Wereldoriëntatie 2.1: deel 2
1. Samenhang in ecosystemen
1.1 Inleiding
Alle organismen in een ecosysteem zijn verbonden met elkaar en met de niet-levende
natuur. Voedingsstoffen worden doorgegeven door een keten van eten en gegeten worden.
De natuur recycleert haar eigen afval.
Menselijke activiteiten kunnen dit natuurlijk evenwicht verstoren.
1.2 Abiotische en Biotische factoren
Het leven van plant en dier is sterk afhankelijk van de omgeving, het milieu waarbinnen zich
het ontwikkelt. Geen levend wezen is in staat om volledig onafhankelijk te zijn. Het staat niet
alleen rechtstreeks in betrekking met zijn soortgenoten, maar het ondergaat ook invloeden
van alle andere elementen in zijn omgeving.
Deze invloeden zijn afkomstig van andere levende wezens.
Biotische factoren: de levende wezens en de invloeden die ze op elkaar uitoefenen.
Abiotische factoren: invloeden afkomstig van de niet-levende natuur.
1.2.1 Abiotische factoren
1.2.1.1 Klimaat
Licht: planten hebben licht nodig om aan fotosynthese te doen.
Temperatuur: hitte zorgt voor uitdroging.
Wind: bij hoge windsnelheden ontstaat schade door ontworteling en breuk van
bomen stormschade: nadelig voor de houtproductie maar voordelig voor meer
licht in het bos.
Neerslag en vochtigheid: als het water dat de bomen verliezen niet tijdig aangevuld
wordt door watertoevoer via de wortels ontstaan droogteverschijnselen. In warme
zomers verliezen en verkleuren de bladeren sneller, dit komt omdat veel water
opgepompt wordt voor menselijke doeleinden.
Bliksem: een blikseminslag kan zorgen voor een bosbrand bij droogte.
Daglengte en seizoenen: in ons klimaat met wisselende seizoenen zien we in het bos
de typische seizoenverschijnselen.
1.2.1.2 Hoogteligging, reliëf en bodem
Hoogteligging: in bergachtige streken verdwijnen de loofbomen boven een bepaalde
hoogte.
Reliëf: op stenige hellingen vormen de bomen een ondiepe en oppervlakkig
wortelgestel.
, Samenstelling van de bodem, vochtigheid: de boomsoorten die in een natuurlijk bos
groeien verschillen sterk naargelang de bodemsoort.
1.2.1.3 Waterkwaliteit en diepte van het water
In bossen vind je vaak vijvers en vennen. De dieren en planten dier er leven hangen sterk af
van de zuurtegraad en de voedselrijkdom van het water en dat van de diepte.
1.2.1.4 Levende wezens kunnen de abiotische beïnvloeden
Bv: licht in een bos wordt sterk beïnvloed door het bladerdek van de hoge bomen.
1.2.2 Biotische factoren
1.2.2.1 Relaties tussen levende wezens
Concurrentie om grondstoffen: bomen beconcurreren elkaar om licht, water en
mineralen uit de bodem te halen.
Afhankelijkheid voor voedsel: pas aangeplante jonge bomen moeten beschermd
worden tegen vraat door konijnen.
Afhankelijkheid voor groeiplaats of steun bij het groeien: klimop groeit langs de stam
van bomen naar het licht.
Beschutting en nestplaats: lieveheersbeestjes vinden beschutting tegen de
winterkoude tussen de diepe groeven van de schors van een oude boom.
Afhankelijkheid van ontbindende stoffen: op de bosbodem vind je een dikke
humuslaag die uit afgebroken plantaardig en dierlijk materiaal bestaat.
Parasitisme: samenleven waarbij één van de partners geschaad wordt.
Half parasieten: maretak (groeit op bomen en doet zelf aan fotosynthese)
Samenleven met wederzijds voordeel: (symbiose) de myorrhiza waarbij
bodemschimmels samen met planten leven. De schimmel voorziet de plant van
voedingsstoffen terwijl de plant suiker geeft.
Invloed op de voortplanting: eekhoorns en gaaien begraven zaden en vruchten als
wintervoorraad.
1.3 Typerende kenmerken van het bos
Alle levende wezens die je in een bos vindt zijn aangepast om op die plaats te overleven en
zich voor te planten, ze hebben een directe of indirecte relatie met elkaar. Er heerst een
soort evenwicht.
Gelaagdheid is een gevolg van de concurrentie om licht.
, In natuurlijk bossen kan je lagen onderscheiden:
Kroonlaag: bladeren en takken van de hoogste soorten. Filter laag voor het licht.
Struiklaag: treft jonge exemplaren van soorten die je in de kroonlaag kan vinden aan.
Kruidlaag: laag groeiende kruidachtige planten die karakteristiek zijn voor de
bosbodem. Vertonen aanpassingen aan de schaduwrijke omstandigheden.
Bodemlaag: de ontwikkeling van deze laag hangt af van het licht dat door kan
dringen.
In een natuurlijk bos is het moeilijk deze lagen te zien door de geleidelijke overgang. Met
elke vegetatielaag en elke plantensoort is een andere groep insecten verbonden die op hun
beurt weer een voedselbron zijn.
1.4 Invloed van de mens op de natuur
De invloed die de mens uitoefent op de natuur is veel ingrijpender en van een andere orde
dan de invloed die de dieren uitoefent.
1.4.1 Brand
Droogteperiodes samen met recreatieve druk verhogen het risico op bosbranden. Oorzaken
zijn:
Gebruik van vuur bij werken
Vonken en lenswerking
…
1.4.2 Luchtverontreiniging
De belangrijkste elementen zijn zwavel- en stikstofoxiden en ammoniak. Ze komen van
verbrandingen van fossiele brandstoffen en van de landbouw.
Veel planten zijn gevoelig aan de luchtvervuiling. Een andere vorm is de toename van
broeikasgassen in de atmosfeer.
1.4.3 Exploitatie van bossen
Er is een variatie van echte productiebossen met maar 1 boomsoort, tot meer natuurlijke
bossen met een variatie aan soorten.
In productiebossen worden bomen gekapt voor de houtproductie en er worden jonge
bomen aangeplant.
1.4.4 Natuurbeheer
In natuurgebieden worden bossen beheerd om de natuur maximaal kansen te geven. Men
laat de natuur zijn gang gaan.
In deze meer natuurlijke bossen leven veel meer soorten dieren en planten dan in
reproductiebossen.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur voorbereidingodisee. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.