Dit is een samenvatting van het vak Theoretische criminologie en victimologie van Prof. Christiaens, dat ik heb gevolgd aan de Vrije Universiteit in Brussel.
Ik behaalde een 13/20.
Theoretische criminologie en victimologie
1.Introductie
1.Geschiedenis van het criminologische wetenschappelijke denken
- Geschiedenis van wetenschappelijke discipline: criminaliteit bestaat al heel lang
- Theoretische criminologie en victimologie biedt wetenschappelijke denkkaders (= het steunt op
iets en grijpt terug naar de afkomst) die steunen op wetenschappelijk onderzoek.
- Theorieën zijn algemeen geldend, steunen op wetenschappelijk onderzoek.
- Object van onderzoek: delinquent gedrag → maatschappelijke reactie
- Contextualiseren = theorieën die naast elkaar staan en verbonden worden.
2.Theorie?
- Theorie = geheel van denkbeelden, hypothesen en verklaringen die in onderlinge samenhang
worden beschreven.
- Theorie een selectie: je kan niet op alle factoren focussen (vb. Lombroso onderzoekt gedrag)
- Theorie in wetenschap = getoetst model ter verklaring van waarnemingen van de werkelijkheid.
- Aanspraak op waarheid:
o Tegenspraak bij uitspraken
o Wetenschappelijke kennis kan andere uitspraken doen over werkelijkheid
o Object is complex
- Waarnemingen moeten getoetst worden aan de werkelijkheid → observeren
o Selectieprincipe = iedereen doet dit anders en legt zijn focus elders.
3.Theorie → wetenschap
- Object van de sociale wetenschappen
- Constraints = voorwaarden waaraan wetenschappelijk onderzoek zich moet onderwerpen.
- Toetsing → georganiseerde scepsis:
o Toetsing: wetenschappelijke kennis steunt op het object dat niet gemanipuleerd is
o Georganiseerde scepsis: collectieve dimensie is altijd aanvaard en bewezen
4.Klassieke premissen wetenschap
- Basis van wetenschap
- 3 belangrijke elementen:
1. Orde en rationaliteit, zijn geen wetmatigheden (= overeenstemming wetten wetenschap).
2. Mens is enig kennend wezen
3. Scheiding tussen subject (= wetenschappers) en object (= wat wij bestuderen)
▪ “Het denken mag zich niet onderwerpen, behalve aan de feiten”
▪ Subjectiviteit moet buiten de wetenschap blijven
5.Karakter en kenmerken
- Wetenschapper actief op zoek naar waarnemingen:
o Kant: wetenschapper die natuur ondervraagt zoals rechter een getuige ondervraagt
o Feiten worden gemaakt door de wetenschap
- Er is sprake van systematiek en gerichtheid → methode (= bepaalde techniek om waar te nemen)
o Actieve/systematische demarge = actief op zoek gaan om op systematische manier waar
te nemen.
- Wetenschapper plaatst zich buiten gebeuren: veel kwalitatief onderzoek
1
, - Er is controle en toetsing, door:
o Procedure en tests
o Intersubjectiviteit = anderen worden betrokken en controleren de stappen die jij hebt
gedaan.
o Falsificatieprincipe = theorieën zijn waar, zolang we het tegendeel niet kunnen bewijzen.
▪ Balans tussen positieven en negatieven.
6.Wetenschap en objectiviteit
- Alle waarnemingen onvoorwaardelijk
- Logica = ordening
- Classificatie = ordening van begrippen.
- Beweringen controleerbaar voor/door anderen
- Vereenvoudiging: van particuliere naar algemene kennisinzichten
7.Wetenschap is …
- Wetenschap = voortbouwen op bestaande kennis.
o Er is altijd een relatie tussen vroegere wetenschappelijke kennis en actuele kennis.
- Vragende problematiserende houding tegenover onderzoeksobject → systematisch stellen van
vragen.
