oude testament
ONTSTAANSGESCHIEDENIS VAN HET OT
OT ALS VERZAMELING BOEKEN
ALGEMENE SITUERING VAN DE BIJBEL
73 losse boeken
2 delen
- OT: 39 + 7 boeken, ‘+7’ → toegevoegd door christenen
- NT: 27 boeken = herwerking OT
- inhoud is gelijk: wie of wat het goddelijke is
Bijbel= verschillende geschriften samengevoegd
originele boeken verdwenen, papier verging (Papyrus)
HET OUDE TESTAMENT
Testament = ‘verbond’ , ‘overeenkomst’
→ JHWH: ik zal er voor je zijn, God is er voor mij en ik voor hem
Heilig boek van de joden → bevat joodse kijk op de wereld
Voor christenen OT ook belangrijk → anders NT niet begrijpen
I-> veel thema’s OT komen terug in NT
TENACH (joodse naam voor OT, Hebreeuwse bijbel) – 39 boeken
T = THORA (wet) → 5 boeken van Mozes
→ Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri, Deuteronomium
N = NEVIIM (Profeten) → Jesaja, Jeremia,…
→ leefregels en wetten van de Thora
CH = CHETOEVIM (geschriften) → poëzie en verhalen
I → Job, psalmen, spreuken, prediker, hooglied
I-> hoe gaat het met God & hoe gaat het leven met God?
Katholieke: boeken toegevoegd → griekse bijbel – 46 boeken
Verhalen OT spelen zicht af tegen achtergrond van:
- historische context: geschiedenis Oude Nabije Oosten
- geografische context: vruchtbare halve maandag
- geestescontext (monotheïsme heidens veelgodendom
Verhalen: verkeerde indruk: als een chronologisch verhaal aan elkaar geschreven
Er is historische kern, maar beschreven levenservaringen & wijsheden belangrijker
Geschiedenis van het VOLK
- eerst: verhalen mondeling doorverteld ( 1ste keer aan hof van de koningen)
- daarna: meerdere keren herwerkt ( ten tijde van profeten)
- ten tijde van en na de Ballingschap “gestileerd” tot 1 verhaal
Ballingschap = land, tempel, koning
↓
Om identiteit te behouden verzamelen ze de verhalen & schrijven o
➔ identiteit joden: zie OT
,Exodus = uittocht Mozes
Scheppingsverhalen staan eerst → chronologie verandert
RECENTE ONTDEKKING TEKSTEN OT
- 1947: vondst van de “dode zeerollen” → teksten meer dan 2000jaar oud
HET OUDE TESTAMENT: RODE DRAAD
- volk dat zoekt naar “het goede”, het beloofde land
- vanuit geloof in één God, die mensen oproept tot verantwoordelijkheid
- in voortdurend confrontatie met omliggende volken
MYTHEN EN LEGENDES
Mythen ~ verhalen
→ moeten niet waargebeurd zijn om waar te zijn
I-> figuren = symbool voor inzichten
→ spelen zich ergens af ‘ooit was er eens’
→ DOEL: waarheid naar vorenschuiven, een lesje leren
Probeert groep samen te brengen rond 1 verhaal
* wetboeken: regels over hoe te leven
→ niet alles is wet: bv scheppingsverhaal
* annalen (opeenvolgende gebeurtenissen)
* profetische boeken: orakels, toespraken van God
* psalmen: lofliederen
* spreuken en wijsheden
Bijbelse mythen: scheppingsverhalen, ark van Noach, Toren van Babel, Mozesverhalen,…
,SITUERING VAN DE CONTEXT: GEOGRAFISCHE CONTEXT
HET OUDE NABIJE OOSTEN
- gebied tussen de Middellandse zee, de Perzische Golf en de Arabische woestijn
= VRUCHTBARE HALVE MAAN
→ veel water: Nijl, Jordaan, Tigris, Eufraat
KANAÄN
= beloofde land, Palestina,…
NT: extra namen: Galilea, Judea, Samaria
Vandaag: Israël & Palestijnse gebieden
Syrië → oudste christelijke gemeenschappen
➔ onze priesters willen Syriërs redden
HET OUDE NABIJE OOSTEN: NU
, SITUERING VAN DE CONTEXT: HISTORISCHE CONTEXT
GESCHIEDKUNDIGE CONTEXT
Geschiedenis van een volk
Doorheen de geschiedenis: verschillende namen
➢ De tijd van de aartsvaders: HEBREEËN
➢ Jakob nieuwe naam: Israël – nakomelingen: ISRAËLIETEN
➢ Na uiteenvallen koninkrijk; noordelijk deel: Israël
Zuidelijke deel: Juda
→ JUDEEËRS ➔ JODEN
➢ Onder de romeinen heet het land Palestina
➢ Inwoners van de huidige staat Israël zijn ISRAËLI’S
➢ De inwoners van de Palestijnse gebieden: Palestijnen
➔ christenen & moslims
Israël = vechter voor God
De uittocht
De De Na de
De aartsvaders of exodus
koningstijd ballingschap ballingschap
uit Egypte
• 1000 v. Chr.
• 2000 v. Chr. • 1250 v. Chr. • 700 v. Chr.- 500 • 500 v. Chr.
• Oudste tijden v. Chr.
• Oudste tijden • Oudste tijden • Perzische overheersing
• Oudheid • 300 v. Chr.
• Hellenistische
overheersing
• 100 v. Chr.
• Romeinse overheersing
• = oudheid
AARTSVADERS
Clanhoofden van zwerversstammen, groepen van kleinveenomaden
Leefden in tenten, trokken in Kanaän heen en weer tussen zomer- en winterweiden
Bv. Abraham & Sara in een TENT
Eigen religieuze ervaring binnen context van Kanaänitische religie
- Kanaänitische God ‘El’ (stier)
- monotheïsme (jodendom) veelgodendom van Kanaänieten
Hongersnood dreef hen naar Egypte, vruchtbaar land aan de Nijl
→ Egypte: ‘graanschuur’
→ afdalen naar Egypte = als iets niet lukt naar Egypte ‘gaan’ en opnieuw beginnen