11. AAN DE SLAG MET TECHNIEK (TE CHNIEK )
11.1 TECHNIEK IN DE LAGERE SCHOOL
11.1.1 DEFINITIE VAN TECHNIEK
Techniek = het geheel van ingrepen waarmee de mens, zijn omgeving probeert te beheersen en te veranderen
Techniek = het geheel van technische realisaties die door de mensen worden gemaakt of gebruikt om aan een
materiële behoefte te voldoen.
Techniek als deel van
cultuur/maatschappij
Behoefte/wensen/natuurlijke
wensen/technische eisen/normen
technische realisaties
Belang van materie, energie en informatie
Mens als gebruiker/evaluator
Techniek omvat een brede waaier van domeinen waarin je kan werken:
- Energie
- Bouw
- Verzorging
- Biochemie
- Milieu
- Transport
Technologie = het toepassen van wetenschappelijke kennis (GEEN techniek)
WETENSCHAP VS TECHNIEK
Wetenschap Techniek
Wat Een methode om aan betrouwbare Een methode om een bepaald doel te bereiken.
kennis te komen. Praktische problemen oplossen.
Doel Beschrijven van de natuurlijke wereld. Ingrijpen op de omgeving. Materieel
Focus op leren. vormgeven aan de wereld. Focus op creëren.
Motivatie Verifiëren, zekerheid, meetbaarheid, Ingrijpen, beheren, manipuleren, controleren.
voorspelbaarheid.
Focus Gericht op zo nauwkeurig mogelijk te Gericht op (voldoende) nauwkeurigheid om
modelleren. succes te boeken.
Resultaat Methodisch verwerven van kennis door Creëren van succesvolle producten, systemen
bewijsvoering voor verklaring. en omgeving die beantwoorden aan de
behoefte.
Competenties Waarnemen, analyseren, modelleren, Onderzoeken, ontwerpen, maken,
beschrijven en verklaren van (meetbare) implementeren, gebruiken, onderhouden en
verschijnsels uit de natuurlijke wereld. evalueren van technische systemen, processen,
Communiceren en delen van producten, diensten en omgevingen.
bevindingen.
Methodiek Via sociale menselijke processen van Via sociale mensenlijke processen gebaseerd
kennisconstructie via systematisch en op onderzoek, innovatie, beheer en uitvoering
verifieerbaar onderzoek. zoals bv: ontwerpen, maken, gebruiken…
1
, Wetenschap helpt bij de ontwikkeling van techniek worden nauwkeuriger gemaakt.
Techniek helpt bij de ontwikkeling van wetenschap betere apparaten en dus betere experimenten.
11.1.2 VISIE VAN TECHNIEK OP DE BASISSCHOOL
Technisch omgaan met de wereld a.d.h.v. competent handelen (makend of uitvoerend handelen)
Competent handelen = uitvoeren van instructies + handelend ontwerpen van oplossingen door doelmatig
gebruik en keuze van middelen.
Leerlingen uit het basisonderwijs moeten goede techniekgebruikers zijn:
Techniekgebruiker = je beschikt over de nodige kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes op het
domein techniek in haar brede betekenis.
Om een techniekgebruiker te zijn moet je dus technisch geletterd zijn:
Technisch geletterdheid = een competente en verantwoordelijke gebruiker van techniek, die techniek
begrijpt, hanteert en duidt vanuit een waarderende kritische houding in gebruikssituaties. Hij of zij kan
omgaan met techniek om optimaal te functioneren en te participeren aan de samenleving.
Technisch leren is ervaringsgericht en ontwerpend- onderzoekend leren
Techniek op school = leren van techniek en leren door techniek. Techniek leren is een middel om de
ontwikkeling van de totale persoonlijkheid te stimuleren.
Doelstellingen techniek op de basisschool:
- Het belang inzien van techniek voor onze en door andere samenlevingen en voor die hun evolutie.
- Inzicht verwerven in werkingsprocessen.
- Technische vaardigheden ontwikkelen.
- Een positief-kritische houding ontwikkelen ten overstaande van techniek.
- Eigen mogelijkheden en interesses herkennen en ontwikkelen en aan eigen waarden gestalte geven.
- Veiligheidsattitude ontwikkelen.
11.1.3 HET REFERENTIEKADER VAN TECHNIEK: TERMINOLOGIE VAN DE EINDTERMEN
3 vragen die beantwoord moeten worden om leerlingen te vormen tot competente en verantwoordelijke
techniekgebruikers:
1) Over welke vaardigheden en houdingen moeten ze beschikken?
2) Gemeenschappelijke kenmerken techniek? Hoe worden die vertaald naar het onderwijs?
3) Hoe kan de concrete wereld van techniek in beeld worden gebracht?
Antwoorden kader technische geletterdheid:
1) Streefdoelen:
Dynamisch-affectieve, cognitieve, psychomotorische competenties voor technische geletterdheid.
2) Kerncomponenten van techniek:
Systemen – processen – hulpmiddelen – normen en criteria – optimalisaties en keuzes – leren vanuit de
dimensies van techniek: (3)
Begrijpen: Hanteren: Duiden:
Reikwijdte, kennis, kenmerken en Mentale en praktische Impact op en relaties met
samenhang van de kern – vaardigheden betreffende maatschappij, milieu,
2