Samenvatting artikelen en hoorcolleges Pedagogische vraagstukken rondom polarisatie
4 vues 0 fois vendu
Cours
Pedagogische Vraagstukken Rondom Polarisatie
Établissement
Universiteit Utrecht (UU)
Ik heb de hoorcolleges uitgewerkt en een aantal studievragen en opleggers van artikelen samengevat. Namelijk van deze artikelen:
Dekker, P., Den Ridder, J., Bovens, M., & Tiemeijer, W. L. (2014). Polariseert Nederland?: Ontwikkelingen in politiek-culturele tegenstellingen. Gescheiden werelden?, 10...
WEEK 1 – Dekker, Bakker & Merry
Dekker et al. (2014) – Polariseert Nederland?
Oplegger
1. Wat is de vraag/het probleem?
De toenemende polarisatie in Nederland; is er meer politiek-culturele verdeeldheid in de
bevolking ontstaan? Zijn politiek-culturele verschillen tussen bevolkingsgroepen groter
geworden? Is de samenhang van politieke voorkeuren met zelfvertrouwen sterker geworden?
Zijn we vaker gaan denken dat er grote tegenstellingen bestaan?
2. Op welke manier wordt er een antwoord gezocht op de vraag?
Aan de hand van enquêtedata willen ze de leidende vragen beantwoorden. Er zijn
bevolkingsenquêtes gebruikt van twee langlopende onderzoeken: het onderzoek Progressiviteit
en conservatisme uit 1970 en de Nationale Kiezersonderzoeken van 1986 tot en met 2012. Op
dat eerste onderzoek zijn onderzoeken gebaseerd namelijk de Culturele veranderingen in
Nederland van 1975 tot en met 2012/13. Deze onderzoeken zijn gebruikt om een antwoord te
geven op de vraag die onderzocht wordt. Dit is een statistische analyse van gegevens.
3. Hoe verhoudt de vraag zich tot het thema/onderwerp van het bijbehorende hoorcollege?
In het hoorcollege kwam polarisatie aan bod. We bespraken of er sprake is van polarisatie en dat
wordt in dit artikel ook uitgebreid onderzocht aan de hand van statistische gegevens. De
auteurs nemen geen standpunt in maar onderzoeken objectief. In het hoorcollege probeerden
we ook objectief te kijken of Nederland polariseert of juist niet.
Onderscheid = er zijn verschillen tussen groepen (differentiatie).
Scheidslijn =
Representatie: in de media is veel aandacht voor de verschillen.
Identificatie: er worden ook verschillen ervaren tussen mensen.
In dit onderzoek wordt gekeken naar of er verschillen zijn; onderscheid. Scheidslijn komt in dit
artikel niet echt aan bod.
4. Wat zijn de bevindingen van de auteur(s)?
Dat polarisatie in die tijd nog niet echt toenam, maar dat polarisatie wel reden tot zorg is en dat
het georganiseerd moet worden.
Is er meer politiek-culturele verdeeldheid in de bevolking ontstaan?
Er is in de afgelopen decennia geen veelomvattende politiek-culturele polarisatie ontstaan.
Er zijn over de hele linie gezien geen toenemende tegenstellingen tussen individuele
Nederlanders. Als het gaat over oude kwesties uit de Nederlandse politiek zoals euthanasie
zien de auteurs juist een depolarisatie. Als het gaat om politiek zelfvertrouwen zien ze wel
een polarisatie. Ook bij de Europese eenwording is een polarisatie te zien maar bij de
multiculturele samenleving juist weer een depolarisatie.
Zijn politiek-culturele verschillen tussen bevolkingsgroepen groter geworden?
Op basis van de onderzoeken is er wel een aanleiding om polarisatie tussen
bevolkingsgroepen te zien. Vrouwen worden bijvoorbeeld nog linkser en laagopgeleiden
rechtser. Ouderen zijn meer voor nivellering. Er zijn echter ook depolarisaties te zien waarin
bevolkingsgroepen dichter naar elkaar toe komen.
