Dit is de samenvatting van de lessen van professor Muylle in de 2de bachelor van het vak Zakenrecht. Ik heb alle lessen samengevat op een grondige en duidelijke manier.
2. Indeling der goederen................................................................................................................................ 5
2.1 Terminologie..................................................................................................................................................5
2.1.1 Goederen - mensen - dieren...................................................................................................................5
2.1.2 Lichamelijke voorwerpen – onlichamelijke voorwerpen.......................................................................5
2.1.3 vruchten en opbrengsten.......................................................................................................................6
2.1.4 goederen – geen goederen.....................................................................................................................6
2.1.5 Goederen die aan iemand toebehoort – goederen die aan niemand toebehoren...............................6
2.1.6 Publieke goederen – private goederen..................................................................................................7
2.1.7 Verbruikbare goederen..........................................................................................................................8
2.1.8 Deelbare goederen – ondeelbare goederen..........................................................................................8
2.1.9 Tegenwoordige goederen – toekomstige goederen..............................................................................8
2.1.10 Roerend goed – onroerend goed.........................................................................................................8
3. Zakelijke rechten...................................................................................................................................... 12
3.1 Begrip...........................................................................................................................................................12
3.1.1 Numerus clausus...................................................................................................................................12
3.1.2 Volgrecht en voorrang..........................................................................................................................13
3.2 Eigendom......................................................................................................................................................13
3.2.1 Algemeen..............................................................................................................................................13
3.2.2 Omvang eigendomsrecht.....................................................................................................................14
3.2.3 De afbakening van onroerende eigendom...........................................................................................16
3.3 Vruchtgebruik...............................................................................................................................................21
3.3.1 Aanwas gezamenlijk of gemeenschappelijk vruchtgebruik..................................................................21
3.3.2 Voorwerp van vruchtgebruik................................................................................................................21
3.3.3 Vestiging van vruchtgebruik.................................................................................................................22
3.3.4 Afbakening van vruchtgebruik..............................................................................................................22
3.3.5 Rechten en plichten..............................................................................................................................22
3.3.6 Einde van vruchtgebruik.......................................................................................................................23
3.4 Erfpacht........................................................................................................................................................23
3.4.1 Voorwerp van erfpacht.........................................................................................................................24
3.4.2 Vestiging van erfpacht..........................................................................................................................24
.......................................................................................................................................................................24
3.4.3 Rechten en plichten..............................................................................................................................24
.......................................................................................................................................................................24
3.4.4 Einde van erfpacht................................................................................................................................25
3.5 Opstal...........................................................................................................................................................25
3.5.1 Voorwerp van opstal............................................................................................................................25
3.5.2 Vestiging van opstal..............................................................................................................................25
3.5.3 Rechten en plichten..............................................................................................................................25
3.5.4 Einde van opstal....................................................................................................................................26
3.6 Burenrelaties................................................................................................................................................26
3.6.1 Erfdienstbaarheden..............................................................................................................................26
3.6.2 Mede-eigendom...................................................................................................................................31
, - Zakelijke zekerheden (pand, hypotheken, voorrechten, retentierechten)
Inhoud
6 delen
- Inleiding
- Indeling der goederen
- Zakelijke hoofdrechten
- Zakelijke zekerheden
- Publiciteit
- Zakelijke rechten: gemeenschappelijke principes
Hoorcolleges
Totaal ongeveer 26 uur
Cursusmateriaal
HB Goederenrecht editie 2021, lesnotities, codex, syllabus, ppt, lesopnames
Eindtermen
Bestudeerde begrippen en concepten
- Begrijpen
- Kunnen uitleggen in duidelijke, coherente zinnen
- Kunnen hanteren en plaatsen in het geheel van de cursus
- Praktisch kunnen toepassen
- Voorbeelden bij geven
- Zonder taalfouten
- Wetsartikelen kunnen geven
Evaluatie en examen
- Schriftelijk examen (fysiek of online)
- Mix van vragen
o Duiden van essentiële begrippen en rechtsregels
o Situeren van wetsbepalingen
o Goed of fout vragen
o Casussen
o Vergelijkingsvraag of reflectievragen: juridische en maatschappelijke
relevantie; kritische reflecties; eigen mening
- Gebruik actueel wetboek noodzakelijk (onbeschreven, geen kruisverwijzingen)
- Nuancering in antwoorden belangrijk
Aanbevelingen
Vragen: mathieu.muylle@vub.be
1.2 Inleiding
Wat is zakenrecht of goederenrecht?
Situering
- Goederenrecht is onderdeel van privaatrecht/burgerlijk recht
o Privaatrecht regelt rechtsverhoudingen tussen particulieren
<-> publiekrecht; regelt rechtsverhouding tussen particulieren en
overheid + samenstelling, werking, … van overheidsinstellingen
<-> andere privaatrechtelijke rechtsdomeinen: verbintenissenrecht,
contractenrecht
o Privaatrecht wordt traditioneel opgedeeld in patrimoniaal recht of
vermogensrecht en extra patrimoniaal recht
- Goederenrecht is onderdeel van vermogensrecht
3
, o Heeft betrekking op actieve en passieve samenstelling van
vermogen/patrimonium
o Vermogen = actieve bestanddelen (goederen + rechten) en passieve
bestanddelen (schulden + plichten)
Zakenrecht is ontstaan door toe-eigening door de mens van voordelen uit de natuur. De
mens heeft subjectief gebruik ervan veiliggesteld. Objectief recht <-> subjectief recht;
subjectief recht veronderstelt een concrete rechtsverhouding
Subjectieve zakelijke rechten =
Concrete bevoegdheden en aanspraken ten aanzien van anderen betreffende zaken
wanneer de toepassingsvoorwaarden van de algemene zakenrechtelijke regels vervuld
zijn
<-> subjectieve obligatoire
Uitsluiting
Extra patrimoniale rechten zoals het recht op huwelijk zijn niet in geld waardeerbaar of
toe-eigenbaar. Ze behoren niet tot het vermogen en zijn onvervreemdbaar; er kan niet
over worden beschikt.
Nuancering
Over bepaalde aspecten van deze rechten zij toch overeenkomsten mogelijk; uitoefening
van desbetreffend recht
Bv toelaten foto te gebruiken voor reclame, bloed of orgaan gift
Schenen van extra patrimoniaal recht xxx
Uitsluiting
Verbintenissen en vorderingsrechten
Verbintenis = rechtsverhouding tussen 2 of meer personen die ontstaat krachtens de wet
ingevolge een rechtshandeling of rechtsfeit
Op grond waarvan de ene persoon ten oopzichte van de andere gehouden is tot het
leveren van een prestatie
Uitsluiting
Intellectuele rechten; auteursrechten etc. geheel van rechten die zijn toegekend aan een
auteur of een uitvinder ter bescherming van de voortbrengselen van zijn geest. Dubbel
aspect: moreel recht (recht om boek uit te geven) en vermogensrecht (xx)
Waar vinden we zakenrecht?
Oud burgerlijk wetboek van toepassing op lopende zakelijke rechten
- Boek II: art 516-710bis oud BW
- Boek
Bijzondere wetten
- Wetten van 18 januari 1824 betreffende erfpacht en opstal (opstalwet gewijzigd
door W 25/4/2014)
- Wet van 16 december 1851 op de voorrechten en hypotheken (hypotheekwet)
- Artikel 1, eerste aanvullend protocol EVRM
Goederenrecht is gemoderniseerd naar de actuele maatschappij en diens normen. Het
nieuwe goederenrecht heeft een nieuwe duidelijkere structuur.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur samenvattingenvoorstudenten. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €15,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.