Deze samenvatting gaat over het boekje 'Bedrijf starten' van de methode LWEO. Per hoofdstuk is er een begrippenlijst met uitleg volgens het boekje en is uitgewerkt wat je moet kunnen. In dit boekje wordt uitgelegd hoe een balans in elkaar zit, hoe je een balans moet opstellen en wat er allemaal bij...
Hoofdstuk 1 - De oprichting van een eenmanszaak
Kennen
Van de volgende begrippen moet je een omschrijving kunnen geven. Als je een of meer voorbeelden moet
geven staat er (v) achter het begrip of moet je een of meer kenmerken noemen (k).
Ondernemer
Iemand met een eigen bedrijf.
- Heeft geen vast salaris, hij moet leven van de winst.
- Is niet verzekerd tegen werkloosheid. Pas als de ondernemer bijna zijn gehele vermogen
inclusief huis kwijt is, kan hij een beroep doen op de bijstand.
- Een pensioenverzekering geldt niet voor ondernemers, tenzij de ondernemer zelf een
pensioen regelt.
- De baas is verantwoordelijk voor alles, niet alleen voor zijn werknemers, maar ook voor het
binnenhalen van opdrachten, het onderhandelen met leveranciers, het onderhouden van
contacten enzovoort.
- Een ondernemer ontvangt meer belastingvoordelen vergeleken met een werknemer
Werknemer
Iemand die in loondienst is bij een werkgever.
- Een werknemer is in loondienst bij een werkgever en heeft hiertoe een
arbeidsovereenkomst gesloten met zijn baas. Daarin staat dat de werknemer arbeid moet
verrichten voor zijn baas in ruil voor een vast salaris.
- Een werknemer is verzekerd tegen werkloosheid. Kan een WW-uitkering krijgen. Bij ziekte
moet de baas de werknemer twee jaar doorbetalen.
- Voor werknemers geldt meestal een pensioenverzekering.
- Als werknemer ben je verantwoordelijk voor een goede uitvoering van de taken die je hebt
gekregen van je baas.
Werkgever
Ondernemer met mensen in loondienst.
Kamer van Koophandel
De naam van elk bedrijf wordt bij de Kamer van Koophandel (KvK) ingeschreven in het
Handelsregister. Bij de inschrijving wordt gekeken of de gekozen handelsnaam niet misleidend is en
of de naam niet hetzelfde is als de naam van een bestaand bedrijf.
Rechtsvorm
De rechtsvorm is de juridische vorm waarin een bedrijf gedreven wordt. De rechtsvorm bepaalt
onder andere hoe je belasting moet betalen, hoe de aansprakelijkheid is geregeld en wie er
overeenkomsten mag sluiten.
- Gaat om de vraag: Wie is er verantwoordelijk?
Juridische aansprakelijkheid
Zowel het ondernemingsvermogen als privévermogen kan worden gebruikt om schulden van de
onderneming te betalen.
Investeringbegroting (k)
Op een investeringsbegroting staan alle zaken die hij moet aanschaffen om het bedrijf te beginnen.
Bedrijfseconomie, Bedrijf starten 1
, - Het doel van het maken van een investeringsbegroting is vaststellen hoe groot de
financieringsbehoefte is. De bezittingen worden activa genoemd en kunnen worden
ingedeeld in vaste en vlottende activa.
- Alle bedragen zijn exclusief btw, behalve de debiteuren.
- Volgorde: Vaste activa, vlottende activa, liquide activa.
- Onderaan staat wat het makkelijkst om te zetten is in geld (kas). Hoe hoger, hoe moeilijker je
het omzet in geld (gebouw).
- Stroomgrootheid → iets dat over een bepaalde periode worden gemeten.
Financieringsbehoefte
Het benodigde geldbedrag om de onderneming te kunnen starten.
Vaste activa (v)
Vaste activa zijn bezittingen van de onderneming die langer dan één jaar meegaan. De bezittingen
worden activa genoemd omdat ze actief gebruikt worden bij het produceren van een product of
dienst.
Voorbeelden zijn gebouw, bestelauto en inventaris.
Inventaris
De inventaris is de inboedel van de onderneming bestaande uit bijvoorbeeld de verlichting, bureaus
en computers.