Is de samenhang van politieke voorkeuren met zelfvertrouwen sterker geworden?
Er is geen algehele versterking van de samenhang tussen inhoudelijke tegenstellingen en
tegengestelde houdingen tot de politiek. Wel is te zien dat de nieuwe politieke
tegenstellingen en discussies wel samenhangen met politiek zelfvertrouwen en de oude
politieke tegenstellingen juist niet.
Zijn we vaker gaan denken dat er grote tegenstellingen bestaan?
Nederlanders zijn in de afgelopen decennia minder politieke polarisatie gaan zien maar wel
vaker sociale tegenstellingen. Er zijn echter te weinig gegevens om te concluderen dat
mensen echt meer tegenstellingen denken te zien.
Polariseert Nederland?
Er zijn op verschillende vlakken polariserende al dan niet depolariserende effecten te zien. Er
is meer sprake van een scheidslijn dan dat er onderscheid is. De verschillen worden meer
ervaren dan dat ze er daadwerkelijk zijn.
5. Welke centrale begrippen/theorieën worden er in het artikel gebruikt/besproken?
Politiek zelfvertrouwen: mate waarin je als burger het gevoel hebt dat je iets bij brengt in
de politiek
Pro-nivellering: voor het streven naar gelijkheid
Antiautoritarisme (stijging antiautoritaire voorkeuren): tegen autoritair beleid, meer
neiging naar democratische benadering
Links-rechts zelfplaatsing: waar iemand zichzelf beschouwt, links of rechts
1
, Polarisatie: verscherpen van tegenstellingen tussen twee groepen
Studievragen
1. Dekker en Den Ridder beschouwen polarisaties als “een verbreding van tegenstellingen”
(p.104) Wat bedoelen zij hiermee?
Met polarisatie als een verbreding van tegenstellingen bedoelen Dekker en Den Ridder dat:
- … er een toenemende verdeeldheid in de gehele bevolking komt. Individuen gaan zich
gemiddeld meer van elkaar onderscheiden.
- … er toenemende verschillen in gemiddelde posities van bevolkingsgroepen komen. Er komt
meer homogeniteit binnen deze groepen.
- … er een sterker wordende samenhang komt tussen politiek-culturele tegenstellingen.
2. Welke onderzoeksvragen willen Dekker en Den Ridder beantwoorden?
Zie oplegger vraag 1.
3. Geef in eigen woorden weer wat het verschil tussen de eerste en de tweede onderzoeksvraag is.
Bij de eerste deelvraag gaat het over individuele Nederlanders. Zijn er meer verschillen tussen
hen gekomen of is er meer verdeeldheid ontstaan? Scheidslijn; identiteit. Hoe ervaren mensen
het?
Bij de tweede deelvraag gaat het over bevolkingsgroepen. Zijn de verschillende
bevolkingsgroepen in Nederland verder uit elkaar gedreven? Zijn de verschillen die er sowieso al
waren groter geworden? Hierin gaat het om groepen bij wie er echt verschillen al zijn,
bijvoorbeeld mannen en vrouwen, jongeren en ouderen, hoger en lager opgeleiden enz.
Onderscheid; daadwerkelijke verschillen, meer objectief.
4. Dekker en Den Ridder maken in hun onderzoek gebruik van enquêtedata. Wat zijn
enquêtedata? Hebben Dekker en Den Ridder zelf respondenten benaderd?
Enquêtedata is data die uit enquêtes is verzameld. Ze hebben bevolkingsenquêtes gebruikt van
twee langlopende onderzoeken; dus niet zelf verzameld.
5. Wat is het verschil tussen een beschrijvend of een verklarend onderzoek? (Let op: het antwoord
op deze vraag is niet in het artikel te vinden)
Een beschrijvend onderzoek kan bv inzicht geven in grootte van de markt, hoeveelheid
concurrenten en verschillende marktsegmenten die er zijn. Een verklarend onderzoek gaat om
“waarom vragen”. Er wordt bv onderzocht welke variabelen invloed hebben op de markt en hoe
die elkaar beïnvloeden.
