Organisatie van de
gezondheidszorg
Les 1: Inleiding
1. Terminologie
Welzijn: Een toestand van welbevinden, voldoening met betrekking tot de levenskwaliteit.
Dit ter hoogte van verschillende dimensies (= kwaliteit van leven)
o Fysisch welzijn: bv. gezondheid
o Psychisch welzijn: bv. stress
o Sociaal welzijn: bv. sociale groep
o Financieel welzijn: bv. inkomen
o Materieel welzijn (=welvaart): bv. comfort
o ….
Kwaliteit van het leven is persoonsgebonden/ subjectief
Dynamisch= veranderend. Bv. wat je nu belangrijk vindt, misschien over 10 jaar niet meer.
Welzijnszorg: De voorzieningen en georganiseerde activiteiten die tot doel hebben het welzijn van
een individu of groep te bewaren of te bevorderen.
= Extra zorg bij bedreiging van het welzijn van een persoon.
- Sociaal zwakkere bevolkingsgroepen
- Personen geconfronteerd met problemen die ze zelf moeilijk aankunnen
Meerdere zorgsectoren zoals de thuiszorg, de geestelijke- en sociale gezondheidszorg (mutualiteiten,
diensten gezondheidszorg in gevangenissen…)
- Gezondheidsbevordering
- Infectiebestrijding
- Medische milieukunde
- Jeugdgezondheidszorg
- Crisishulpverlening
Gezondheid:
Negatief gezondheidsbegrip: “de afwezigheid van ziekte en/of handicap”.
o Ziekte <-> gezondheid
o Biomedische model objectief
o Symptomen Diagnose behandeling Genezing
Positief gezondheidsbegrip: “een toestand van volledig fysiek,
mentaal en sociaal welzijn en niet slechts de afwezigheid van
ziekte en gebrek.” (Volgens de WHO
o Biopsychosociaal ziektemodel aandacht voor
subjectieve gezondheid
o Veel aandacht voor psychosociale aspecten bv.
buikpijnklachten
,Gezondheidszorg: Geheel van georganiseerde hulpverleningsactiviteiten en- voorzieningen gericht op
het fysisch, psychisch en sociaal welbevinden van de mens.
- Formele en informele zorg binnen een organisatorisch kader
- Evolutie doorheen de tijd
- Grensgebieden met welzijnszorg
2. Classificatie van de gezondheidszorg
Aard van de hulpverlening
Preventieve gezondheidszorg: “geheel aan activiteiten gericht op de promotie van de
gezondheid en het voorkomen of althans beperken van ziektes, handicaps en ongevallen en
dit op lichamelijk, psychisch en sociaal gebied.”
o Voorkomen ziekte & behouden/ bevorderen gezondheid
o Primair: ziekte vermijden bv. vaccinatie
Gezondheid handhaven
o Secundair: vroegtijdig opsporen van ziekte bv. darm- of borstkankerscreenings
o Tertiair: verdere invalidering voorkomen, handicap/ziekte beheersen
Cure & care
o Quaternair: kwaliteit van het leven verbeteren bv. palliatieve zorg
Vermijden van onnodig medisch handelen en overmedicalisering
Curatieve gezondheidszorg: “geheel van hulpverleningsactiviteiten – en voorzieningen met
als centrale doelstelling de diagnose en behandeling of therapie van ziektes en/of
handicaps.”
Genezen van ziekte
Plaats van de hulpverlening
Intramuraal – residentieel
Letterlijk: zorg binnen de muren
Geboden zorg in een zorginstelling gedurende een onafgebroken verblijf van
meer dan 24 uur.
Bv. ziekenhuisopname, verzorgingshuis
Extramuraal – ambulant
Trend van de laatste jaren!
Zorg verleend buiten de zorginstelling
Bv. huisarts, thuiszorg, ambulancevervoer, diëtist, podoloog…
Transmuraal – semiresidentieel
Zorg op maat van de behoeften patiënt
Samenwerking tussen zorgverleners uit 1e en 2e lijn
Gemeenschappelijk gedragen verantwoordelijkheid
,Specialisatiegraad hulpverlening
= Echelons
Nulde lijn/ 0de lijn
Hulpverleners zonder specifieke opleiding
Zelfzorg, mantelzorg, vrijwilligerswerk, zelfhulpgroepen
Bv. school en Kind & Gezin
Mantelzorgers: mensen die op niet-professionele basis de zorg voor een
ander opnemen (ouders, kinderen, vrienden, buren…). In veel gevallen zijn
het de mantelzorgers die thuiszorg mogelijk maken
= De natuurlijke persoon die vanuit een sociale en emotionele band 1 of
meer personen met verminderd zelfvermogen, niet beroepshalve maar meer
dan occasioneel, helpt en ondersteunt in het dagelijkse leven.