- Systematisch stellen van handelingen als oplossingsprocedure voor de gestelde vragen.
- Verklaren – begrijpen:
o Wetenschappers die willen verklaren (vb. delinquent gedrag verklaren)
o Wetenschappers die willen begrijpen (vb. sommige gecontroleerd, andere niet)
- Controvers/tegenstrijdig over verklaren/begrijpen en dat leidt tot kennis
- Wetenschappelijke kennis = getoetste abstracte kennis die omschreven deel van de werkelijkheid
verklaart of tracht te verklaren.
8.Een theorie nooit definitief bewezen en nooit voor eens en altijd “waar”
- Wij leggen theorieën uit en leggen verbanden, maar bewijzen niets.
- Historiciteit van wetenschappelijke kennis:
o Er zit verschuiving op wat juist crimineel/deviant is
o Je moet het denken van criminologen in hun tijd kunnen begrijpen en zien of dit iets
bijdraagt aan het denken van vandaag
9.Wetenschap in beweging?
- Je moet je positioneren tegenover de rest van het criminologisch denken.
- Vanuit kritiek is er dynamiek
- In de loop van 19e eeuw: begin opzetten studies
10.Criminologie een sociale wetenschap?
1.Geschiedenis van criminologie
- De geschiedenis van de criminologie = ontwikkeling van sociale wetenschap.
- Het is een geïnstitutionaliseerde discipline
- Ferri = belofte van de criminologie.
o Als we het wetenschappelijk fenomeen kunnen blootleggen, kunnen we het ook oplossen.
2
, 2.Sociale wetenschap → object van onderzoek
- Criminologie = sociale wetenschap en niet hetzelfde als object van onderzoek.
- Niet isoleerbaar: kunnen experimenten niet uit de wereld halen
- De mens wordt gezien als object
- Complexiteit: wetenschappers bestuderen en begrijpen, maar kunnen niets oplossen
3.Probleem van “theorie” in sociale wetenschappen
1. Theorieën bevatten veralgemenende uitspraken over het “zijn” van een bepaald sociaal gegeven
(de mens, het sociale, de maatschappij)
2. Theorieën zijn een bewijs van wat?
11.Hoe geschiedenis van criminologische denken categoriseren?
- Historische ontwikkeling: bekende criminologen
- Denkmodellen kunnen structuur brengen
- Aandachtspunten: parameters om na te denken over de theorieën
- Tijdslijn: geeft de indruk alsof je met een criminologisch kookboek zit
o Bedoeling: theorieën ten aanzien van elkaar kunnen evolueren
- Wetenschappelijke focus: manier van vragen stellen bepaald positie
→Theorieën kunnen evalueren en uzelf kunnen positioneren
13.Criminologische vragen (Eliaerts en Snacken, 2000)
- Het soort vragen die we stellen, bepaald mee de positie:
o Hoe komen normen en regels tot stand?
o Wie overtreedt die normen en waarden?
▪ Zegt iets over gedrag en maatschappelijke reactie
o Hoe reageren we op normovertredingen?
▪ Etnic profiling = zegt meer iets over hoe je reageert op de persoon dan over het
gedrag van de persoon.
o Wat zijn de effecten van die reactie?
14.Criminologische vragen structureren
1.Bianchi’s basismodellen
- Schaamt zich voor criminologie: zet zich af tegen criminologie en relaties tussen denken en politiek
o Waquant zegt dat dit nog steeds aanwezig is
- 12 basismodellen
- Basismodellen = een manier om denken en ontwikkeling binnen criminologie te structureren.
o Apartheidsmodel = zet de burgers apart tegenover de delinquente groep.
▪ Micro: mensen plegen misdrijven vanwege biologische, fysiologische en
psychologische afwijkingen
▪ Macro: aandacht richten op bepaalde buurten
o Sigmatiseringsmodel, kriminaliseringsmodel, consensusmodel, dissensusmodel
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur yenthemaes2. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.