Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Internationaal belastingrecht (IBR) samenvatting incl voorbeelden €6,59   Ajouter au panier

Resume

Internationaal belastingrecht (IBR) samenvatting incl voorbeelden

 117 vues  20 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Voor studenten van de Hanzehogeschool Groningen die het vak Internationaal belastingrecht in jaar 3 van de opleiding Finance, Tax and Advice volgen.

Dernier document publié: 2 année de cela

Aperçu 4 sur 31  pages

  • Oui
  • 22 janvier 2022
  • 3 février 2022
  • 31
  • 2021/2022
  • Resume
avatar-seller
Bronnen IBR
Nationaal recht
Bepaalt de verhouding tussen regels van nationaal en internationaal recht.

Regels die heffingsrecht doen ontstaan
Wet IB of Wet VPB
Binnenlands of buitenlands belastingplichtig?
 Binnenlands = iemand die woont of iets dat is gevestigd in NL
- Art 4 AWR (woonplaatsbeginsel)
Naar omstandigheden beoordeeld
Persoon  centrum van levensbelangen
Lichaam  plek waaruit feitelijke leiding wordt gegeven
 Buitenlands = inkomsten uit Nederlandse bron geniet, maar niet in Nederland woont

Regels die heffingsrecht beperken
Alleen mensen met een bepaalde connectie met Nederland kunnen belastingplichtig zijn.
Soms sprake van dubbele belastingheffing
 Besluit voorkoming dubbele belasting
- Komt pas aan bod als er geen verdrag is!
Vaak is er wel verwijzing van een verdrag naar het besluit
- Eenzijdig  burger heeft geen inspraak
 Belastingregeling voor het Koninkrijk (BRK)
- Rijkswet over de verdeling van de heffing ter voorkoming van dubbele belasting
- Gaat vóór Nederlandse wet (incl. grondwet)
- Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten
- Voor Nederland aparte regeling  géén wet, maar algemene maatregel van
bestuur = voorkoming dubbele belasting tussen BES-eilanden en Nederland

Internationaal recht
Multilaterale verdragen = verdragen tussen > 2 landen.

Bilaterale verdragen
= verdragen tussen 2 landen.
Verdrag alleen toewijzing over heffingsbevoegdheid, géén heffingsrecht.
Heffingsrecht = nationale wetgeving.

OESO-Modelverdrag
Als basis voor bestaande verdragen.

Heffingsbeginselen
Persoonlijke heffingsbeginselen
Sluiten aan bij belastingsubject.
Heffing over wereldinkomen.
 Woonlandbeginsel = heffen o.b.v. woonplaats.
 Nationaliteitsbeginsel = belastingplicht koppelen aan nationaliteit.

Zakelijke heffingsbeginselen
Sluit aan bij belastingobject.
Slechts heffing over inkomen van dat grondgebied.
Bronlandbeginsel / situsbeginsel = heffen ter zake van activiteiten die niet-onderdanen op
grondgebied ontplooien.


1

,Economisch of juridisch dubbele belasting
 Economisch = bij 2 subjecten t.a.v. hetzelfde object wordt er belasting geheven.
- Nederlandse BV ontvangt dividend uit China. China wil 15% dividendbelasting
heffen en Nederland wilt over dezelfde dividenden 25,8% vennootschapsbelasting
heffen.
 Juridisch = bij één subject t.a.v. één object wordt belast door 2 heffingsbevoegde
instanties.
- BV A houdt als belegging 1% in nominaal gestorte kapitaal van BV B. BV B
behaalt over 2021 een aanzienlijke fiscale winst en deze winst uit te keren. Deze
winst wordt eerst bij BV B belast. Dezelfde winst wordt daarnaast ook als
ontvangen dividend belast bij BV A.

Methoden ter voorkoming van dubbele belasting
Voorbeeld:
Thorn heeft een belastbaar inkomen van €50.000.
In Nederland wordt tegen het progressieve tarief geheven.
€10.000 van de €50.000 is verdiend in het buitenland. In het buitenland wordt er nogmaals
over €10.000 belasting geheven.

