child Abuse & Neglect, 70, 39-52
Disclosure van seksueel misbruik vindt weinig plaats bij kinderen. Kinderen vertellen het, als ze het
vertellen, vaak aan volwassenen. Wat oudere kinderen vertellen het sneller aan vrienden. Meisjes
hebben meer disclosure dan jongens. In dit artikel kijken ze naar welke obstakels er zijn voor kinderen
en adolescenten voor de disclosure van seksueel misbruik en welke factoren bijdragen aan de
disclosure van kinderen en adolescenten. Dit hebben ze gedaan door middel van literatuuronderzoek
(13 onderzoeken) naar seksueel misbruik en disclosure. Ze hadden een sample van 658 meisjes, 421
jongens met een gemiddelde leeftijd van 13,41 jaar.
Obstakels
Er zijn enkele obstakels gevonden voor de disclosure van seksueel misbruik bij kinderen:
Gebrek aan begrip
Gelimiteerde support van volwassenen
Verwachte sociale reacties: bang voor negatieve reacties
Verwachte negatieve uitkomsten voor zichzelf en de ander: reputatie, familie eer, gedood
worden, schaamte, verlies van support of gevangenschap voor de dader, familiebreuk.
o Dit zou kunnen verklaren waarom kinderen waarvan de dader een familielid is minder
snel het vertellen.
Emotionele respons: schaamte, schuld, verantwoordelijkheid voor de daders acties)
Factoren die bijdragen
Een groot hulpmiddel voor disclosure is het vragen naar seksueel misbruik. Daarnaast is het belangrijk
dat degene waar het kind het tegen vertelt, iemand is die dichtbij het kind staat. Het geven van
informatie op bijvoorbeeld school over seksueel misbruik kan ook bijdragen aan disclosure. Daarnaast
,zijn emotionele support, begrip en een dader buiten de familie ook factoren die bijdragen aan
disclosure.
London, K., Bruck, M., Ceci, S. J., & Shuman, D. W. (2005). Disclosure of
child sexual abuse: What does the research tell us about the ways that children
tell? Psychology, Public Policy, and Law, 11, 194–226.
CSAAS is het child sexual abuse accommodation syndrome, waarbij kinderen die seksueel misbruikt
zijn vaak geheimzinnig zijn, voorzichtige disclosures geven en het terugtrekken van hun statement
over seksueel misbruik. Het CSAAS model geeft een grove uitlijn waarom kinderen van intrafamiliar
misbruik vaak terughoudend zijn met disclosure hierover. Ze geven vijf componenten:
Geheimzinnigheid
Hulpeloosheid
Beknelling
Vertraagde, tegenstrijdige en niet overtuigende disclosures
Intrekken van de disclosure
Er zijn in dit model twee aspecten, namelijk het psychologische aspect schaamte, schuld en
aanpassing en het effect van dit aspect op gedrag geheimzinnigheid, ontkenning en terugtrekking.
Ongeveer 1/3 van de kinderen die seksueel misbruikt zijn heeft disclosure in de kindertijd.
Volgens het model is de disclosure minder als de kinderen bang zijn voor de dader, of als ze de
gevolgen van disclosure erg vinden. De data heeft niet gevonden dat de mate van disclosure
samenhangt met de erge mate van het misbruik.
Patronen van disclosure
Er zijn 3 verschillende patronen van disclosure onderzocht:
Vertraging van disclosure (stilte): de vertraging van disclosure heeft te maken met veel
variabelen, zoals cultuur, gender, relatie met de dader, verantwoordelijkheidsgevoel voor het
misbruik etc.
Ontkenning: hoe jonger het kind, hoe vaker het kind seksuele mishandeling ontkent. Dit kan
komen doordat jonge kinderen de seksuele mishandeling vaak nog niet kunnen begrijpen of
onder woorden brengen.
Herroeping: dit is niet heel veel voorkomend bij seksueel misbruik
Het latere vertellen van seksueel misbruik is er gebruikelijk, de twee andere patronen worden minder
gezien als het in een formele setting aan kinderen wordt gevraagd.