Afschrijven
Vaste activa kunnen minder waard worden, bijvoorbeeld door slijtage. Daar moet je dus rekening
mee houden: dit noem je afschrijven.
Vlottende activa (v)
Vlottende activa zijn bezittingen van de onderneming die korter dan één jaar meegaan.
Voorbeelden:
- Voorraad
- Debiteuren
- Nog te ontvangen bedragen → ondernemer moet nog geld krijgen van anderen dan klanten,
bijv huur moet ontvangen worden.
- Vooruitbetaalde bedragen → ondernemer heeft geld vooruitbetaald aan anderen.
- Liquide middelen
Voorraad
Een onderneming houdt een voorraad goederen aan om deze op korte termijn te verkopen aan
klanten. Het in voorraad geïnvesteerde geld komt daarom over het algemeen binnen een jaar weer
vrij.
Debiteuren
Debiteuren zijn klanten van wie een bedrijf nog geld tegoed heeft. Je zegt ook wel dat deze klanten
op rekening gekocht hebben. De onderneming treedt in dit geval als leverancier op en verstrekt
krediet aan zijn klanten, daarom behoort ‘debiteuren’ tot het zogenaamde leverancierskrediet.
Liquide middelen (v)
Liquide middelen zijn de geldmiddelen die je nodig hebt om je dagelijkse betalingen te doen: het
geld dat in kas zit en het geld dat op de bankrekening staat.
Financieringsbegroting
De financieringsbegroting geeft de vermogensbehoefte weer, wat er nodig is om de activa te
financieren.
- Eigen vermogen
Bedrijfseconomie, Bedrijf starten 2
, - Lang vreemd vermogen
- Kort vreemd vermogen
Eigen vermogen
Eigen geld noemen we eigen vermogen. De bedoeling van eigen vermogen is dat het altijd ter
beschikking van de onderneming staat. Eigen vermogen heeft daarom een permanent karakter.
Lang vreemd vermogen (v)
Lang vreemd vermogen zijn leningen met een looptijd langer dan één jaar.
- Hypothecaire lening
- Onderhandse lening
Hypothecaire lening (k)
- lening die je krijgt op onderpand van onroerend goed
- de lener geeft de bank het recht van hypotheek als onderpand: als de lener de rente en
aflossing niet betaalt, heeft de bank het recht om beslag te leggen op het onroerend goed en
dit te verkopen. Hierdoor daalt het risico voor de bank.
- De lener is de hypotheekgever en de bank de hypotheeknemer.
Onderhandse lening (k)
- er is persoonlijk contact tussen de geldgever, degene die geld uitleent, en de geldnemer,
degene die geld leent.
- Bij dit contact wordt er onderhandeld over de voorwaarden van de lening.
Kort vreemd vermogen (v)
Kort vreemd vermogen zijn leningen met een looptijd korter dan één jaar.
- rekening-courantkrediet (bankkrediet)
- crediteuren
- nog te betalen bedragen
- ontvangen afnemerskrediet
- vooruit ontvangen bedragen → een onderneming kan een bedrag vooruit ontvangen van
anderen dan klanten
Rekening-courantkrediet (bankkrediet) (k)
- een krediet waarbij de onderneming tot een bepaald maximumbedrag geld mag opnemen
bij de bank.
- alleen over de opgenomen bedragen wordt rente berekend.
- vooral wanneer een onderneming een wisselende behoefte aan geld heeft, zoals een ijszaak,
is dit krediet ideaal.
- Meestal vraagt de bank een onderpand, bijvoorbeeld onroerend goed, voorraad of
machines.
Crediteuren
- leveranciers die al wel voorraden of diensten geleverd hebben maar aan wie de
onderneming nog moet betalen.
Ontvangen leverancierskrediet (v)
De schuld die de onderneming aan de leverancier heeft, wordt ontvangen leverancierskrediet
genoemd: de onderneming krijgt krediet, een lening, van leveranciers.
Nog te betalen bedragen (v)
Nog te betalen bedragen aan anderen dan leveranciers
Bedrijfseconomie, Bedrijf starten 3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lisannebrienesse. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.