Objectvrijstelling
 Bestanddeel van inkomen wordt buiten belastbare grondslag gehouden
- Gericht op belastbaar inkomen
In bovenstaande voorbeeld zou het Nederlands belastbare inkomen dan €40.000 (50-10) zijn
en €10.000 belastbaar inkomen in het buitenland.
Verschuldigde belasting in Nederland: €10.000*0,3 + €20.000*0,4 + €10.000*0,5 = €16.000
Verschuldigde belasting in buitenland: €10.000 * 0,4 = €4.000
Netto-inkomen = €50.000 -/- €16.000 -/- €4.000 = €30.000

Belastingvrijstelling
 Korting op verschuldigde belasting
1. Eerst verschuldigde belasting over wereldinkomen berekenen
€10.000*0,3 + €20.000*0,4 + €20.000*0,5 = €21.000
2. Recht vrijstelling over buitenlandse inkomen
Formule = (buitenlands inkomen/belastbaar wereldinkomen) * verschuldigde
Nederlandse belasting over wereldinkomen
€10.000/€50.000 * €21.000 = €4.200
3. Nederlandse inkomstenbelasting verschuldigd
€21.000 -/- €4.200 = €16.800

Daarnaast is er in het buitenland ook nog belasting verschuldigd, namelijk €10.000*0,4 =
€4.000
Netto-inkomen = €50.000 -/- €16.800 -/- €4.000 = €29.200

 Vrijstelling tegen gemiddelde tarief over belastbare inkomen (objectvrijstelling tegen
marginaal tarief)
 Verliezen komen direct tot uitdrukking in het belastbare inkomen (objectvrijstelling
niet)

Belastingverrekening
 In buitenland betaalde belasting in mindering op het belastbare inkomen in Nederland
verschuldigde belasting




2

,In voorbeeld:
Over €50.000 belasting verschuldigd. €10.000*0,3 + €20.000*0,4 + €20.000*0,5 = €21.000
Buitenlandse inkomen geeft recht op belastingverrekening ter grootte van in buitenland
verschuldigde belasting. €10.000*0,4 = €4.000.
Per saldo is hij dus €21.000 -/- €4.000 = €17.000 Nederlandse belasting verschuldigd.
Netto-inkomen = €50.000 -/- €17.000 -/- €4.000 = €29.000
 Belastingplichtige is niet beter/slechter af bij verwerving van deel van zijn inkomen in
buitenland t.o.v. uitsluitend inkomen in Nederland

Kostenaftrek
 In het buitenland geheven belasting mag bij de bepakring van het Nederlandse
belastbare inkomen afgetrokken worden
In het voorbeeld:
Belasting over inkomen in buitenland verschuldigd: €10.000 * 0,4 = €4.000.
Belasting over inkomen in Nederland verschuldigd: €50.000 -/- €4.000 = €46.000.
€10.000*0,3 + €20.000*0,4 + €1+.000*0,5 = €19.000 belasting verschuldigd in Nederland.
Netto-inkomen = €50.000 -/- €19.000 -/- €4.000 = €27.000

 Bij kostenaftrek wordt de verschuldigde buitenlandse belasting van het gehele
inkomen afgetrokken (Objectvrijstelling = buitenlandse inkomensdeel afgetrokken)


Internationale bepaling wet IB
Van wie IB geheven?
Art 2.1 lid 1 Wet IB
 In Nederland wonen (binnenlands)
 Niet in Nederland wonen, maar wel Nederlands inkomen genieten (buitenlands)

Woonplaats
Art 4 lid 1 AWR
“naar omstandigheden beoordeeld”

Beoordelingscriteria woonplaats
 Staat waar men over duurzaam tehuis beschikt
 Staat waarmee persoonlijke/economische (arbeid) banden het sterkst zijn
 Staat waar betrokkende gewoonlijk verblijft
 Staat waar vermogen van betrokkene wordt beheerd
 Staat waarvan betrokkende nationaliteit bezit

Fictiebepalingen woonplaats
Art 2.2 Wet IB.
‘Woont niet werkelijk in Nederland, maar toch geacht in Nederland te wonen’
 Remigratie binnen jaar
 Dienstbetrekking bij staat
 Partner/kind van iemand met dienstbetrekking bij Staat
 Binnenlands belastingplichtig – wereldinkomen
Vaak sprake van beperkte binnenlandse belastingplicht (bijv. aangehouden onroerende zaak
in betreffende staat NL). Werkelijk woont iemand namelijk waarschijnlijk in andere staat UK.

