Identiteit in diversiteit
ALGEMENE INLEIDING
Inleiding: Identiteit in diversiteit
Identiteit: Mr. Nobody
De superdiversteit waarmee onze samenleving gekenmerkt wordt maakt het dagelijks leven zo
complex dat we soms de neiging hebben om afstand te nemen en geen keuze te maken of geen kleur
te bekennen. Afstand nemen kan niet want je staat er midden in.
• Identiteit wordt opgebouwd doorheen tijd en ervaringen maar had even goed anders kunnen
zijn = identiteit is contingent of toevallig
Diversiteit
Alle mogelijke verschillen die kunnen bestaan tussen mensen die in onze maatschappij samenleven,
op het vlak van gender, huidskleur, sociale achtergrond, seksuele geaardheid, lichamelijke en
verstandelijke mogelijkheden, religie, levensbeschouwing, leeftijd, etniciteit,…”
Al deze diversiteiten maken onze wereld tot een veelkleurige geheel. Vandaar dat alsmaar vaker de
term superdiversiteit gehanteerd wordt om de samenleving te omschrijven
De katholieke dialoogschool
Diversiteit is een meerwaarde voor leerkracht en kind.
De identiteitsdriehoek
De identiteitsdriehoek bestaat uit:
De persoonlijke identiteit: betreft de eigen narratieve, levensbeschouwelijke identiteit (cf.
later)
De professionele identiteit: betreft jouw handelen met kinderen in de klas, tijdens de les als
leerkracht
Camille De Roeck 1 EBAKO B
, De institutionele identiteit: gaat om jouw professioneel handelen in een specifieke school bv.
in een katholieke school
Visie en omgang met diversiteit: vier schooltypes
De mate waarin scholen hun katholieke identiteit belangrijk vinden
De kleurloze school: Deze school heeft weinig of geen aandacht voor de diversiteit en ook
weinig of geen aandacht voor haar katholieke identiteit. Godsdienstlessen zijn hier afgeschaft
omdat men ervan uitgaat dat godsdienst een privézaak is waar de school zich niet mee moet
moeien.
De monoloogschool: Deze school heeft weinig of geen aandacht voor de diversiteit in de
samenleving maar wel heel veel aandacht voor de eigen katholieke identiteit. Katholieke
godsdienst is er dus heel belangrijk maar men houdt geen rekening met anders- of niet-
gelovigen.
De kleurrijke school: Deze school heeft heel veel aandacht voor de diversiteit in de
samenleving maar heeft haar eigen katholieke identiteit losgelaten. Alle godsdiensten
worden op deze school dan ook aangeboden. Dit is de situatie zoals ze in veel scholen van
het gemeenschapsonderwijs geldt.
De katholieke dialoogschool: Deze school heeft maximale aandacht voor de diversiteit in de
samenleving maar blijft bovendien uitgaan van haar eigen katholiek karakter. Men spreekt in
dit verband van identiteit in diversiteit: deze school wil in dialoog gaan met de diversiteit (wil
in de diversiteit gaan staan) om zo haar katholieke identiteit te recontextualiseren
(=aanpassen aan de nieuwe context van de diversiteit). In deze scholen blijft men katholieke
godsdienstlessen geven maar men wil ook aan de noden of verwachtingen van mensen met
een andere godsdienst tegemoet te komen.
De Katholieke dialoogschool
Op het kruispunt van het onderwijs, kerk en samenleving verwelkomt de katholieke dialoogschool
gastrvij iedereen, van welke levensbeschouwelijke of religieuze achtergrond ook. Zonder
uitzondering nodigt ze leerlingen, ouders, personeelsleden en bestuurders uit aan haar
Camille De Roeck 1 EBAKO B
,onderwijsproject mee te werken. Vanuit haar christelijke inspiratie wil ze ieder hiertoe uitdagen,
motiveren en kracht geven
Als katholieke school werkt ze vanuit de grondervaring dat mens en wereld tegelijk gave en opgave
zijn. Gevat in een netwerk van relaties met medemensen, de samenleving en de wereld, is menselijke
vrijheid een gekregen vrijheid, die oproept tot verantwoordelijkheid.