6. Is het onderzoek van Dekker en Den Ridder een beschrijvend of een verklarend onderzoek? Leg
uit.
Een beschrijvend onderzoek, aangezien ze niet in gaan op de “waarom vraag”.
7. Welke antwoorden vinden Dekker en Den Ridder op de gestelde onderzoeksvragen?
Zie oplegger vraag 4.
8. In de conclusie wordt vermeld: “We onderzochten polarisatie uitsluitend als kenmerk van de
opgetelde opvattingen en houdingen van individuen en niet als iets wat politiek en
maatschappelijk speelt in de interactie van burgers, in de media en in relaties tussen partijen en
maatschappelijke verbanden” (p. 125) Wat wordt hiermee bedoeld en waarom is het van belang
dat Dekker en Den Ridder dit vermelden?
Er wordt bedoeld dat ze in hun onderzoek hebben gekeken naar polarisatie tussen individuen;
specifiek de houding van individuen. Ze hebben hierin de maatschappelijke en politieke
verbanden dus niet meegenomen. Verder hebben ze verschillende opvattingen gedaan die ze
als kenmerk van polarisatie benoemd hebben waaronder pro-nivellering en politiek
zelfvertrouwen. Het is van belang dat Dekker en Den Ridder dit vermelden omdat zij een
conclusie hebben getrokken namelijk dat er geen polarisatie is gevonden. Door deze zin te
vermelden zeggen ze dat er mogelijk toch wel polarisatie gevonden kan worden op andere
vlakken, bijvoorbeeld de politiek. Dat hebben ze in hun onderzoek echter niet onderzocht en
meegenomen. Dit betekent dus niet dat hun onderzoek fout is of dat er geen andere resultaten
kunnen voortkomen uit andere onderzoeken, maar dat zij een beperkt deel van polarisatie
bekeken hebben.
Bakker (2012) – Cultureel-etnische segregatie in het onderwijs
Oplegger
1. Wat is de vraag/het probleem?
Cultuur-etnische (de)segregatie in verschillende landen, bevordering van cognitieve prestaties
van leerlingen en verbetering van interetnische verhoudingen op school en rol van leraren in
cultureel-etnisch gemengd onderwijs. Het vraagstuk is ‘onderwijssegregatie’. Wat zijn de
2
, achtergronden en oorzaken van onderwijssegregatie en waarom zouden we onderwijssegregatie
bestrijden? Segregatie of integratie om sociaal mindere groepen te doen emanciperen?
2. Op welke manier wordt er een antwoord gezocht op de vraag?
Door te kijken naar andere onderzoeken. Aan de hand van verschillende onderzoeken wordt
geprobeerd een antwoord te vinden op de onderzoeksvraag. Dit gebeurt op een beschouwende
manier. Er worden voor- en nadelen benoemd en verschillende meningen/onderzoeken die over
dit onderwerp gaan.
3. Hoe verhoudt de vraag zich tot het thema/onderwerp van het bijbehorende hoorcollege?
In het hoorcollege ging het erover of onderwijssegregatie een probleem is en of gemengde
scholen dan de oplossing voor dit probleem zouden zijn. Dat komt in dit artikel ook terug. De
auteurs nemen het standpunt in dat gemengde scholen een oplossing zouden kunnen zijn. In
het hoorcollege hebben we niet besloten of het daadwerkelijk een probleem is en of gemengde
scholen dan een oplossing zijn. We bespraken meer de voor- en nadelen van gemengde dan wel
gesegregeerde scholen.
