DEEL 1: COMMUNICATIE?
HOOFDSTUK 1: INLEIDING
UITGEBREIDE COMMUNICATIEMODEL
Zender De zender wil iets overbrengen. Hij is de bron van de boodschap.
Ontvanger De boodschap, inclusief ruis, wordt ontvangen door de ontvanger.
(En)Coderen (Essentieel onderdeel) WAT wil ik zeggen en HOE zal ik het zeggen.
De informatie wordt gecodeerd/omgezet in een code. (voorbeeld: kleuren, afbeelding, taal)
Decoderen De boodschap wordt gedecodeerd. De ontvanger ontcijfert de boodschap.
Boodschap Datgene wat de zender wil overbrengen.
Media De zender kiest een kanaal om zijn boodschap over te brengen. (voorbeeld: tv, radio, sociale media)
Respons De ontvanger geeft een betekenis aan de signalen en reageert overeenkomstig.
Feedback Respons van de ontvanger die kan gemeten worden door de zender.
Ruis Intern Storende invloed door factoren binnen het directe communicatieproces.
Extern Storende invloed door factoren buiten het directe communicatieproces.
Belangrijkste vorm van ruis: informatieovervloed. Consumenten dagelijks blootgesteld aan 100en
marketingboodschappen.
VOORBEELD COMMUNICATIEPROCES IN DE MARKETING
Ontvanger? vrouwen 25-40 jaar
Boodschap? verzorging voor de huid
Coderen? reclamespot waarbij vrouw aan het douchen is en de
shampoo van Dove gebruikt
Medium? televisie
Ruis? ontvanger is aan het strijken/telefoneren
ontvanger neemt juist iets om te eten
ONTVANGERGERICHT MODEL
Ontvanger Zender Boodschap
Bij dit model start de boodschap niet bij de zender, maar de ontvanger. De zender ontvangt de boodschap/vraag van
de ontvanger en past zijn boodschap aan.
SOORTEN COMMUNICATIE
Persoonlijke communicatie
Communicatie die zich voltrekt tussen mensen die zich in elkaars dichte nabijheid bevinden. Elkaar zeer gericht
benaderen en direct aanspreken.
Voorbeeld: direct marketing, sms-berichten
Massacommunicatie
Communicatie waarbij de zender in principe niemand van ontvangst uitsluit.
Voorbeeld: een reclamespot op de radio
,Massamedia
Media waartoe in principe iedereen toegang heeft.
Voorbeelden zijn: televisie en radio.
MASSACOMMUNICATIE VS INTERPERSOONLIJKE COMMUNICATIE
Massacommunicatie Interpersoonlijke communicatie
Eenrichtingsverkeer Tweerichtingsverkeer
Zender heeft weinig zicht op het bereikte effect Zender heeft betere indruk van het bereikte effect
Niet afgestemd op de individuele ontvanger Aan te passen aan de individuele ontvanger
Bereikt veel mensen tegelijk Bereikt weinig mensen tegelijk
Goedkoop per bereikte persoon Duur per bereikte persoon
Ontvanger wendt zicht gemakkelijk af Ontvanger kan zich moeilijk afwenden
DEEL 2: DE COMMUNICATIE VAN EEN ONDERNEMING
HOOFDSTUK 1: COMMUNICATIE
DIGITALE TRANSFORMATIE
Technologie is vandaag de dag bij de meeste een 6de zintuig. Deze
snelle digitalisering zet zich ook door in de relatie tussen
consumenten en bedrijven. De klantenrelatie wordt volledig
digitaal gestuurd. Het verschil tussen online en offline vervaagd.
Ook dit kent een invloed voor de marketeers, vroeger was dit zeer
eenvoudig: de 4 P’s goed managen.
VERANDERENDE MEDIAWERELD
Het is steeds moeilijker de consument te bereiken.
Klassiek adverteren (OOH reclame zoals billboards en affiches) werken niet meer. Traditionele pushcommunicatie
verliest aan bereik. De consument ‘consumeert’ de media tegenwoordig wanneer en via welk device hij dat wil.
Storytelling is key.
Anderzijds biedt het meer mogelijkheden.
Via nieuwe media kan men rechtstreeks en persoonlijker gaan adverteren met hun doelgroep. Door multimediale
campagnes (zelfde campagne over verschillende kanalen) en relevante inhoud op het juiste moment bieden via data.
