Samenvatting sociologie Antje Eulaers 2021-2022
Sociologie
1 Sociologische verbeelding
1.1 Het sociologisch bewustzijn is tamelijk recent
Wetenschappen:
- Astronomie en astrologie: 3000 jaar geleden
- Natuurkunde
- Biologie
We begonnen het verste en kwamen alsmaar dichter bij de mens. Het is
gemakkelijker om verafgelegen dingen te bestuderen.
Niet eenvoudig om dingen die dichtbij staan de bestuderen. Daarom duurde het zo
lang voordat de mens als sociaal object werd gezien.
1.2 De sociologische verbeelding ontstond in crisistijden
Albion Small 1895 – The ero of sociology; lot hangt af van andere mensen, men dacht hier
niet over na tot voor kort.
Waarom duurde het zo lang?
1) Natuurlijke distantie ontbreekt: de maatschappij zit in ons. Moeilijk om afstandelijke,
objectieve houding te hebben over onze samenleving.
2) Sociologie ontluistert, mensen doen zich altijd een beetje valt voor (liegen), daarom is
sociologisch onderzoek soms zo verbazend, subversief.
Peter Berger: socioloog is een ontdekkingsreiziger
Montesqieu 1698-1721: Lettres Persanes
o Perzen in Frankrijk, ze kwamen naar Frankrijk, allemaal andere gewoontes.
Hij lachte op satirische wijze met hen.
=> hierdoor gingen ze nadenken over de verschillende samenlevingen
De l’esprit des lois
o Bekijk jezelf door de bril van andere
o Ideeën democratie (scheiding der machten)
o Heeft grote invloed gehad.
William Du Bois
o Racisme in de VS, hij als zwarte, hoe zag hij de maatschappij?
3) Het sociologisch bewustzijn wordt geprikkeld door crisis. Er is een bruuske
verandering, dit valt op en mensen gaan erover nadenken. (VS, W-Europa 18e-19e E)
1.3 De twee revoluties
Karl Polanyi – The Great Transformation
1
,Samenvatting sociologie Antje Eulaers 2021-2022
1.3.1 Van landbouw naar industrie: de opkomst van de industriële
maatschappij
Neolithische revolutie 12 000 jaar geleden clanmaatschappij -> landbouwmaatschappij
=> mensen gingen zich vestigen op vaste plaatsen, eigendomsprincipe, dorpen, er was dus
een nieuwe organisatie nodig. Een grote verandering in de maatschappij
- Beheersing van het vuur (1 miljoen jaar geleden)
1.3.2 Franse revolutie
Landbouwmaatschappij -> industriële maatschappij
Politieke ontwikkeling in Frankrijk 1789-1794.
Wat is er afgeschaft?
- feodaliteit
- terreurbewind onder Robespierre
- kerkelijke eigendommen
- doodstraf
het volk kwam aan de macht.
Het symbool voor de politieke modernisering en democratisering in het algemeen
(rest van de wereld)
Vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid waren de nieuwe idealen
1.3.3 Industriële revolutie
Landbouwmaatschappij -> industriële maatschappij
- Engeland, einde 18e E
- W-Europa, 19e E
- Technische innovaties: stoomkracht
- Onpersoonlijke relaties tussen fabriekseigenaars en arbeiders
Industriële en Franse revolutie liepen ongeveer gelijk, startte wel eerst in Frankrijk en
dan pas in GB.
1.3.4 Besluit
Ingrijpende veranderingen: industrialisering en democratisering van de maatschappij. => het
samenleven werd doelbewust georganiseerd.
- Mensen werden individualistischer
- Door de verandering kwam er inzicht in de maatschappij en wat er mee gebeurde.
Nu: informatiemaatschappij; high-tech, neemt nieuwe crisissen met zich mee VB: ecologie
zie p 19 in boek voor de schematische tabel van de sociae veranderingen.
Vilfredo Pareto: pareto-optimum: het even voor zover dat het irrationele kantjes heeft is
sociologie.
1.4 Intermezzo: beleefde verandering (niet in de pp)
Stefan Zweig 1942
- Cultuurfilosoof en schrijver
- Schreef over de veranderingen in de maatschappij van die tijd
- Mensen leken zich te gaan bevrijden
2
,Samenvatting sociologie Antje Eulaers 2021-2022
1.5 Het sociaal probleem als bron van de sociologische benadering
Wat is een sociaal probleem? Hoe kunnen we het definiëren?
1) Objectief; objectieve feiten, je moet het kunnen waarnemen
2) Subjectieve component; het moet door de mensen als problematisch beschouwd
worden.