Vanuit dit mens- en wereldbeeld nodigt de katholieke dialoogschool in deze tijd van
levensbeschouwelijk- religieuze veelheid iedereen uit om in dialoog met elkaar opzoek te gaan naar
het volle mens- en medemens zijn.
Het geintegreerd Meersporencurriculum (GMc)
Probleemstelling
Door de maatschappelijke evoluties is er verandering ingekomen.
We onderscheiden 3 verschillende groepen:
Studenten die zich gelovig blijven noemen
Studenten die andersgelovig zijn (BV: Protestants, orthodox, moslim, …)
Studenten die niet gelovig zijn en die geen enkele band hebben met het katholiek geloof
Door geen rekening te houden met de diversiteit in samenleving en de opleiding stellen zich 2
problemen
Het mandaat of de toelating om godsdenst te mogen geven. Éen van de voorwaarde om een
mandaat te kunnen geven is het gedoopt zijn. Anders- en niet gelovigen zijn niet gedoopt,
krijgen dus geen mandaat en mogen geen les geven in het katholiek onderwijs.
De persoonlijkheid van de toekomstige leekracht. In een éénsporig traject worden alle
toekomstige leekrachten gedwongen om de katholieke godsdienst te geven, ongeacht of het
overeenstemt met hun eigen levensbeschouwing.
ZINGEVING
De mens heeft een narratieve identiteit
De mens is een narratief (verhalend) wezen Verhalen spelen een grote rol in de identiteitsvorming
Dit heeft 2 dingens als betekenis
We bouwen onze identiteit op aan de hand van verschillende verhalen in onze omgeving
o Fantasieverhalen
o Waargebeurde verhalen
o …
Uit die verschillende verhalen haal je betekenisvolle elementen bewust of onbewust voor jou
eigen identiteit op te bouwen
Jij bent zelf ook een verhaal voor anderen in je omgeving
Camille De Roeck 1 EBAKO B
, Zingeving
Wat is zingeving?
Zin?
Goesting hebben in/ een verlangen naar?
Verzameling van woorden met betekenis, iets duidelijk willen maken
Richting
Zingeving:
Het leven duiden, betekenis en een richting geven. Zingeven is het antwoord te zoene op zinvragen
Zin zoeken
Even belangrijk als zingeving
Je moet vooronderstellingen en vanzelfsprekendheden durven loslaten en het leven in vraag kunnen
stellen
Zingeving ontstaat bij contrastervaringen
Iedereen stelt verschillende soorten vragen: Materiele vragen, technische vragen, financiele vragen,
juridische vragen, politieke vragen, …
Aspectvragen:
Het zijn allemaal practische aspecten van het gebeuren
Op gewone of feitelijke vragen kan men zakelijk gaan antwoorden met cijfers, … De antwoorden
kunnen afdoende of uitsluitend zijn Ze zijn rationeel en wetenschappelijk onderbouwd
De nabestaande vragen zich verschillende vragen af
Waarom hun dochter/ zoon/ vader/ …. Nu moet sterven
Waarom een geliefde hen nu is ontnomen
Hoe ze nu moeten verder gaan met hun leven
Op zo’n vragen kan er maar niet zo iemand een correct antwoord op geven levensvrgen of
zinvragen. Antwoorden op zo’n vragen hangen af van persoon tot persoon.
Zinvragen onstaan bij contrastervaringen Je maakt zinloosheid en zinvolheid in één gebeuren mee
Soorten zinvragen
Zinvragen die betekenis willen geven aan de werkelijkheid zijn vaak gekoppeld aan 4 verschillende
domeinen van het leven
Domein van dood: De confrontatie met de eindigheid van het leven roept heel veel vragen
op (BV: Waar ga ik naartoe na dit leven? Is de dood definitief het einde?)
Camille De Roeck 1 EBAKO B