1. Spijsvertering
1.1. Acuut abdomen
Acuut abdomen is: Syndroom, plotse buikpijn, potentieel ernstig
Soorten buikpijn (wat ernstig en wat niet)
1.1.1.1. Peritoneale Pijn (1) (Belangrijkste)
= Pijn bij prikkeling PARIETAAL peritoneum (buikvlies)
= Peritoneum is sensibel bezenuwd
(3) = Visceraal Peritoneum : Autonoom bezenuwd van MD-stelsel
= Pariëtaal Peritoneum: Somatisch bezenuwd van buikwand
Somatisch: Motorisch deel dat we controleren (pink buigen), Precieze
pijn (weten waar en hoe). Als pariëtale peritoneum beschadigd is dan
weten we exact waar. (Aanhoudend, goed te lokaliseren, erger bij
bewegen en beter bij stil liggen). (Percussiepijn, spierverzet,
paralytisch ileus, Temperatuur, Drukpijn)
Peritoneale prikkeling: Bijna altijd ernstig probleem
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
1.1.1.2. Koliekpijn (2)
= Pijn door obstructie van hol orgaan
= Zeer hevig, op en afgaand, bewegingsdrang, braakneigingen,
uitstralingspijn.
Geen Peritoneale prikkeling
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
1.1.1.3. Viscerale pijn (3) (Vaak miskende pijn)
= Pijn prikkeling Visceraal peritoneum (buikvlies)
= Visceraal Peritoneum: Autonoom bezenuwd.
Autonoom: Niet onder controle, vage info naar hersenen, niet exact
te lokaliseren, pijn rond navel en maagstreek.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
1.1.1.4. Wandpijn (moeilijk onderscheiden van Peritonale pijn)
= Huid, spieren als oorzaak en niet de buikwand.
= Vaak na trauma (seat belt injury)
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
1.1.1.5. Gemengde pijn
= Begin van de pijn navragen want na tijd wordt deze vaag
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
1.1.1.6. Psychogene pijn
= Schepje bovenop doen. Alle pijn moet ernstig genomen worden
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
, Nevenverschijnselen
1.1.1.7. Sepsis
= Inflammatoire systemische reactie op bacteriëmie
= Inflammatoire reactie in ALLE weefsels
= Vasodilatatie & capillair lek
= Vaatbed expansie (vocht te kort, septische
shock)
= Shock
- Rilkoorts , Tachycardie , lage bloeddruk , septische
kraag (rood-blauw gekleurd) , oligurie
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
1.1.1.8. Shock
= Syndroom waarbij niet alle organen adekwaat kunnen
geperfundeerd worden.
- Stress, Tachycardie , lage bloeddruk , vertraagde
capillaire refill huid, oligurie
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
1.1.1.9. Braken
1. Reflectior: Uit reflex braken
2. Obstructie
3. Infectie
Wat braken?
= Koffiegruis : maagdilatatie
= Groen: Dunne Darmvocht
= Bruin, stinkend naar faeces: faecal oid: Dunne
Darmobstructie (ileus)
= Bloed: Bloeding
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
1.1.1.10. Koorts
= Wijst op infectie/ inflammatie
1.1.1.11. Ileus
= Paralytisch: MG-stelsel is verlamd. Bij operatie. Bij bloed,
darmvocht, maagsappen. (Beschermingsmechanisme zodat
infectie niet verspreid)
= Obstructieve: Darmobstructie. De darm gaat dilateren,
hierdoor braken en kans op slikpneumonie, door braken kans
op ondervulling en eventueel prerenaal nierfalen. De buik
wordt dikker en er ontstaat spanning, hierdoor veneuze retour
vermindering en dus ook hartdebiet. Diafragma wordt omhoog
geduwd en longen kunnen minder gebruikt worden. Ook
bacteriële translocatie, bacterie komen in bloed terecht zelfs
zonder perforatie. Op termijn kan de darm scheuren en dan
peritonitis.
(Vaak door een litteken streng veroorzaakt), tumor of
ingeklemde breuk.
,Perforatie van een hol orgaan: Er lekt inhoud in de buikholte. Zo ontstaat Peritonitis
(buikvliesontsteking), Sepsis, Paralytische ileus.
= Gebeurt perforatie traag en beperkt= PLASTRON: massa van darmlissen en omentum.->
Lichaam probeert infectie ter plaatse te houden. (Beschermingsmechanisme)
= Gebeurt perforatie snel=
Enkele maag-darm aandoeningen
1.1.1.12. Buikwand breuk
= Breuk: Zwelling thv buikwand, neemt toe bij Valsalva Manoevre, valt
te reduceren. Bij zwakkere delen zoals navel, litteken en liesopening.