3) Hoe meer mensen het ervaren hoe intenser het sociaal probleem wordt.
4) Oplosbaarheid; kunnen we het oplossen? En hoe?
1.6 Wright Mills over sociologische verbeelding
Charles Wright Mills 1916-1962 (examen!!!)
- sociologische verbeelding = de capaciteit om verbanden te zien tussen het leven van
individuen en de historische en maatschappelijke context waarin ze leven.
- Persoonlijke klachten vs sociale problemen
- Het individuele kunnen zien als het collectieve
o Emile Durkheim: zelfdoding, in welke omgeving leefde de persoon? Welke
rol speelde dit? Hoe leefde de persoon?
- Het eigene zien als exotisch (en omgekeerd)
1.7 Twee voorbeelden van sociologische verbeelding: Comte en
Spencer
Drie basisvragen:
- 1 Hoe baken je de sociologische wetenschap af?
- 2 Hoe verklaar je sociale orde?
- 3 Hoe verklaar je sociale verandering?
1.7.1 August Comte 1798-1857
- Groeide op in de post Franse revolutie
- Grondlegger sociologie en positivisme.
1Sociologie als positieve wetenschap der mensheid
- Eigen methoden en eigen domein
- Sociologie is een overkoepelende wetenschap
2Sociale verandering als vooruitgang der rede
Wet der drie stadia; hoe is de mens rationeel geworden (Verlichting)
1) Theologische fase
- Mensen geloofden in alles, alles heeft een eigen wil
2) Metafysische fase
- Geleid tot het denken van de filosofen
- Ingezien dat de natuur geen eigen wil heeft
- Abstracte figuren en ideeën.
3) Positieve fase
- Objectiviteit
- De feiten en niets meer dan de feiten
3
, Samenvatting sociologie Antje Eulaers 2021-2022
Drie stadia in het ontwikkeling van het staatsbestuur
Theocratie (theologische fase) -> abstracte idealen (Franse revolutie, metafysische fase)
-> feitenkennis (positieve fase)
Hij geloofde in vooruitgang (misschien zit hij zelf nog meer in de metafysische fase dan dat
hij zelf wouw?)
3Sociale orde als de universele consensus
- Hoe is sociale orde mogelijk? Er kwamen meer regels, niet enkel gedragsregels maar
ook rechtsregels
- Universele consensus = er moet een overeenkomst zijn over bepaalde waarden,
normen en gewoonten (kan oppervlakkig zijn maar ook diepgaand). Er moet een
minimum van regels zijn = consensustheorie
o Theologische fase: op overlevingen en gewoontes die in de loop der jaren zijn
gegroeid, oorsprong is niet gekend. Er wordt ook niet over nagedacht, je
gedraagt je zoals iedereen zich gedraagt (je denkt dat dit juist is)
o Metafysische fase: consensus moet gebaseerd zijn op idealen, wordt bedacht
door alle lagen van de bevolking
o Positieve fase: mensen hebben elkaar nodig, gemeenschappelijk belang
wordt ingezien. Leidt tot ALTRUÏSME = jezelf opofferen voor anderen.
1.7.2 Herbert Spencer 1820-1903
- Leefde in de industriële revolutie
- Ingenieur, evolutiedenker en liberaal
1Sociologie als wetenschap van sociale evolutie
- Zelfde periode als Darwin: Darwin; natuurlijke selectie -> Spencer zag het grootser,
de wet van de evolutie gold ook buiten de biologie. Alles draait om evolutie.
- Ongedifferentieerd -> gedifferentieerd
- Homogeen -> heterogeen
- Ongeïntegreerd -> geïntegreerd
- Het hangt allemaal samen met elkaar.
- Zelfde als Comte: sociologie is kroonstuk van de wetenschappen
2Sociale verandering als evolutie
- Ontwikkeling van de maatschappijen
- Engeland in 18e E: homogeen en ongeïntegreerd, iedereen deed hetzelfde
(landbouwmaatschappij). Grosso modo dezelfde opvattingen over het leven, leefden
in kleine samenlevingen (bijna een autarkie, kleine gemeenschap met eigen
economie). Volgens Spencer zou het er ooit van komen (mensen willen evolueren)
en is Engeland zo een mooi voorbeeld van een evolutie.
3Sociale orde als evolutie
- Mensen hebben de neiging om te groeien, toename van structuur gaat gepaard met
specialisering naar functie. Groei in bevolking, meer jobs, specialisatie, heterogener.
Drie deelprocessen:
structurele differentiatie -> functionele specialisatie -> toenemende integratie
4