LES 4 (/4)
AFDELING 4. GEVOLGEN VAN OVK TUSSEN PARTIJEN
Welkom bij de vierde en laatste module van bouwrecht. In deze module gaan we de gevolgen van
ovk tussen partijen bespreken. We gaan het hebben over de algemene beginselen inzake de
uitvoering van de ovk. We gaan vervolgens nagaan hoe contractuele verbintenissen op normale
behoorlijke manier moeten worden uitgevoerd. Welke mogelijke sancties die er dan bestaan
wanneer dat niet het geval is, zal u bij bouweconomie verder in detail bespreken.
We gaan het in eerste instantie dus hebben over de algemene beginselen.
§1. ALGEMENE BEGINSELEN
1.1) VERBINDENDE KRACHT OVK
Algemene beginselen inzake de uitkomst van de ovk vinden we terug in art. 1134 BW. De eerste
alinea van dat artikel zegt dat “alle ovk die wettig zijn aangegaan, de partijen tot wet strekken.” Dat
is een kleine zin, die toch wel een aantal specifieke gevolgen heeft.
- Eerst en vooral betekent die zin dat een geldig gesloten ovk de contractspartijen bindt. Dus
eens de ovk gesloten is en voor zover ze geldig is, zijn de partijen bij die ovk gebonden door
hetgeen zij zijn overeengekomen. De partijen kunnen die ovk bijgevolg ook niet zomaar
eenzijdig gaan wijzigen. Zij moeten het contract uitoefenen zoals ze dat onder elkaar zijn
overeengekomen.
- Ook de rechter is gebonden door hetgeen partijen in hun ovk zijn afgesproken. Dus in
principe kan de rechter de ovk evenmin wijzigen, behoudens in die gevallen waar de wet
hem dat toelaat.
Dus uitgangspunt: zowel de partijen, als de rechter zijn gebonden door de ovk. Die ovk is
als het ware een private wet, die niet alleen de partijen bindt, maar ook de rechter.
Daarbij sluit het tweede lid van art. 1134 BW aan. Dat tweede lid zegt dat “ovk niet kunnen worden
herroepen, tenzij met wederzijdse toestemming of op gronden die door de wet worden erkend.” Dat is
logisch als partijen gebonden zijn door een ovk als die eigenlijk even bindend is als een wet, gestemd
door het parlement, bekrachtigd door de koning. Dat is dan duidelijk dat die partijen eenzijdig de ovk
niet kunnen beëindigen. Uiteraard als een ovk door de wilsovereenstemming van partijen kan
ontstaan, kan zij ook met wederzijdse toestemming worden beëindigd. Dus het is perfect mogelijk
dat partijen op een gegeven moment overeenkomen de werken stop te zetten en de ovk wordt
beëindigd. Het kan perfect volgens dit artikel.
Wat dus NIET kan is dat een partij dat eenzijdig kan doen, behalve in de gevallen die door de wet
worden erkend. Een VOORBEELD:
Art. 1794: de bouwheer kan op elk ogenblik een ovk van aanneming van werken of diensten
eenzijdig verbreken. Dus dat is zeer vergaand. Je hebt een ovk gesloten als ia met uw
bouwheer. Wat zeggen we nu eigenlijk? Die bouwheer kan op elk moment die ovk
stopzetten. Dit kan enkel gedaan worden door de bouwheer, niet de ia of de aannemer.
Het wordt nog straffer, want de bouwheer moet geen fout bewijzen. Hij moet geen reden
geven om die verbreking te motiveren. Als hij gewoon vindt dat om een of andere reden de
samenwerking niet klopt, moet hij daar geen reden voor geven. Hij kan op elk moment dat hij
wilt de ovk beëindigen. Dat geldt dus ook voor de ovk tussen een bouwheer en een ia.
1
, 1.2) VERBINDENDE KRACHT OVK
Art. 1794 zegt dat de bouwheer effectief die mogelijkheid heeft een aannemingsovk van werken of
diensten eenzijdig te beëindigen, maar dat artikel voegt er ook direct aan toe dat wanneer de
bouwheer dat doet, hij een tegenprestatie moet leveren. Die tegenprestatie bestaat er in dat de
bouwheer al de geleverde prestaties en gemaakte kosten vergoeden, als ook een vergoeding moet
betalen voor de winst: de winst op de werken of diensten dat de ia of aannemer niet meer moet
uitvoeren.
U ziet dat hier schematisch voorgesteld. Stel dat u als ia een totaal ereloon van 50.000 euro heeft.
Laat ons even aannemen dat het contract wordt beëindigd wanneer de helft, 50%, van de prestaties
zijn geleverd. Wat moet de bouwheer dan precies betalen? Wat is de tegenprestatie dat de
bouwheer moet leveren?
- Het ereloon is 50.000 euro. We zitten in de helft van het contract en de bouwheer trekt op
dat ogenblik de stekker uit. Hij moet in de eerste plaats de ia volledig vergoeden voor de
geleverde prestaties. Dat is 25.000 euro (helft van 50.000). De eerste helft van het ereloon
moet betaald worden. Dat is het gele deeltje: geleverde prestaties + eventuele
onkostenvergoeding.
- Het tweede deel van het contract zal niet meer moeten uitgevoerd worden. Dat betekent
dat men geen prestaties meer moet leveren en kosten moet maken. Bijgevolg heeft men dan
geen recht meer op het integraal ereloon, maar wel op hetgeen men eigenlijk mist door het
feit dar er niet meer uitgevoerd wordt. Wat is hetgeen dat de ia niet meer zal krijgen
wanneer een contract niet volledig wordt uitgevoerd? Dat is de winst. Met name, het is zo
dat wanneer u 100 euro ereloon vraagt van uw cliënt, dat dat niet 100 euro winst is. Je moet
natuurlijk rekening houden met de kosten dat u onderweg maakt voor materialen in dat
project. Er is ook een overheidskost, een algemene onkost, gebonden aan uw bureau of
project. bijvoorbeeld, u heeft een secretariaat: er is een printer, papier, computers etc. Dat
vormt een algemene onkost die u moet spreiden over verschillende projecten. U moet
dan geen specifieke kosten meer maken voor dat specifieke project dat wordt stop gezet. Dat
stuk van uw ereloon valt weg en de algemene onkost valt ook weg.
Wat mag u dus wel vragen? De winstvergoeding, want dat zou u overhouden. Stel dat het
contract volledig zou uitgevoerd geweest zijn, dan zou u op het tweede deel na het aftrekken
van de overheidskosten en andere kosten de winst hebben overgehouden. Aangezien u dat
tweede deel niet uitvoert, bent u dat winstmarge omgelopen en hebt u dus recht op een
vergoeding voor die winst.
Wat krijgt u dan voor dat tweede deel van het contract dat niet wordt uitgevoerd? Een
vergoeding van de winst op 50% van het totale ereloon. Dus maw, een winstmarge op 25000
euro. U zal natuurlijk die winstmarge moeten gaan bewijzen. U mag er vanuit gaan dat voor
2