= Ingeklemde breuk: Niet te reduceren, geen gevaar.
= Gestranguleerde breuk: Strangulatie, Inklemming, gevaarlijk kans
op Ischemie. (Pijnlijke harde breuk)
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
1.1.1.13. Gastro- oesophageale Reflux (Slokdarm)
- Tussen slokdarm en maag= Gastro-oesophageale sfincter.
Deze zorgt voor verhindering van maag en duodenum vocht in
slokdarm komt. Soms functioneert deze niet.
Dit veroorzaakt:
- Pyrosis (branderig gevoel achter borstbeen)
- Regurgitatie (terugvloeien maaginhoud naar keel)
- Slikpneumonie
- Metaplasie van slokdarm cellen naar
darmcellen
- Dysplasie (mutatie van metaplasie
waardoor kanker ontstaat)
-> PPI nemen, vermindert zuur maar alkalische reflux
van duodenum blijft bestaan dus nog kans op oesophagitis en
carcinomen.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
1.1.1.14. Gastritis (Maagontsteking)
= acuut rood gezwollen maagslijmvlies
Oorzaak: Uitwendige irritatie op maagslijmvlies door alcohol, NSAIDS,
allergie, infecties (Helicobacter Pylori)
Symptomen: Vage last onderbuik, opgeblazen, ructus (lucht
opboeren), anorexie, braken, nausea, branderig gevoel.
Diagnose: Gastroscopie met afname van biopsie (helicobacter)
Therapie: Maagsparende voeding, Maagprotectieve middelen, PPI
(zuurremmers), stoppen roken en alcohol
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
1.1.1.15. Peptische Ulcus, Maagulcus---Duodenumulcus
= Goedaardige zweer
= Defect van maag/ duodenum slijmvlies
Oorzaken: Helicobacter Pylori (biopsie in antrum) , Maagzuur, reflux,
NSAIDS, roken, infectie, trauma, shock, zollinger-ellison syndroom.
, Maagulcus: Bij jongeren vaak in Antrum, ouderen in corpus en fundus
= Postprandiale pijnklachten (maaglast na eten), uitstraling rug,
nachtelijke maagpijn.
Diagnose: Gastroscopie met biopsiename
Duodenumulcus: Ulceratie in bulbus of begin duodenum
= Postprandiale pijnklachten, hongerpijn, pijn tot uren na maaltijd.
Diagnose: Gastroscopie met antrale biopsiename (HP)
Therapie: rookstop, koffie-alcohol-pikant beperking,
Hp positief= AB 7dagen (Clamoxyl en Heliclar)
PPI 1ste keus= Sterkste zuurremmer (Omeprazole), bij reuma
patienten (NSAID gebreukers) levenslang PPI.
Heelkunde is zelden.
Complicaties:
- Bloeding: Hematemesis (bloedbraken) en melane (zwart kak)
- Perforatie: Acute buikpijn, shock, braken (maagsap in
buikopening)
- Pylorusstenose: Pylorus opent slecht door
oedeem/ontsteking/litteken thv pyloor rand.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
1.1.1.16. Maagcarcinoom (Vooral rauwe vis probleem)
= Vaak klachtenvrij , na 4-6 maand= Vol gevoel, pijn maag,
afkeer vlees, anorexie, dyspepsie (maagklachten)
Therapie: Vooral aan Cardia (opening) en Pyloor (uitgang)
sneller ontdekt door vroegere symptomen. Vaak laattijdige
diagnose. Vaak therapie. Laat stadium= Palliatieve zorg door
snelle hematogene en lyfogene uitzaaiingen.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
1.1.1.17. Icterus = Verhoogde bilirubinegehalte in bloed
= Hemolytische anemie
= Hepatisch: Hepatitis of LeverCirrose
= Posthepatisch: Steen in Choledocus (galsteen) of
pancreasgezwel.
Diagnose: Echografie, bij uitgezette galwegen= MRCP of
Echoendoscopie, bij niet uitgezette galwegen= Hepatitis
serelogie in bloed checken.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
1.1.1.18. Acute hepatitis
= Ontstekingsproces thv de hele lever, Necrose
parenchymcellen, ontstekingsinfiltraat rond portavelden.
Oorzaak: Alcohol, toxische medicatie of hepatitis A,Bcdef
Hepatitis A: HepA virus, faeco-orale overdracht, incubatietijd
2-6 dagen, vaak kinderen, nooit chronisch worden.
Hepatitis B: HepB virus, bloed-speeksel-sperma overdracht,
incubatietijd 2-6 maand, risico op chronisch worden en cirrose
Hepatitis C: HepC virus, bloed overdracht, incubatietijd 2
maand, risico op chronisch worden
Hepatitis D: HepDelta virus, Idem als B.