DIGITALE CONSUMENT
Op het internet is er niet langer sprake van het klassieke eenrichtingsverkeer. Consumenten combineren de online
en offlinewereld zowel in het zoeken naar informatie als finale beslissingen.
De digitale consument spendeert zijn tijd in:
1- Verzamelen en verspreiden van informatie
2- Sociale interactie
3- Online kopen en verkopen
Consument deelt meer zijn emotie online dan die dat offline zou doen. De digitale consument kan merken maken en
breken. Dit aan de hand van het geven van reviews.
CUSTOMER JOURNEY
De digitalisering heeft voor een veranderd mediagedrag van de consument gezorgd.
DIGITALE GOLVEN VAN CUSTOMER JOURNEY
1e digitale golf Online oriëntatie en een offline aankoopproces
e
2 digitale golf Opkomst digitale worth-of-mouth (influencers, reviews)
3e digitale golf Opkomst algoritmes en gepersonaliseerde ads, belang e-commerce en aftersales (chatbots)
, GEINTEGREERDE MARKETINGCOMMUNICATIE
Een GOEDE COMMUNICATIE met een GOED VERHAAL op VERSCHILLENDE KANALEN.
Communicatie-instrumenten worden nu gecombineerd ingezet. Er wordt een consistente boodschap uitgezonden
via alle contactpunten en kanalen. Er zijn 2 principes van belang: consistentie (samenhang) en synergie
(versterking).
Om als merk consistent over te komen, moet de marketingmix (4 P’s) overeenstemmen met elkaar. Ze moeten in
dezelfde boodschap bevatten op alle verschillende kanalen.
Een tweede belangrijk principe, synergie, is het belang om verschillende communicatie-instrumenten (adverteren,
direct marketing, sponsoring, evenementen, PR, sociale media, persoonlijke verkoop) op overeenkomstige wijze elkaar te
laten versterken met dezelfde boodschap.
HOOFDSTUK 2: COMMUNICATIE VAN EEN ONDERNEMING
7 INSTRUMENTEN VAN COMMUNICATIEMIX
1 RECLAME 5 DIRECT MARKETING
Betaalde, niet-persoonlijke communicatie via Persoonlijke en directe communicatie met
massamedia (Facebook, YouTube, OOH, …) feedbackmogelijkheid (mailings, telemarketing)
2 PUBLIC RELATIONS (PR) 6 WINKELCOMMUNICATIE
Creëren van goodwill bij stakeholders. Inhoud = Point Of Sales = communicatie op verkoopplaats
bepaald door journalisten. (goedkoper dan reclame) (displays, productdemo’s, reclameborden, manier
van schappen op ooghoogte)
3 SPONSORING
Financiële of materiële ondersteuning voor een 7 ONLINE COMMUNICATIE
evenement of activiteit met als doel Interactief communiceren met de klant met
merkbekendheid genereren. mogelijkheid tot feedback (sociale media, banners,
video ads)
4 MERKACTIVATIE
Consumenten activeren/stimuleren van interesse en
bereidheid tot uitproberen. (Kortingen, coupons,
stalen)
COMMUNICATIE V/D ONDERNEMING
BEDRIJFSCOMMUNICATIE (CORPORATE COMMUNICATION)
Gaat om het bedrijf als geheel. Deze vorm van communicatie is voornamelijk gericht op het kweken van goodwill
en het aan de man brengen van de identiteit van de organisatie. Werkt vooral op imago naast identiteit.
MARKETINGCOMMUNICATIE
Gaat over de communicatie betreffende specifieke merken, producten of diensten van de onderneming. Het
doel is dat mensen een goed idee krijgen over dit aanbod, een goed gevoel en voorkeur voor krijgen.
RELATIE
Bedrijfsnaam (corporate communicatie) = merknaam (marketingcommunicatie) vb.: Unilever (corporate brand*)
Voordeel: hebben meer directe relatie met de klant
Nadeel: wederzijdse invloed bijvoorbeeld bij 1 slechte review, straalt het af op het volledige gamma/merk.
Bedrijfsnaam (corporate communicatie) ≠ merknaam (marketingcommunicatie) vb.: Phillips
Voordeel: geen wederzijdse invloed
Nadeel: minder directe relatie met de klant