BELEID, POLITIEK EN
SAMENLEVING
Inleiding
De signaalfunctie van sociaal werk
-> verplichte lectuur: artikel van Hermans, K. (2014) op Toledo
Kerntaak: positie innemen en signaleren
drie vormen van structureel sociaal werk
o Radicaal sociaal werk
Bevraagt de legitimiteit van voorzieningen, instellingen en economische
systemen
Verbetering van welzijn realiseren door fundamentele veranderingen
Conflictbenadering: samen met de doelgroep strijd voeren
Individuele en collectieve weerstand, al dan niet toegedekt
Mullaly (2007): radicaal humanisme radicaal structuralisme
o Kritisch sociaal werk
Kritische reflectie: reproduceert sociaal werk onderdrukking?
Eigen denkbeelden en discours ter discussie stellen
o Beleidsgericht sociaal werk
Inspelen op de beleidscyclus via beleidsbeïnvloeding
Samenwerkingsmodel: machtsverwerving cruciaal
Kapstokken:
Beleidscyclus: ‘a never ending story’
Fases voor een totstandkoming van een beleid
Hoe breder de driehoek, hoe meer mensen betrokken
, Beleidsbeïnvloeding (Viaene, 2012)
= een proces dat een bepaalde verandering wil realiseren door op een systematische en
doelgerichte manier vanuit een machtsbasis bewust invloed uit te oefenen op het beleid
Het is van belang voor sociaal werkers om deze fasen te leren
doorlopen met betrokkenheid van de doelgroep voor wie je een
bepaald beleid wil realiseren
- Fase 1 : analyse -> informatie verzamelen en verwerken
- Fase 2: doelbepaling -> de verandering: Welke verandering? Voor wie is de verandering bedoeld?
Op welk moment wil je de verandering realiseren?...
- Fase 3: strategiebepaling -> nadenken over een basisstrategie (samenwerking, confrontatie of
conflict) en communicatiestrategie
- Fase 4: machtsverwerving -> een voldoende groot draagvlak creëren en voldoende
machtsmiddelen inzetten (overtuigingskracht, macht van het getal, relatiemacht, juridische
macht, deskundigheidsmacht, positiemacht, persoonlijk gezag)
- Fase 5: beïnvloeding -> via formele (bv. adviesraad) en informele kanalen via:
o Conventionele interventies (bv. studiemoment, gesprek)
o Demonstratieve interventies (bv. handtekeningenactie)
o Confronterende interventies (bv. boycot, betoging)
Politiek
Wat is politiek?
Politika = de zaken die met de polis te maken hebben
-> stadstaat: een onafhankelijke morele en politieke gemeenschap die symbool stond voor de
geordende samenleving
o Politès = burger als ‘publiek persoon’
o Idiotès = burger als ‘privaat persoon’
De productie van beslissingen die bindend zijn voor de bevolking
Vele definities – essentie:
o Een collectieve activiteit van mensen die een gemeenschappelijk lidmaatschap
aanvaarden of minstens erkennen dat ze een bepaald lot delen
, o Het verzoenen van uiteenlopende opinies en belangen d.m.v. dialoog, debat en discussie
o Politieke beslissingen leiden tot een beleid dat door een gemeenschap officieel wordt
erkend en die de overheid, desnoods met macht, in de praktijk brengt
Visies op de politiek
Historisch
o Aristoteles (384-322 v.C.): politiek als deel van een volwaardig leven, morele plicht
o Machiavelli (1469-1527): macht verwerven, het doel heiligt de middelen( = ter bereiking
van een goed doel mag men ook slechte middelen, indien het niet anders mogelijk is,
gebruiken)
o De Verlichting (Franse Revolutie – eind 18de eeuw): hoe de samenleving organiseren om
het beste voor mens en maatschappij te realiseren?
Drie ankerpunten waarvan de betekenis vandaag nog steeds in het concept politiek terug
te vinden is
Hedendaags
o Aspectbenaderingen: politiek is een aspect van het leven, van alle gedrag, bevindt zich
overal in de samenleving bv. bestuur van een sportclub, jeugdbewegingen…)
verdeling van goederen, oplossing van conflicten, de strijd om de macht, keuze
tussen alternatieven…
o Domeinbenaderingen: politiek vindt plaats binnen het politiek domein -> politieke
instellingen: regering, partijen, parlement, de administratie…
Democratie
Wat is democratie?
Demokratia
o Demos = het volk, Kratein = regeren ‘het volk regeert’
Non-democratie
o Dictatuur
-> absolute macht, onbeperkt mandaat
-> beperkte politieke rechten en vrijheden
-> hiërarchische maatschappijvisie, eis van gehoorzaamheid aan politieke leiders
-> geen controle over niet-politieke delen van het burgerleven, zoals beroep en religie
o Totalitair systeem
-> controle op elk aspect van het leven
-> eist totale ondergeschiktheid en gehoorzaamheid
-> fundamentele ingreep op het burgerleven: schrijft gedachten voor, bepaald wat goed
gedrag is, schrijft culturele, economische, morele… keuzes voor
Er bestaan geen perfecte democratieën, enkel imperfecte democratieën
, Bestuur van het volk, door het volk en voor het volk
Democratie verbindt het volk op drie verschillende manieren aan het bestuur:
Bestuur van het volk
= er is een bestuur door instemming van het volk
de macht gaat uit van het ganse volk (of de Natie), geen deelgroepen
het soevereine volk delegeert haar macht aan volksvertegenwoordigers
Bestuur door het volk
= het volk participeert in het bestuursproces
directe democratie: bv. referenda (bv. Zwitserland)
indirecte democratie: vertegenwoordigers aanduiden via verkiezingen of loting (bv. België)
-> niet voor andere nationaliteiten, minderjarigen, sommige misdadigers…
deliberatieve democratie: dialoog tussen burgers en bestuurders
! MENGVORM IN BEPAALDE MATE
Bestuur voor het volk
= het bestuur streeft het algemeen welzijn na en beschermt de rechten van het individu
bestuur in het algemeen belang
de ‘algemene wil’ van het volk?
The Gettysburg Adress (filmpje YouTube)
Basisonderdelen/criteria van een democratie
‘Rule of Law’
o Rechtstaat = staat waarin de rechten van burgers door wetten worden beschermd tegen
de staatsmacht
o De wet moet de macht van de staat en de bestuurders beperken
o Niemand staat boven de wet
o ‘Checks and balances’, o.a. door scheiding der machten (trias politica)
Inclusie en gelijkheid
o Democratische rechten en vrijheden moeten voor iedereen gelden
o Politieke rechten en vrijheden aan iedereen op gelijke basis toekennen (niet iedereen!)
o Bv. vrijheid van meningsuiting, algemeen stemrecht…
Parlementair stelsel met een competitief, open meerpartijensysteem
-> zo wordt absolute machtsconcentratie bij één partij uitgesloten
Goed functionerende instellingen
o Zeggenschap, macht, informatie en vrijheid voor het parlement
o Onafhankelijke en deskundige administraties om de overheidsvoorzieningen te
garanderen