Dit document bevat mogelijke examenvragen voor het vak ecologie. Dit zijn niet persé de examenvragen, maar het is wel een goede voorbereiding op het examen.
Voorbeeld examenvragen reeks 2
Hoofdstuk 1 t.e.m. 5
Zijn deze stellingen juist, fout of beide? Argumenteer.
Stelling 1
Voor een eurytoop organisme is een zwaar metaal zoals
cadmium nooit toxisch.
JUIST/ FOUT / BEIDE
Een eurytoop organisme is een soort met over het algemeen weinig uitgesproken
voorkeur voor zijn habitat.
Een eurytoop organisme heeft dus een grote tolerantie (breede tolerantiecurve),
het “kan veel verdragen”. Maar het kan niet alles verdragen (de tolerantiecurve
is niet eindeloos): hoe groot de tolerantie is, voor sommige condities of bronnen
zal er toch een minimum en/of maximum zijn. Bijvoorbeeld veel planten kunnen
heel koude (of warme) temperaturen verdragen, maar onder het vriespunt, als
het water begint te bevriezen, zou dat voor heel veel planten nefast zijn.
Maar niet persé groot voor alle bronnen of condities: er bestaan mogelijke
condities waarvoor nog wél nog een héél kleine tolerantie maar voor is.Typisch
zijn zware metalen zo een conditie: slechts héél weinig plantensoorten hebben
daar een ietwat brede tolerantiecurves voor.
Het zinkviooltje (zie afbeelding vraagstelling) is een uitzondering. Dat is een van
de weinige gekende planten die zich hebben aangepast en dus een best wel hoge
concentraties aan zink kan verdragen.
Het antwoord is fout want het is niet omdat een organisme eurytoop is dat het
dan alle condities, in dit geval zware metalen, kan verdragen.
Stelling 2
Dat een boomsoort een licht- of een schaduwboomsoort is, is een adaptatie,
“gestimuleerd” door te veel overlappende ecologische niches.
JUIST/ FOUT/ BEIDE
Een lichtboomsoort gedijt heel goed in een lichte omgeving, maar kan niet
overleven in weinig licht. Lichtboomsoorten kunnen enkel bij veel/ voldoende
licht aan fotosynthese doen. Een schaduwboomsoort kan goed gedijen in
schaduw. Deze boomsoort kan met weinig licht aan fotosynthese doen,
bijvoorbeeld door de structuur van hun bladeren (al is de totale productie lager).
De ecologische niche is de verzameling van alle “optimale voorwaarden” voor
bronnen en condities, waarbij een soort haar optimale fitness (succes om voort te
planten) bereikt. Optimale temperatuur, genoeg water, voedsel, licht, ruimte etc.
…
, De ecologische niche ligt dus
binnen een “gebied” gevormd
door alle tolerantiegrenzen
samen. Wiskundig spreekt men
over een “n-dimensionaal
hypervolume”, met n het
aantal bronnen en condities.
Als een soort (soort A) zich
aanpast (adaptatie) om bij
minder licht ook aan
fotosynthese te kunnen doen,
verlaagt de soort de
ondergrens (minimum
hoeveelheid aan licht dat hij
nodig heeft) van zijn
“lichttolerantie”, waardoor zijn
totale tolerantie (en dus
ecologische niche voor deze
bron) breder/groter wordt en
dat er minder kans is dat deze
zal overlappen met andere
soorten (soort B). Als er minder
overlappende ecologische
niche door adaptatie is, is er
minder concurrentie van de
andere soort (soort B) en bijgevolg is er een hogere fitness (soort A).
De stelling is juist want adaptatie kan dus inderdaad gestuurd zijn door
concurrentie om een bron.
Stelling 3
Hoe meer een plant eigenschappen ontwikkelt die hem beschermen tegen grote
hitte (zoals in héél warme klimaten), hoe hoger de fitness van die plantensoort
op die plek.
JUIST/ FOUT/ BEIDE
Vele planten passen zich aan in warmere klimaten aan de hand van bijvoorbeeld
doorns en stekels, kleinere bladeren, de oriëntatie ten opzichte van de zon
veranderen en een dikke waslaag op de huid verminderden of remmen het
opwarmen van de plant. Dit is deels ter bescherming tegen grote hitte (bij hoge
temperaturen verlopen biochemische reacties minder goed of vallen ze stil,
eiwitten denatureren, …).
Maar in belangrijke mate zijn veel van deze aanpassingen ook om te vermijden
dat er, door de hitte, te veel water uit de plant verdampt (en de plant dus geen
fotosynthese meer kan doen). Ontwikkeld een plant enkel ter bescherming tegen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur juliesevereyns. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.