Samenvatting TAB 3.1 Wildiers
Klinisch Redeneren
Redeneren = praten, argumenteren, discussiëren, betoog houden, beraadslagen, overleggen,
overwegen… = werkwoord
Klinisch redeneren is het continue proces van gegevensverzameling en analyse gericht op de vragen
en problemen van een individu en diens naasten, in relatie tot ziekte en gezondheid. Klinisch
redeneren omvat risico-inschatting, vroeg signalering, probleemherkenning, interventie en monitoring.
• niet op gevoel
• bij elke patiënt
• een belangrijke en professionele manier van denken
• theoretische kennis en kunde staan centraal in het denkproces
• denkproces met 3 O’s: Observeren, Ordenen, Oordelen
1. Observeren: Waarnemen van bv.: klachten, labo-uitslagen (indien aanwezig), klinische
symptomen, kijken ...
Kijken:
• Gedrag, lichaamshouding, beweging, kleur, zweten, mimiek, oogcontact, stem, ademhaling, geur
Hongeroedeem
• Oedeem
= een verstoring van de waterhuishouding.
= een opzwelling van lichaamsdelen door vochtophoping.
= een verschijnsel dat bij verschillende ziektes kan optreden.
• Hongeroedeem
= door een eiwittekort (slechte of eenzijdige voeding)
= verlies van eiwit uit het bloed geeft een verstoring van de waterhuishouding.
wegvallen van de colloïd-osmotische druk
hierdoor kan er geen vocht meer weggezogen worden uit de weefsels (hongerbuikjes)
1
,3 redeneervragen:
1. Wat heeft de patiënt? = diagnosestelling: taak arts maar de verpleegkundige denkt mee (meer tijd
doorbrengen bij patiënt)
2. Hoe gaat het met de patiënt? Waar ligt de zorgbehoefte?
• op mentaal vlak
• op lichamelijk vlak
• op persoonlijk vlak vb.: zelfzorg
3. Wat ga jij als verpleegkundige voor deze patiënt doen?
2 en 3 zijn heel verpleegkundig gericht
2. Ordenen:
Rangschikken van observaties, hierbij kunnen enkele vragen een handig hulpmiddel zijn:
✓Wat is het probleem juist?
✓Is er een link aanwezig tussen de verschillende problemen?
✓Wat heb ik juist waargenomen bij de patiënt?
Verschillende mogelijkheden
• SBAR
• EWS - AVPU-score
• SIRS-criteria
• Glasgow comascore
• FAST-test
• ABCDE = in het kader van de Advanced Trauma Life Support cursus en wordt nu wereldwijd door
zowel leken als professionele hulpverleners toegepast.
SBAR: EX
• Situation, Background, Assessment, Recommendation
• Oorsprong in Amerika en vertaald naar de Nederlandse / Belgische situatie.
• Methode om de communicatie over een patiënt tussen verschillende hulpverleners te verbeteren.
• Een praktische checklist voor een dagelijkse toepassing aan.
• Eenduidig, consequent en snel communicatiemiddel
Voordelen
• Brengt structuur in de overdracht
• Het resultaat van de communicatieverbetering is mede een betere multidisciplinaire samenwerking
en een verbetering van de patiëntveiligheid.
Toepassing
Eerst schriftelijke notities te maken in de SBAR-vorm. Vervolgens kan je aan de hand van je notities
mondeling andere zorgverstrekkers informeren of toelichten. Oefening baart kunst.
2
,Het wordt gebruikt om de actuele gezondheidstoestand van de patiënt in kaart te brengen.
Situation (situatie, probleem):
• patiëntengegevens
• wat is het probleem?, de mentale en fysieke gezondheidstoestand
• hoe presenteert de patiënt zich op de dienst (vervoer, alleen of vergezeld van …)
Backgroud (achtergrond, voorgeschiedenis):
• bestaande of eerder doorgemaakte ziekten, allergieën, vroegere of huidige behandelingen,
zwangerschap, medicatie, afgesproken DNR-beleid ….