4. Wat zijn de bevindingen van de auteur(s)?
Er is geen zekerheid over dit onderwerp. Overgrote deel van internationale onderzoek kon geen
direct verband tussen schoolsamenstelling en leerprestaties vaststellen. Ook kon niet
aangetoond worden dat multi-etnische samenstelling van scholen de interetnische relaties van
kinderen ten goede komt en daarmee wellicht de sociale cohesie in samenleving bevorderd
wordt. Leraren zouden verschil kunnen maken: klimaat creëren in de klas dat kinderen op
plezierige manier met elkaar omgaan. Effectief gebleken: coöperatief leren en self-disclosure
strategie.
Onderwijssegregatie wordt veroorzaakt door verschillende aspecten. Allereerst zorgt het
schoolsysteem er zelf voor dat er segregatie plaatsvind doordat mensen de vrijheid hebben om
een eigen school te stichten. Ook is de combinatie van vroege selectie en een zeer
gedifferentieerd VO een reden waarom de segregatie stand houdt. Daarnaast is er
onderwijssegregatie doordat er ruimtelijke segregatie is. Verschillende groepen mensen wonen
in verschillende wijken waar ook scholen gebouwd worden. Als derde reden voor
onderwijssegregatie wordt het schoolkeuzegedrag van ouders benoemd. Ouders willen de beste
school voor hun kind, een school die aansluit bij hun eigen normen en waarden. Daardoor
komen verschillende kinderen met verschillende achtergronden op verschillende scholen
terecht.
Onderwijssegregatie moet bestreden worden omdat de samenstelling van een school van
invloed is op de leerprestaties van leerlingen. Ook worden er verschillende interetnische
verhoudingen gevormd op gemengde scholen die goed zouden zijn voor de sociale cohesie in
het hele land. Er moet meer op leraren gefocust worden. De mening van de leraar heeft invloed
op de gelijkheid tussen leerlingen. Als de leraar een (negatief) vooroordeel heeft door de
achtergrond van het kind, presteert het kind slechter.
5. Welke centrale begrippen/theorieën worden er in het artikel gebruikt/besproken?
Contacthypothese = duurzaam intermenselijk contact leidt tot de afbouw van mogelijke
vooroordelen en stereotypen jegens elkaar.
Positiviteitsbias = focus op positieve contacten. Negatieve contacten onderbelicht.
6. Welke voor de pedagogische praktijk relevante adviezen kun je uit het artikel halen of afleiden?
(niet altijd mogelijk)
Coöperatief leren; rol van de leraar in dit vraagstuk
Studievragen
1. “De komst van grote groepen migranten gedurende de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw ging
als het ware kleur geven aan de reeds bestaande sociaal-economische segregatie in de
samenlevingen als geheel, die in het onderwijs in het bijzonder” (p.106) Wat bedoelt Bakker
hiermee?
Dat er steeds meer mensen van een andere etnische achtergrond naar Nederland kwamen om
bv te werken. En wat betreft het onderwijs; denk ik dat de kinderen van migranten op
basisscholen in Nederland terecht kwamen. Er was al een sociaaleconomische segregatie
gaande voor de jaren 60 en 70. Toen er allerlei groepen migranten en gastarbeiders naar
Nederland kwamen, ontstond er meer segregatie. Nu niet per se op sociaaleconomisch vlak
maar in verschillende bevolkingsgroepen; ‘kleur geven aan’. De migranten waren
sociaaleconomisch gezien zwak, en kwamen terecht in achterstandswijken die hierdoor
helemaal ‘zwart’ werden. Er kwam een ‘witte’ vlucht op gang waardoor de ‘witten’ weg gingen.
Daardoor ontstonden er sterk gesegregeerde wijken en ook scholen.
2. Geef een korte beschrijving van de drie hoofdoorzaken van schoolsegregatie.
Kenmerken van onderwijssysteem – naast elkaar bestaan van publieke en private
middelen gefinancierd onderwijs draagt bij aan onderwijssegregatie, ook het mogen
weigeren op basis van bepaalde achtergrond of het zelf kiezen van scholen door ouders.
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur shennasmallenbroek. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.