Samenvatting familiaal
vermogensrecht
1 Inleiding
Relatievermogensrecht i.p.v. huwelijksvermogensrecht
Hervorming nieuw Burgerlijk Wetboek: nieuw boek 2!
Primair stelsel staat op een volledig andere plaats dan het secundair stelsel in het wetboek!
o (maar ze zijn er mee bezig om dit samen te bundelen)
Kenmerken familiaal vermogensrecht:
Partijautonomie en gebondenheid
o = de zelfstandigheid van het individu
o = beschikken over eigen vermogen als essentieel onderdeel eigendomsrecht, MAAR
Er zijn bepaalde vormvereisten, grenzen
Zoals bv. het reserve van 50% voor de kinderen
Je kan een kind niet onterven! Om welke reden dan ook!!
Bv. ook bij niet met een contract etc. je MOET het reserve uitbetalen
aan je kind
Technisch en fundamentele beginselen
o Vergoedingsregels bij vereffening huwelijksvermogen
o Inbreng en inkorting bij vereffening nalatenschap
Testament opmaken een eigen handig geschreven testament is perfect
geldig! Op voorwaarde dat het niet getypt is!
(er moet wel een datum en handtekening opstaan)
Doorwerking familie- en vermogensrecht
o Huwelijkscontract moet opgemaakt worden bij een notaris
Ontwikkelingen in het Belgisch Familiaal vermogensrecht
Huwelijksvermogensrecht
o Code Napoléon 1804
o 1958: gelijkheid man en vrouw - handelingsbekwaamheid van de vrouw
o Wet 14 juli 1976: nieuw primair stelsel en een nieuw wettelijk stelsel
o 2008: afschaffing controle rechtbank bij wijziging huwelijkscontract (gebeurt nu
gewoon via notaris!)
o Wet 18 juli 2018: verdere verfijning van het HVR
Correcties ingevoerd
Samenwoningsvermogensrecht
o Wet 23 november 1998: invoering wettelijke samenwoning - beperkt
vermogensrechtelijk statuut
o Wet 28 maart 2007: beperkt erfrecht voor de LLWSP
LLWSP = langst levende wettelijk samenwonende partner
,(LLE = langst levende echtgenoot/ echtgenote)
2 Relatievermogensrecht
2.1 Huwelijksvermogensrecht
2.1.1 Algemeen
Huwelijksvermogensrecht = regels die de vermogensrechtelijke gevolgen van een huwelijk, een
samenwoning of een ontbinding van het huwelijk gaan regelen
Het gaat niet over de gevolgen voor de persoon, het gaat om de gevolgen voor het vermogen
2 delen in het huwelijksvermogensrecht:
1. Primaire huwelijksstelsel
Art. 212-224 BW
= wederzijdse rechten en plichten die de wet voorschrijft voor echtgenoten
Ze zijn van DWINGEND recht
o = de echtgenoten kunnen er niet van afwijken!
o Je kan wel afspreken om een bepaalde plicht te gaan verfijnen, door te
zeggen we gaan die plicht zo of zo gaan invullen
o Je kan deze ook gaan uitbreiden
De regels hierin zijn eigenlijk de minimale plichten, je kan nog bijkomende plichten
gaan afspreken
Ze staan helemaal los van het huwelijksvermogensstelsel!! De rechten en plichten
zijn voor alle gehuwde dezelfde
2. Secundair huwelijksstelselstelsel
Art. 1387 – 1474/1 BW
= dit zijn de regels met betrekking tot het huwelijksvermogensstelsel en het wettelijk
stelsel
Er is hier veel KEUZEVRIJHEID!
o = je kan veel variaties maken
Huwelijksvermogensstelsels
3 basisstelsels maar variaties mogelijk!
