1
TECHNIEK
AAN DE SLAG MET TECHNIEK
1 TECHNIEK IN DE LAGERE SCHOOL
1 DEFINITIE VAN TECHNIEK
= alles wat de mens gemaakt heeft
= geheel van ingrepen waarmee, de mens om aan zijn menselijke noden & behoeften te
voldoen, zijn omgeving probeert te beheersen en te veranderen
Techniek: 6 domeinen
- energie
- bouw
- verzorging
- biochemie
- milieu
- transport
WAT is techniek?
• behoefte/ wens
• normen
ontwerpen
• natuurlijke wetenschappelijke/
technische eisen
Afval • materie
maken • energie
Product
• informatie
gebruiken
1) Techniek als deel van cultuur/ maatschappelijk verschijnsel
2) Behoefte/ norm → technische realisatie
3) Belang van materie, energie en informatie
4) Mens als evaluator/ gebruiker
, 2
TECHNIEK
Techniek wetenschap
Techniek Wetenschap
Doel = technische problemen oplossen Doel: kennis produceren
Zorgt voor betere apparaten voor 1) Verklaring waarom bepaalde
wetenschappers technieken werken
2) Helpt bij ontwikkeling nieuwe
technieken
≠ knutselen 3) Maakt kennis technieken
I->decoratieve creaties met diverse materialen betrouwbaarder & groter
→ niet duurzame creaties
→ techniek fout toepassen
I-> om het mooi te maken
Klemtoon techniek: iets bijleren rond techniek
door iets te doen/ maken
TECHNIEK WETENSCHAP
Wat Een methode om een bepaald doel Een methode om aan betrouwbare
te bereiken kennis te komen
Doel Ingrijpen op de omgeving. Materiaal Beschrijven van de natuurlijke wereld.
vormgeven aan de wereld. Focus op Focus op leren
creëren
Motivatie Ingrijpen ,beheren, manipuleren, Verifiëren, zekerheid, meetbaarheid,
controleren voorspelbaarheid
Focus Gericht op (voldoende) Gericht op zo nauwkeurig mogelijk te
nauwkeurigheid om succes te modelleren
boeken
Resultaat Creëren van succesvolle producten, Methodisch verwerven van kennis door
systemen en omgeving die bewijsvoering voor verklaring
beantwoorden aan de behoefte
Competenties Onderzoeken, ontwerpen, maken, Waarnemen, analyseren, modelleren,
implementeren, gebruiken, beschrijven en verklaren van
onderhouden en evalueren van (meetbare) verschijnsels uit de
technische systemen, processen, natuurlijke wereld. Communiceren en
producten, diensten en omgevingen delen van bevindingen
Methodiek Via sociale menselijke processen Via sociale menselijke processen van
gebaseerd op onderzoek, innovatie, kennisconstructie via systematische en
beheer en uitvoering zoals bv. verifieerbaar onderzoek
Ontwerpen, maken, gebruiken,
onderhouden,…
, 3
TECHNIEK
2 VISIE VAN TECHNIEK OP DE BASISSCHOOL
1 HET BEGRIP TECHNIEK IN DE BREDE BETEKENIS
Techniek → geheel van ingrepen waarmee de mens zijn omgeving
probeert te beheersen & te veranderen
2 TECHNISCHE GELETTERDHEID VOOR IEDEREEN
→ goede techniekgebruiker zijn
I-> = over nodige kennis, inzichten, attitudes, vaardigheden beschikken op
domein van techniek in haar brede betekenis
↓
Technisch geletterd zijn
I-> = competente en verantwoordelijke gebruiker van techniek
→ techniek verstaan, hanteren en duidt
vanuit een waarderende kritische houding in gebruik situaties
→ omgaan met techniek om optimaal te functioneren
en te participeren aan de samenleving
TECHNIEK LEREN IS ERVARINGSGERICHT EN ONTWERPPEND -ONDERZOEKEND
LEREN
techniek = stimuleren van de totale persoonlijke ontwikkeling
DOELEN
Veiligheidsattitude ontwikkelen
Technische vaardigheden ontwikkelen
Positief- kritische houding ontwikkelen tov techniek
Inzicht verwerven in werkingsprocessen en processen
Eigen mogelijkheden & interesses herkennen & ontwikkelen
Belang inzien van techniek voor de samenleving
, 4
TECHNIEK
3 REFERENTIEKADER TECHNIEK VOOR TECHNISCH GELETTERDHEID
Referentiekader: geen curriculum
WEL: hulpmiddel voor curriculumontwikkelaars
1. STREEFDOELEN
- dynamisch affectieve
- cognitieve
- psychomotorische
2. 4 KERCOMPONENTEN VANUIT 3 DIMENSIES
= systemen-processen-hulpmiddelen-normen en criteria-optimalisaties en keuzes
3. WERELD VAN TECHNIEK
= techniek begrijpen, hanteren, duiden op gestructureerde manier
aangepast aan ontwikkelingsniveau
5 domeinen
- energie
- constructies
- transport
- biochemie
- informatie & communicatie
4 KERNCOMPONENTEN
1) TECHNISCHE SYSTEMEN
= alles wat mens ooit gemaakt heeft
→ bestaat uit deelsystemen
→ uit elementen
2) TECHNISCH PROCES
= verloop van handelingen
3) HULPMIDDELEN
= nodig om technische systemen efficiënter te laten functioneren
I-> meestal ook technische systemen
Bv. Machines, materialen, energie, mensen, tijd,…
4) KEUZES
= afhankelijk van de criteria van het technisch systeem
I-> maatschappelijk bepaald
I-> vanuit techniek bepaald
Criteria → norm → wet