Assessment (beoordeling van actuele / verwachte problemen)
• meting vitale parameters
• beschrijving van de pijn
• indien reeds beschikbaar recente uitslagen van onderzoeken
• inschatting maken van de urgentie (mogelijke hulpmiddelen: triagescore van de dienst, EWS-score)
Recommendation (aanbeveling)
• Geef aan wat jij welke acties is nodig zijn en binnen welke termijn.
• Extra (Readback) : herhaal de afspraken en noteer in het dossier (juridische in orde te zijn)
Voorbeeld 1:
S: Mevrouw Jacobs, vrouw van 50 jaar, haar rechter been is opgezwollen, pijnlijk, warm, cyanotisch
gekleurd, geen pulsaties meer ter hoogte van de A. dorsalis pedis en een positief teken van Homans.
B: Er is ene melanoom verwijderd en heeft perfusiebehandeling gehad. Ze krijgt Fraxiparine en heeft
bedrust.
A: Ik denk dat ze een DVT heeft. Ik heb ze al pijnstilling gegeven en de parameters genomen.
R: Moet er nog een bloednamen worden gedaan voor de D-dimeren (=afbraakproduct klonter)?
Pijnstilling geven? Zijn er nog andere OZ nodig? Wanneer kan u langskomen? Wanneer moet ik u
terugbellen? ALLES noteren!
Voorbeeld 2:
S: Meneer Davids, man 87 jaar en werd bewusteloos gevonden, zweterig, niet aanspreekbaar.
B: Recente heupoperatie gehad, DM type 2 met insuline, hypertensie.
A: Ik denk dat hij een keto-acidose heeft. Ik heb de parameters en zijn glycemie al genomen, urine
getest en het arterieel bloedgas is normaal.
R: Wanneer kan u langskomen? Moeten er nog onderzoeken gedaan worden?
3
, ISBARR:
• ISBARR staat voor Identification, Situation, Background, Assessment, Recommendation en
Readback
• Identification:
✓ Identificeer jezelf, je locatie en / of dienst vanwaar je belt.
✓ Identificeer de patiënt a.d.h.v. zijn voornaam, naam en geboortedatum en de reden van je melding.
• Readback: Herhaal het mondelinge of telefonisch order en noteer dit zo snel mogelijk in het
patiëntendossier.
SBAR:
= een vaste opeenvolging van stappen
= waarin alle communicatie verloopt.
= vb: briefing bij shiftwissels
ISBARR = voor het mondeling of telefonisch doorgeven van onderzoeken, orders of laboresultaten
EWS-score:
• Fysiologische veranderingen in de kliniek van een gehospitaliseerde patiënt op een standaard
verpleegeenheid (SVE) worden dikwijls om verschillende redenen gemist of verkeerd geïnterpreteerd.
• een eenvoudig scoresysteem = Early Warning Score gekoppeld aan een interventie, om mogelijks
kritische patiënten op een verpleegeenheid op te sporen of om patiënten te identificeren die risico
zouden lopen op een cardiorespiratoir arrest.
• Ongerustheid toestand patiënt = 1 punt extra (klinisch oog)
• Urineproductie <75ml gedurende de afgelopen 4 uur = 1 punt extra
• Indien saturatie <90% ondanks therapie = 3 punten extra
• Bij 3 punten of meer: arts waarschuwen
AVPU: awake, verbal, pain, unresponsive
-A: de patiënt is wakker
-V: de patiënt communiceert op verbale stimulatie
-P: de patiënt communiceert op een pijnlijke stimulatie
-U: de patiënt communiceert niet
SIRS-criteria:
SIRS = Systemic Inflammatory Response Syndrome
Niet enkel door infectie maar mogelijk ook door:
• operatie
• trauma
• brandwonde
• myocardinfarct
4