Samenvatting voor het vak Sociaalzekerheidsrecht (OVHR3SZR) uit het E-cluster van de opleiding HBO-Rechten aan de HAN. Een 8.1 gehaald op het tentamen mede door deze samenvatting.
SOCIALE ZEKERHEIDSRECHT
LES 1
Sociale zekerheid is het publieke stelsel dat het geheel van voorzieningen omvat die tot doel hebben het
waarborgen van de financiële zekerheid van burgers en hen te activeren (grondslag art. 20 Gw).
Socialezekerheidsrecht is het stelsel van rechten en plichten die gelden binnen de sociale zekerheid. Een recht
is het krijgen van bijvoorbeeld een werkloosheidsuitkering. Een plicht is bijvoorbeeld premiebetaling.
HET STELSEL
Om enige structuur aan te brengen wordt binnen het stelsel van sociale zekerheid meestal het volgende
onderscheid gemaakt:
1. sociale verzekeringen
a. de werknemersverzekeringen; en
b. de volksverzekeringen
2. sociale voorzieningen
Geen aanspraak op sociale verzekering? -> dan kan een beroep gedaan worden op een sociale voorziening.
FINANCIERING
Een verschil tussen de verzekeringen en de voorzieningen wordt veelal gezocht in de financiering. Voor de
verzekeringen, behalve voor de kinderbijslag, wordt premie afgedragen en voor de voorzieningen niet. Deze
worden betaald uit de belastingopbrengsten.
De hoogte van de premies wordt jaarlijks vastgesteld en is afhankelijk van het inkomen en de leeftijd.
Bij de werknemersverzekeringen is de verzekerde een werknemer of daarmee gelijkgesteld. De werknemer is
de (1) natuurlijke persoon die de (2) pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt (behalve in de
Ziektewet) en in een (3) privaat- of publiekrechtelijke dienstbetrekking staat (art. 7:610 BW).
Bij de volksverzekeringen gaat het meestal om de ingezetene, iemand die in Nederland woont. Ook vallen
personen die bijvoorbeeld in België wonen, maar in Nederland werkzaam zijn onder de volksverzekeringen.
UITVOERING
Een ander verschil in de driedeling werknemersverzekeringen, volksverzekeringen en de sociale voorzieningen
wordt gezocht in de uitvoering. De werknemersverzekeringen bijvoorbeeld worden uitgevoerd door het
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en de meeste volksverzekeringen door de Sociale
Verzekeringsbank (SVB).
Een strikte scheiding en daardoor een eenduidige indeling binnen de wetten is niet goed te maken omdat er
veel uitzonderingen zijn.
RECHTSBESCHERMING
De meeste procedures binnen het socialezekerheidsrecht zijn bestuursrechtelijke procedures. Dat wil zeggen
dat de regels van de Algemene wet bestuursrecht worden gevolgd.
Voor het socialezekerheidsrecht is binnen het bestuursrecht een aantal elementen van belang:
1. Geen verplichte procesvertegenwoordiging
2. Het begrip ‘besluit, ‘bestuursorgaan’ en ‘belanghebbende’
3. Het maken van bezwaar en bestuursrechter
Met een voor iemand negatief genomen besluit kan in beginsel niet direct naar de bestuursrechter worden
gestapt. Eerst moet er, als hoofdregel binnen zes weken, bezwaar worden gemaakt. Een
bezwaarschriftprocedure heeft een heroverwegingsfunctie. Het genomen besluit wordt heroverwogen door
hetzelfde bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen. Voordat een bestuursorgaan op het
bezwaar beslist, stelt het de belanghebbende(n) in de gelegenheid om te worden gehoord (art. 7:2 Awb). De
toetsing is ex nunc, oftewel het bestuursorgaan houdt rekening met eventuele gewijzigde omstandigheden tot
het moment van het nemen van de beslissing op bezwaar.
,Pas nadat bezwaar is gemaakt, kan de gang naar de bestuursrechter worden gemaakt. Het instellen van beroep
bij de rechtbank heeft niet tot gevolg dat het de werking van de beslissing op bezwaar schorst, uitzonderingen
daargelaten (art. 6:16 Awb). Partijen worden doorgaans uitgenodigd en zijn niet verplicht om te verschijnen.
Zodra een belanghebbende wordt opgeroepen, is hij dat wel verplicht. Hoofdregel is dat een geschil door één
rechter wordt afgedaan (art. 8:10 lid 1 Awb). De bestuursrechter toetst in het socialezekerheidsrecht in de
hoofdregel ex tunc (situatie ten tijde van het bestreden besluit) en alleen de rechtmatigheid.
Is er een spoedeisend belang, dan kan terwijl bezwaar is gemaakt of beroep is aangetekend bij de
voorzieningenrechter een voorlopige voorziening worden gevraagd (art. 8:81 Awb). Op de uitspraak van de
bestuursrechter staat hoger beroep open bij de hogerberoepsrechter. In het socialezekerheidsrecht is dat,
afhankelijk van het soort geschil, veelal de Centrale Raad van Beroep (CRvB) en soms de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State of het Gerechtshof. Ook is soms cassatie mogelijk bij de Hoge Raad.
In de procedure in bezwaar en in eerste aanleg bij de rechtbank is verweerder altijd een bestuursorgaan. Tot
slot is het van belang dat de eisende partij ontvankelijk is door procesbelang te hebben, op tijd zijn bezwaar- of
beroepschrift in te dienen (art. 6:7 Awb) en griffierechten te betalen (art. 8:41 Awb).
