Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Begrippenlijst literatuur en diversiteit €5,39   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Begrippenlijst literatuur en diversiteit

 21 vues  1 fois vendu

In mijn samenvatting vind je een volledige begrippenlijst voor het vak literatuur en diversiteit.

Aperçu 2 sur 15  pages

  • 15 janvier 2022
  • 15
  • 2021/2022
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (2)
avatar-seller
jillstevens
Jill Stevens


Begrippenlijst literaire analyse (Literatuur en
diversiteit)
Het cijfer achter het begrip verwijst naar het college waarin het voor het
eerst is gebruikt.

Ab ovo (4): Vanaf het begin, chronologisch  latijn: vanaf het ei
Ad fontes (10): (Latijn, letterlijk 'naar de bronnen') terug naar de bronnen.
Vaak gebruik als motto of parool, waarbij erop aangedrongen wordt
dat de oorspronkelijke werken gebruikt, bestudeerd, gelezen e.d.
worden.
Alinea (4): Een alinea is een stuk tekst van meerdere zinnen. Alinea’s
beginnen altijd op een nieuwe regel. In de basis heeft elke alinea
een nieuwe kerngedachte.
Allegorie (1): Een allegorie in de literatuur is een gedicht of verhaal dat in
zijn geheel symbool staat voor iets anders.
Alexandrijn (2): Alexandrijn = Een alexandrijn is een zesvoetige jambische
versregel, dus een versregel die uit zes jamben bestaat, met een
knikpunt na de derde.
Alliteratie (1): Ook stafrijm ('staf' betekent 'letter') of letterrijm genoemd,
is het herhaald gebruik van gelijke beginmedeklinkers in twee of
meer beklemtoonde lettergrepen of woorden
Allusie (6): Toespeling= zinspeling= stijlfiguur waarbij naar een algemeen
feit, bekend persoon, bekende gebeurtenis, bekende tekst wordt
verwezen a.d.h.v. woordspelingen, indirecte verwijzingen
Alter ego (3): Is een tweede persoonlijkheid waarmee een persoon zich
onderscheidt van zijn werkelijke identiteit
Alwetend perspectief (3): Verteller staat buiten en boven de tekst, is zelf
geen personage, en/of vertelt vanuit onbeperkt aantal personages
Alwetende verteller/vertelinstantie (3):
Ambigu/ ambiguïteit (2): Wat op verschillende manieren kan begrepen
worden=dubbelzinnig
Anafoor (4): Herhalen van steeds weer een of meerdere woorden aan het
begin van elkaar opvolgende zinnen of zinsdelen
Analyse (2): Een literaire analyse verwijst in feite naar een analyse van
een literair werk. Het probeert het werk van een auteur te
evalueren, analyseren en bekritiseren.
Animalisering (5): Stijlfiguur waarbij een niet levend iets wordt voorgesteld
als iets levend  als deze voorstelling de mens betreft=
personificatie
Anakoloet (11): Een anakoloet is een zin die is opgebouwd uit twee (of
meer) tegenstrijdige zinspatronen. De zin die daardoor ontstaat, is
ongrammaticaal
Antimetrie (11): Antimetrie = Er is sprake van ` antimetrie ` wanneer in
een metrisch vers van de maat wordt afgeweken, waarbij een
bepaald effect optreedt
Apostrofe (3): Apostrofe is een stijlfiguur waarin een spreker rechtstreeks
iemand (of iets) aanspreekt die niet aanwezig is of niet kan reageren
in werkelijkheid.

, Jill Stevens

Associatie/ associëren (10): Een betrekking/ verband leggen tussen twee
begrippen
Assonantie (1): Rijmvorm waarbij klinkers of tweeklanken worden herhaald
(niet medeklinkers)  uitspraak is belangrijk
Asyndetische vergelijking (5): Een metaforische vergelijking waarbij het te
vergelijken object en het beeld zonder enig verbindingswoord naast
elkaar staan.
Auteursportret (2): Portret van de auteur
Autobiografie (9): Een autobiografie is een zelfgeschreven levensverhaal
Met een autobiografie probeer je je eigen levensverhaal samen te
vatten in een boek.
Autobiografisch (9): Volgens regels van de autobiografie
Autobiografisch pakt (9): Afspraak met de lezer dat gebeurtenissen echt
zijn gebeurd en betrekking hebben de auteur als persoon
Autonoom (object) (2): Tekst op zichzelf beschouwen
Autorepresentatie (7): Beeldvorming zoals die door de kunstenaar in
kwestie zelf gecreëerd wordt
Beeld (5): Voorstelling van iets
Beeldspraak (1): Taalgebruik waarbij je iets beschrijft door het te
vergelijken met iets anders
Belevend ik (4): De ik-verteller waarbij alles NU gebeurt, op dit moment en
de lezer dus heel dicht bij het gebeuren betrokken raakt.
Bericht (11): Zie driehoek van Petersen
Betekenisproductie (5): Wanneer er extra betekenis geproduceerd wordt
Betogend (6): Een tekst waarbij een stellingname wordt ondersteund met
argumenten en de lezer wordt overtuigd het standpunt over te
nemen
Bewustzijnsrepresentatie (3): Weergave van taal en denken van
personages
Binnenrijm (3): Rijm binnen één versregel
Bron (6): Afkomst, herkomst, waar iets vandaan komt
Canon/ literaire canon (1): Een lijst boeken die door een bepaalde cultuur
als klassiek en cultureel belangrijk worden gezien
Censuur (8): Een beknotting van de vrijheid van meningsuiting
Chiasme (6): =kruisstelling: Stijlfiguur waarbij twee bij elkaar horende
zinnen of zinsdelen in woordvolgorde elkaars spiegelbeeld zijn
Citaat (6): Een letterlijke uitspraak van iemand die door iemand anders
aangehaald wordt
Close reading (2): Minutieuze lezing van de tekst zelf, zonder gebruik te
maken van biografische of andere extra literaire informatie
Context (6): De totale omgeving waarin iets zijn betekenis krijgt
Couleur locale (6): De karakteristieke bijzonderheden die een verhaal
situeren in ruimte en tijd
Cultureel (bepaald) (8): Bepaald door een cultuur
Cyclus (4): Een cyclus van gedichten is een grote literaire vorm die
verschillende gedichten combineert tot een bovengeschikte eenheid,
die getuigt van een verhoogde artistieke wil om te bouwen en te
vormen. Naast zijn onafhankelijkheid krijgt het individuele gedicht
een nieuwe functie in de context van de cyclus en, onder bepaalde

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jillstevens. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80364 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,39  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter