Doelgroepen B
Hoofdstuk 1 Kinderen en jongeren met
gedragsproblemen
1. Wat is het verschil tussen:
- gedragsproblemen
- ernstige gedragsproblemen
- gedragsstoornis?
Gedragsproblemen is een relatief concept waarbij een persoon de
heersende normen en regels uit de omgeving overschrijdt. Het is zichtbaar
ongewoon of abnormaal gedrag.
Dit kan voorkomen als reactie op nieuwe situaties, bij bepaalde personen
of leeftijds- of fasegebonden.
Ernstige gedragsproblemen zijn gedragingen waarbij de frequentie, duur,
omvang en mate waarin de persoon zichzelf of de omgeving psychische
schade berokkent. Vb: oppositioneel- opstandelijk gedrag,
aandachtstekortstoornissen, stemmingsstoornissen.
Gedragsstoornis zijn ernstige, langdurende of blijvende problemen die
vaak voorkomen en minder situatiegebonden zijn.
2. Verklaringsmodellen van gedragsproblemen:
a. Wat wordt bedoeld met “biologische factoren” ter
verklaring van gedragsproblemen? Geef 2 voorbeelden
van biologische factoren.
Biologische factoren zijn de factoren binnen het individu. Ze
kunnen biologisch bepaald of erfelijk zijn, zoals temperament,
leeftijd, persoonlijkheid
b. Wat wordt bedoeld met “leerervaringen” ter verklaring
van gedragsproblemen? Geef 2 voorbeelden van
leerervaringen die aan de grondslag liggen van
gedragsproblemen.
Ervaringen waaruit kinderen iets meenemen naar later, zoals
tekort aan aandacht, gebrek aan structuur, overschat of
onderschat worden
Hoofdstuk 2 sociaal-interactioneel model van Patterson
1. Wat bedoelt Patterson met coercive behavior of dwinggedrag?
Lang volgehouden irriterend onaangenaam gedrag om een andere
persoon zodanig onder druk te zetten dat deze niet langer aandringt om
zijn eis of vraag te realiseren
2. Hoe leren kinderen zich manipulatief te gedragen?
, Doordat ze telkens hun zin krijgen door middel van dwinggedrag als
zeuren, klagen, pruilen, woedebuien
3. Wat zijn de oorzaken van overmatig dwinggedrag?
De beperking en de daaropvolgende verdere ondermijning van de
ouderlijke vaardigheden (discipline, overzicht houden, betrokkenheid,
positieve bekrachtiging, problemen oplossen)
Moeilijk temperament van het kind
Gezinssituaties; financiële problemen, echtelijke problemen, scheiding,
stress, depressieve periode, negatieve invloed van grootouders…
4. Vul de nummers van onderstaand schema aan:
(1): dwinggedrag biedt voordeel: onmiddellijke behoeftebevrediging
en vlucht van verantwoordelijkheid
(2): raakt verstoord hele gezin raakt gedesorganiseerd
(3): ontwikkelen inadequaat
(4): laag zelfwaardigheidsgevoel stemmingswisselingen
(5): ontstaat ouderlijke verwerping