Binnenlandse belastingplicht
Gehele inkomen, waar ook ter wereld verdiend (wereldinkomen) wordt in Nederlandse
inkomstenbelastingheffing betrokken.
Regelingen begin en einde binnenlandse belastingplicht


3

,  Art 3.61 Wet IB
Eindafrekening als iemand ophoudt winst uit binnenlandse onderneming te genieten
 Art 3.83 lid 1 Wet IB
Iemand houdt op binnenlands belastingplichtig te zijn (anders dan door overlijden).
Hierdoor vallen pensioenaanspraken in box 1 onmiddellijk voor het beëindigen van
binnenlandse belastingplicht.
 Art 3.83 lid 2 Wet IB
Vergelijkbaar met lid 1, alleen hier gaat het om pensioen ondergebracht bij een
lichaam
 Art 3.136 Wet IB
Iemand houdt op binnenlands belastingplichtig te zijn (anders dan door overlijden).
Hierdoor vindt een correctie inzake lijfrentepremies plaats.
 Art 4.16 lid 1 onder h Wet IB
Als iemand ophoudt binnenlands belastingplichtige te zijn.
Hierdoor wordt geacht het aanmerkelijk belang te hebben vervreemd.
- Waarde economisch verkeer als vervreemdingsprijs
 Art 4.25 Wet IB
Iemand komt in Nederland wonen en heeft aandelen in buitenlandse vennootschap.
- Waardebepaling van aandelen tegen waarde economisch verkeer
 Art 5.2 lid 3 Wet IB
Tijdsevenredige box 3 heffing (dus bijvoorbeeld 3 maanden van een jaar, als diegene
op 1 oktober in Nederland komt wonen.

Buitenlandse belastingplicht
O.g.v. bronlandbeginsel belast Nederland niet het hele inkomen van een niet in Nederland
woonachtig persoon. Slechts het gedeelte van het inkomen dat uit Nederlandse bronnen
afkomstig is.
Art 7.1 Wet IB
 Belastbaar inkomen uit werk en woning in Nederland
 Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang in een in Nederland gevestigde
vennootschap
 Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen in Nederland

Belastbaar inkomen uit werk en woning in Nederland
 Belastbare winst uit Nederlandse onderneming (art 7.2 lid 2-a Wet IB)
Voordelen die worden verkregen via een vaste inrichting/vaste vertegenwoordiger.
- Artiesten & sporters  fictie dat hun werkzaamheden in Nederland als vaste
inrichting kwalificeren (art 7.2 lid 3 Wet IB)
 Belastbaar loon in Nederland verrichte arbeid (art 7.2 2-b Wet IB)
- Dienstbetrekking
 Belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden (art 7.2 lid 2-c Wet IB)
 Belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen (art 7.2 lid 2-d Wet IB)
- Alleen als deze in het verleden ten laste van Nederlandse winst zijn gebracht
 Rechten op periodieke uitkeringen en verstrekkingen van publiekrechtelijke aard (art
7.2 lid 2-e Wet IB)
 Belastbare inkomsten uit eigen woning in Nederland (art 7.2 lid 2-f Wet IB)
- Als de eigen woning als hoofdverblijf kwalificeert in buitenland, dan géén recht op
renteaftrek eigenwoninglening in Nederland.
Let op!: uitzondering art 7.8 Wet IB
 Negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen (art 7.2 lid 2-g Wet IB)




4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur HanzeFTA. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,59. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

78998 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,59  20x  vendu
  • (0)
  Ajouter