Literatuur college 2
, Goodman, G.S., Goldfarb, D.A., Chong, J.Y., & Goodman-Shaver, L. (2014).
Children's eyewitness memory: the influence of cognitive and socio-emotional
factors. Roger Williams University Law Review, 19, 476-512
Kinderen geven niet altijd een juiste beschrijving van wat er is gebeurd. Het niet geloven van kinderen
kan leiden tot een tekort aan bescherming van de kinderen. Het wel geloven van kinderen kan leiden
tot het berechten van iemand die onschuldig is. In dit artikel wordt er gekeken naar cognitieve en
sociaal-emotionele factoren die invloed hebben op de disclosure en niet-disclosure van seksuele
mishandeling, het geheugen van een ooggetuigen en de getuigenis in een rechtszaak.
Disclosure en nondisclosure van seksueel misbruik bij kinderen
In een studie hebben ze gevonden dat kinderen ook terughoudend zijn met de disclosure van seksueel
misbruik buiten de familiare context. In een ander onderzoek hebben ze gevonden dat kinderen tijdens
het 2e of 3e interview twee keer zo veel vertellen dan in het eerste interview. Het meerdere keren
interviewen van kinderen zou dus kunnen helpen. Factoren die niet meewerken voor dislosure zijn:
schaamte, angst voor negatieve consequenties, schuldgevoel etc. Oudere kinderen kunnen in principe
dingen beter onthouden dan jonge kinderen. Door de eerder genoemde factoren zeggen oudere
kinderen juist minder dan jongere kinderen.
Ouderlijke support of support van andere leeftijdsgenootjes zijn belangrijke dingen voor het ontstaan
van disclosure. De disclosure hangt af van de reacties van anderen die de kinderen verwachten. Als
ouders normaal gesproken kalm reageren op een stress situatie, zijn kinderen eerder geneigd tot een
disclosure bij zowel ouders als niet-ouders. Ook is de relatie van de kinderen met de dader belangrijk.
Als de dader dichtbij staat is de disclosure veel minder dan wanneer de dader niet bekend is. Kinderen
kunnen ook bang zijn voor de gevolgen van disclosure als het iemand is die dichtbij staat, bijvoorbeeld
scheiding van ouders. Als de familie meer support laat zien en hecht is, kan het ook zijn dat het kind
dan niet wilt vertellen, omdat deze bang is voor negatieve consequenties op deze hechtheid.
Geheugen van ooggetuigen (kinderen)
Kinderen kunnen minder goed onthouden en zijn gevoelig voor suggestie. Kinderen hebben baat bij
aansporing, maar de aansporing moet niet suggestief zijn. Kinderen zijn minder suggestief
beïnvloedbaar bij negatieve gebeurtenissen dan bij positieve gebeurtenissen. Hoe ouder hoe meer
suggestieve vragen er gesteld moeten worden, wil het kind bevestigen dat het wel gebeurd is false
memory. Kinderen vertellen meer, zijn minder gevoelig voor suggestie en antwoorden meet accuraat
als de interviewer warm en ondersteunend is.
Loftus, E.F. (2005). Planting misinformation in the human mind: a 30 year
investigation of the malleability of memory. Learning & Memory, 12, 361-366.
De misinformation effect is het effect waarbij het brein misleidende informatie opneemt als waarheid
bij een gebeurtenis. Ze hebben in een studie bepaalde activiteiten in het brein gevonden die kunnen
voorspellen of een geheugen misinformatie bevat of niet. Er zijn in de afgelopen jaren veel
onderzoeken gedaan naar het misinformation effect. Hier zijn een aantal vragen bij ontstaan:
Onder welke condities zijn mensen gevoelig voor de negatieve impact van misinformatie? (de
wanneer vraag)
Mensen lijken gevoeliger voor misinformatie als de presentatie van deze informatie een tijdje na de
echte gebeurtenis gegeven wordt. Dit kan komen doordat het geheugen dan al zwakker is. Het
veranderen van de staat van iemand voor een korte periode kan de gevoeligheid voor misinformatie
groter maken, bijvoorbeeld in hypnose of onder invloed van alcohol.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Stuviamail. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,89. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.