1. Wettelijk stelsel
Klassiek: 3 vermogens
1 vermogen per echtgenoot + 1 gemeenschappelijk vermogen
2. Scheiding van goederen
2 eigen vermogens
Elke echtgenoot heeft zijn eigen vermogen
3. Algehele gemeenschap van goederen
1 gemeenschappelijk vermogen
,Wettelijk stelsel
Eigen vermogen echtgenoot 1 Gemeenschappelijk vermogen Eigen vermogen echtgenoot 2
Goederen van VOOR Beroepsinkomsten Goederen van VOOR
het huwelijk Goederen aangekocht het huwelijk
Erfenissen en tijdens huwelijk Erfenissen en
schenkingen Gemeenschappelijke schenkingen
Eigen schulden schulden Eigen schulden
Scheiding van goederen
Eigen vermogen echtgenoot 1 Eigen vermogen echtgenoot 2
Beroepsinkomsten Beroepsinkomsten
Vruchten, interesten van eigen Vruchten, interesten van eigen
vermogen vermogen
Algehele gemeenschap van goederen
Gemeenschappelijk vermogen
Beroepsinkomsten
Goederen verworven via erfenis of schenking
Goederen verworven voor het huwelijk
…
ALLE goederen, uitgezonderd: erfenissen en schenkingen die uitdrukkelijk ‘eigen’ moeten
blijven
2.1.2 Primair stelsel
Minimale wederzijdse rechten en verplichtingen van echtgenoten
o Het zijn de basisregels!
Dwingend recht
Art. 212, tweede lid BW
Toepassingsgebied: ALLE gehuwden
! Art. 1477 §2 BW: enkele bepalingen zijn ook van toepassing op wettelijk samenwonenden
(‘mini-primair stelsel’)
Gedurende de volledige duur van het huwelijk
o Dus ook als het even moeilijk gaat en je woont bv. even apart of tijdens een
echtscheidingsprocedure lopen de regels door!
Drie krachtlijnen:
1. Gelijkheid tussen echtgenoten (= wederzijdse rechten en plichten)
2. Solidariteit tussen echtgenoten en bescherming gezinsleven
3. Autonomie
, Art. 213 BW: wederzijdse plicht tot:
1. Samenwoning
Hier valt ook de plicht tot geslachtsgemeenschap onder! (als je dit niet doet, dan is
dit een inbreuk op art. 213 BW!)
2. Getrouwheid
Je mag geen overspel plegen! Je moet elkaar getrouw zijn!
Dit is ook een belangrijke grond voor echtscheiding
(het overspel kan enkel door een gerechtsdeurwaarder vastgesteld worden)
3. Hulp & bijstand
Hulp = je moet delen in je levenstandaard
Bijstand = vooral morele bijstand, je moet elkaar steunen (bv. bij verlies, ongeval,
ziekte,..)
≠ bijdrageplicht = bijdragen in de lasten en de kosten van het huwelijk
Art. 215 BW: bescherming gezinswoning (zie ook art. 224 §1, 1 BW)
§ 1. De ene echtgenoot kan zonder de instemming van de andere niet onder bezwarende titel of om
niet onder de levenden beschikken over de rechten die hij bezit op het onroerend goed dat het gezin
tot voornaamste woning dient, noch dat goed met hypotheek bezwaren.
Hij kan zonder die instemming evenmin onder bezwarende titel of om niet onder de levenden
beschikken over het huisraad dat aanwezig is in het goed dat het gezin tot voornaamste woning
dient, noch dat huisraad in pand geven.
Indien de echtgenoot wiens instemming vereist is, deze zonder gewichtige redenen weigert, kan de
andere echtgenoot zich door de [1 familierechtbank]1, laten machtigen om de handelingen alleen te
verrichten.
§ 2. Het recht op de huur van het onroerend goed dat een der echtgenoten gehuurd heeft, zelfs voor
het huwelijk, en dat het gezin geheel of gedeeltelijk tot voornaamste woning dient, behoort aan beide
echtgenoten gezamenlijk, niettegenstaande enige hiermede strijdige overeenkomst.
De opzeggingen, kennisgevingen en exploten betreffende die huur moeten gezonden of betekend
worden aan elk der echtgenoten afzonderlijk of uitgaan van beide echtgenoten gezamenlijk. (Elk van
de echtgenoten kan evenwel de nietigheid van deze documenten, die aan de andere echtgenoot
worden toegezonden of van deze laatste uitgaan, slechts inroepen indien de verhuurder kennis heeft
van hun huwelijk.) <W 20-02-1991, art. 3>
Elk geschil tussen de echtgenoten omtrent de uitoefening van dat recht wordt beslist door de
[ familierechtbank]1.
1
De bepalingen van deze paragraaf zijn niet van toepassing op handelshuurovereenkomsten, noch
op pachtcontracten
De gezinswoning (waar men samenwoont en de huishouding voert) mag NOOIT zonder de
instemming van de andere verkocht, geruild, geschonken worden, geen hypotheek, niet
inbrengen in een vennootschap,...
o Zelf al is dat een eigen goed!!
o Wederzijdse instemming is vereist!!! (≠ toestemming!)