Agogische vaardigheden
IK HOOR, SPREEK EN LUISTER
Actief luisteren: De basis van een goede communicatie
Aandachtig luisteren is nodig om te weten te komen wat de ander van jou verwacht. Tonen dat je
luistert is bovendien van essentieel belang om een goede relatie met de ander op te bouwen.
In de eerste plaats moet je je goed kunnen concentreren op je gesprekspartner en niet met jezelf
bezig zijn. Een moeilijkheid is dat je als luisteraar sneller informatie kan verwerken dan wat je te
horen krijgt.
Er zijn 3 cruciale elementen bij actief luisteren:
Empathie
Lichaamstaal
Luistervaardigheden
Empathie: Wat is het?
Empathie:
Iemand is empatisch/ inlevend als hij zich bewust is van andere mensen, de omgeving en de eigen
invloed hierop.
Openstaan voor de leefwereld van de ander. Proberen te ontekken en aan te voelen welke
belevingen en gevoelens in de ander leven.
Empathie: Gevoelens herkennen
Het is belangrijk om gevoelens te herkennen om de andere beter te gaan begrijpen. Wanneer je de
gevoelens gaat benoemen wordt de onderlinge communicatie en relatie verbetert.
Empathie: En jij?
Empathie is de gevoelde betekenissen die bij de ander leven, bij jezelf gewaarworden in je eigen
ervaringsstroom. Pas dan kun je aan de ander ‘teruggeven’ wat je bij hem hebt aangevoeld.
Empathie is moeilijk te trainen. Het heeft te maken met de houding Minder goed begrijpbaar.
Empathie is toch heel belangrijk omdat je de gevoelens en behoeften van andere niet kent
samenwwerken toch steeds moeilijker is.
Camille De Roeck 1 EBAKO B
,Lichaamstaal
Jouw lichaamstaal verklapt immers of je al dan niet interesse hebt in het verhaal van de andere.
Bovendien kan je met je lichaamstaal de andere aanmoedigen om nog meer te vertellen.
De belangrijkste elementen van je lichaamstaal bij actief luisteren, zijn vervat in het acroniem
'SOFTEN':
Smile: Een glimlach op je gezicht nodigt meer uit om te vertellen dan een boze of verveelde
blik. Let wel op dat je dit doet als het past bij de inhoud van het verhaal van de ander.
Open posture: Neem een open houding aan. Ga niet met je armen gekruist zitten of
afgewend van de andere. Zorg dat je ook in je lichaamshouding aangeeft dat je openstaat
voor een gesprek.
Forward lean: Buig in het gesprek lichtjes voorover. Dat geeft een geïnteresseerde indruk.
Onderuit gezakt zitten, geeft net het tegenovergestelde aan.
Touch: Een schouderklopje kan de boodschap geven dat je er voor de ander bent. Doe dit
wel gedoseerd en als je weet dat de ander geen moeite heeft met lichamelijk contact.
Eyecontact: Oogcontact maken (gedoseerd) moedigt de ander aan om verder te vertellen en
toont ook dat je interesse hebt. Iemand regelmatig aankijken maakt duidelijk dat je op hem
gericht bent, dat je aandacht voor hem hebt. Het is heel vervelend te praten tegen iemand
die de hele tijd uit het raam zit te kijken; die meer het plafond of zijn eigen schoenen lijkt te
bestuderen dan jouw gezicht.
Nod: Af en toe eens knikken, moedigt de andere aan om te vertellen. Moedig de verteller
aan door te gaan. Reacties als ‘hmm’, ‘jaja’, … zijn een teken dat je luistert. Af en toe knikken,
een gebaar maken, verbaasd kijken, wenkbrauwen fronsen, ja zeggen, … zijn kleine
aanmoedigingen die de ander aan de praat houden.
Luistervaardigheden
Actief luisteren vraagt ook een aantal specifieke vaardigheden. Die luistervaardigheden zijn
belangrijk en kan je ook trainen om er beter in te worden.
Luisteren:
Luisteren is uiteraard de eerste vereiste. De ander de nodige tijd en ruimte geven om zijn
verhaal te doen en daar met de nodige aandacht naar luisteren is het vertrekpunt.
Doorvragen:
Vraag verduidelijking als je iets niet begrijpt.