,LES 2
WERKLOOSHEIDWET
UITVOERING EN AANVRAAG
De WW is een werknemersverzekering die onder de sociale verzekeringen valt en wordt uitgevoerd door het
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) (art. 30 lid 1 Wet SUWI jo art. 98 WW).
Iemand die werkloos is geworden moet uiterlijk binnen 1 week na zijn eerste werkloosheidsdag een WW-
uitkering aanvragen bij het UWV (art. 26 lid 1 sub b WW jo art. 2 Uitkeringsreglement WW 2015). Het UWV
heeft na ontvangst van de aanvraag ‘een redelijke termijn’ om op deze aanvraag te beslissen (art. 4:13 lid 1
Awb).
Drie stadia bij de WW:
1. Recht op WW-uitkering
2. Geldend maken WW-uitkering
3. Uitbetaling WW-uitkering
VOORWAARDEN
Art. 15 WW recht op een WW-uitkering wanneer is voldaan aan volgende voorwaarden:
1. Verzekerde
a) Is sprake van een werknemer ex art. 3 WW?
- Natuurlijke persoon
- Jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd
- Die in privaatrechtelijke of in publiekrechtelijke dienstbetrekking staat (loon, arbeid,
gezagsverhouding 7:610 BW)
b) Gelijkstelling van werknemer ex art. 4-5 WW jo art. 8 Rariteitenbesluit
c) Uitzonderingen, art. 6 WW, art 4 lid 5 WW en art. 5 jo 8 Rariteitenbesluit
Er zijn ook personen die niet verzekerd zijn voor de WW zoals zelfstandigen, vrijwilligers en
grootdeelaanhouders. -> wel mogelijk om vrijwillig te verzekeren art. 53 e.v. WW
2. Werkloosheid (art. 16 WW)
a) relevant arbeidsurenverlies (art. 16 lid 1 sub a jo 1a lid 1 WW)
- Urenverlies, ten minste 5 arbeidsuren verliezen of aantal arbeidsuren verliezen dat ten hoogste
gelijk is aan de helft van zijn gemiddeld aantal arbeidsuren (gekeken naar gemiddeld aantal uur
per week 26 weken voorafgaand)
- Loonverlies, arbeidsuur, art. 1a lid 1 WW: uur waarover werknemer (recht op) inkomen uit arbeid
heeft (dus over de verloren uren mag je geen recht op loon hebben)
b) beschikbaar voor arbeid
Werknemer moet in staat zijn arbeid te verrichten en daar ook toe bereid zijn (beschikbaar voor de
arbeidsmarkt)
3. Referte-eis (art. 17 lid 1 en art. 17a WW):
In de 36 kalenderweken onmiddellijk voorafgaand aan de eerste dag van werkloosheid moet in ten minste 26
kalenderweken (referteweken) als werknemer arbeid zijn verricht.
- Aantal uren is niet van belang: 1 arbeidsuur is al genoeg (art. 17 WW)
- Ook niet vereist dat weken aaneengesloten zijn
- Weken van ziekte tellen niet mee, dan wordt periode opgerekt. Vakantieweken tellen wel mee.
4. Uitsluitingsgronden? (art. 19 lid 1 WW)
Ook al is aan de overige voorwaarden voldaan, er bestaat geen recht op uitkering.
Let op: recht tot herleving art. 21 WW
Een recht op een WW-uitkering dat ontstaat eindigt direct en wordt niet geacht te zijn ontstaan als het
inkomen uit werkzaamheden als werknemer meer is dan 87,5% van het WW-maandloon (art. 16 lid 8 jo art. 20
, lid 1 sub c WW). Op deze manier wordt voorkomen dat een werknemer die voldoet aan het criterium van
arbeidsurenverlies, maar bijvoorbeeld wel nog voldoende salaris ontvangt, een WW-uitkering krijgt.
HOOGTE EN DUUR
Duur
Duur basisuitkering: 3 maanden -> mogelijkheid te verlengen tot maximaal 24 maanden op basis van
berekening arbeidsverleden.
Stappenplan duur
1. Basisuitkering (art. 42 lid 1)
2. Recht op verlenging, arbeidsverleden eis 4 uit 5-eis (art. 42 lid 2 onder a)
3. Arbeidsverleden berekenen (art. 42 lid 6)
4. Omzetten arbeidsverleden (art. 42 lid 2 onder b onder 1)
Hoogte
Stel dat een WW-uitkering wordt ontvangen en deze persoon voor twee dagen werk vindt, dan wordt met het
loon rekening gehouden. De inkomsten moet binnen een maand doorgegeven worden. De verrekening gaat
middels de inkomensverrekening. Het inkomen wordt met de uitkering verrekend volgens de formule van art.
47 WW. Met een eventueel inkomen van een partner of vermogen wordt geen rekening gehouden.
Berekening artikel 47 WW
Eerste twee maanden: 0,75 x (A-B x C/D) – E
Vanaf de derde maand: 0,70 x (A-B x C/D) – E
A= maandloon (gemaximeerd)
B= nieuw inkomen per kalendermaand
C= gemaximeerd dagloon
D= eigen ongemaximeerde dagloon
E= Inkomsten in verband met arbeid (inkomsten uit uitkeringen)
Als het eigen dagloon lager dan het gemaximeerde dagloon is, kan gerekend worden met C/D= 1
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Isa07. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,69. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.