Emotionele/ sociale band
Bv. ik doe de boodschappen voor mijn zieke vader.
Eerste lijnsgezondheidszorg/ 1e lijn
Eerste deskundige opvang (geen specialistische aanpak)
Laagdrempelig, verwijzing niet noodzakelijk (tenzij in kader van terugbetaling
mutualiteit).
Breed toegankelijk
Ambulante hulpverlening (extramuraal)
Huisartsen, thuisverpleegkundigen, vroedvrouwen, kinesitherapeuten,
podologen, apothekers, tandartsen, eerstelijnspsychologen…
Tweede lijnsgezondheidszorg/ 2e lijn
Ambulante specialistische zorg
Na doorverwijzing
Specialisten, psycholoog of psychiater centrum geestelijke gezondheidszorg
Derde lijnsgezondheidszorg/ 3e lijn
Algemene of gespecialiseerde intramurale zorg
Opname in ziekenhuis of andere verzorgingsinstellingen
Doorverwijzing eerste of tweede lijn OF spoed
Psychiatrische ziekenhuizen of psychiatrische verzorgingstehuizen
Vierde lijnsgezondheidszorg/ 4e lijn
Behandeling van zeldzame aandoeningen
Hoge specialisatie vb. brandwonden
Gespecialiseerde en intramurale zorg
De grens tussen de niveaus is niet altijd duidelijk
o Gespecialiseerde artsen met een zelfstandige praktijk
o Je kan als (familie van een) patiënt zelf naar de psychiatrische kliniek stappen,
waar men in de regel pas na doorverwijzing komt.
, 3. Tendensen in de gezondheidszorg
Schaalvoordelen: Je hebt vaste kosten en variabele kosten, doordat de schaal vergroot, maar de
vaste kosten gelijk blijven, worden de uiteindelijke kosten kleiner. Trends, innovatie en
vernieuwingen…
Demografische trends:
Vergrijzing van de bevolking: toename van de oudere bevolking (+65) in de totale bevolking. Hierdoor
stijgt ook de gemiddelde leeftijd binnen het land.
Verandering in de bevolkingssamenstelling
Aandeel van de ouderen in de bevolking stijgt stijging van de gemiddelde leeftijd
Bevolking 65 jaar en ouder/ totale bevolking
De bevolking van België̈ stijgt van: 11,3 miljoen inwoners in 2016 tot 13 miljoen in 2060.
een stijging van gemiddeld 40 000 inwoners/ jaar.
Oorzaak? = babyboom in de jaren 50 & 60 (na WOII)
Per gezin werden meer kinderen geboren dan in de jaren ervoor en erna.
Verbeteren van de levensomstandigheden
o Betere moeder- en kinderzorg (daling kindersterfte)
o Betere woon- en werkomgeving
Fenomeen de dag van vandaag nog steeds zichtbaar Opa- en omaboom
o 65-plussers in de 2050: 26.5% van de bevolking
Verzilvering: toenemend aandeel oudste ouderen binnen het segment van de oudere bevolking. (=
bevolking 80 jaar en ouder/ bevolking 65 jaar en ouder)
Levensverwachting:
Mannen Vrouwen
2015 79.6 jaar 83.9 jaar
2060 87.6 jaar 89.6 jaar
1 van de grootste maatschappelijke uitdagingen in de geschiedenis van de mensheid.
Ontgroening: aandeel van de jeugdige bevolking in de totale bevolking.
Het concept ontgroening duidt dan aan dat dit aandeel jaar na jaar afneemt
Bevolking 0-19 jaar/ totale bevolking
Oorzaak? = decennia na de babyboom werden per gezin minder kinderen geboren
Scheeftrekking in de bevolkingspiramide
Grote groep ouderen & kleine groep jongeren