Beperk je in eerste instantie tot vragen die betrekking hebben op hetgeen verteld wordt:
“Hoe bedoel je precies?”, “Kan je daar wat meer over vertellen?”, “Kan je daar een voorbeeld
van geven?”.
Vraag gerust door. Als iemand je iets vertelt, heeft zijn verhaal altijd een bepaalde betekenis
voor hem. Fijn of vervelend; ziet ertegenop of ziet ernaar uit…. Het getuigt van interesse om
Camille De Roeck 1 EBAKO B
, hiernaar te vragen: “Hoe voelde je je daarbij?”, “Wat deed jou dat?”. Omgekeerd kan het ook
gebeuren dat iemand alleen maar vertelt hoe vervelend hij iets vond, zonder er precies bij te
vertellen wat er is gebeurd. Ook dan kan je als luisteraar vragen stellen. Luisteren is meer
dan verwoorden wat iemand zegt; luisteren moet leiden tot begrijpen wat iemand bedoelt.
Je moet je dus actief verdiepen in de inhoud én de emotionele betekenis van het verhaal.
Jouw vragen moeten wel geen ‘uithoren’ worden.
Samenvatten:
Vat af en toe eens samen. Om de lijn van het verhaal vast te houden en om orde aan te
brengen (vb. bij een lang verward verhaal, van de hak op de tak springen) is het goed af en
toe samen te vatten. Je doet dit best op momenten van ‘stilte’, een adempauze in het
verhaal. Onderbreken doe je enkel als het té verwarrend wordt. In jouw samenvattingen mag
je niet jouw eigen interpretaties of jouw eigen mening geven.
Reflecteren:
Ook zal een goede luisteraar geregeld reflecteren. Dat betekent dat je in eigen woorden het
gevoel van de ander weergeeft. Voorbeeld: “Je voelt hier veel voldoening over, als ik je goed
begrijp” of “Je bent erg boos”. Het is belangrijk om dit te doen: niet ingaan op gevoelens zou
kunnen overkomen als ongeïnteresseerdheid. De reflectie moet recht doen aan de intensiteit
van de gevoelens: niet te sterk, maar ook niet te zwak. Als iemand stevig baalt, is de juiste
reflectie: “Je vindt dat wel heel erg”. Te zwak is: “Je bent kennelijk niet zo vrolijk”, terwijl “Je
gaat ongeveer dood van verdriet” weer te sterk is.
Dus actief luisteren is…
Goed luisteren:
Je bent zodanig gericht op de ander, dat deze de gelegenheid krijgt en gestimuleerd wordt om mee
te delen wat voor hem werkelijk van belang is.
Goed luisteren geeft iemand de rust en de ruimte om te vertellen wat hem bezighoudt. Het verhaal
moet niet onderbroken worden door allerlei veronderstellingen of interpretaties van een
ongeduldige luisteraar, die al na drie woorden begrepen denkt te hebben wat er aan de hand is; die
dan afkomt met allerlei goedbedoelde adviezen, raadgevingen en geruststellingen die vaak voorbarig
zijn.
Goed luisteren stimuleert de ander ook tot verder vertellen. Om dat effect bij iemand te bereiken,
moet je je als luisteraar ‘actief’ opstellen. Je moet laten merken dat je geïnteresseerd bent. Zowel uit
je verbale als je non-verbale reacties moet op te maken zijn dat je aandacht voor de ander hebt.
Goed luisteren houdt dus een passieve openheid in waarin de ander ruimte krijgt en tegelijk
een actieve ingesteldheid die de ander stimuleert om die ruimte ten volle te benutten.
Soms lukt actief luisteren niet
Verschillende factoren kunnen je belemmeren om actief te luisteren.
Materiële omgeving, andere geluiden, veel mensen, visuele prikkels, enz.
Gebrek aan luisterbereidheid: motivatie om te luisteren. Dit kan te maken hebben met de
relatie tot de spreker, je eigen betrokkenheid op de boodschap, de sfeer van het gesprek.
Gebrek aan luistervaardigheid (concentratie, aandacht voor non-verbale signalen).
Eigenschappen van de spreker: spreektempo, stemkleur, voorkomen, enz.
Camille De Roeck 1 EBAKO B