Samenvatting Straf- en
strafprocesrecht
Deel 1: Strafrecht
1. Belangrijke begrippen
1.1. Wat is strafrecht?
Strafrecht = geheel van rechtsregels die bepalen onder welke voorwaarden voor specifieke
gedragingen (misdrijven) specifieke sancties (strafrechtelijke sancties) opgelegd en uitgevoerd
worden
Binnen strafrecht:
Materieel strafrecht = het eigenlijke strafrecht, gaat over misdrijven, sancties en daders
Formeel strafrecht = het strafprocesrecht, ook wel de strafvordering genoemd. Gaat over de
opsporing en de vervolging van misdrijven, de berechting van personen die misdrijven
hebben gepleegd, strafuitvoering, organisatie en de werking van strafrechtbanken
Beschermende functie straf- en strafprocesrecht:
Enerzijds zorgen ze voor een verzekering dat de overheid optreed wanneer een misdrijf gepleegd
is (overheid = politie, parket, onderzoeksrechter,…)
Anderzijds zijn er duidelijk afgebakende regels, die ervoor moeten zorgen dat de bestraffing van
onschuldigen moet worden vermeden
Strafrecht heeft te maken met misdrijven, daders en sancties
1.2. Kenmerken van het strafrecht
Kenmerken van het strafrecht:
Publiek recht
Bij strafrecht neemt de overheid het over het is dus publiek recht!
De vervolging van misdrijven, de veroordeling, de berechting en de bestraffing (bv. systeem van
bestraffing, gevangenisstraffen, elektronisch toezicht, werkstraffen) in handen van de overheid
Het is wel zo dat de verhouding tussen de burgerlijke partij en de dader (bv. als er een
schadevergoeding wordt gevraagd aan de dader van de burgerlijke partij) privaat recht is
Openbare orde
Openbare orde behoort tot het dwingend recht = zodanig belangrijk, men kan er niet van afwijken
! Bij een toestemming van het slachtoffer neemt dat ook het strafbaar feit niet weg!
,Bv. Stel een persoon is depressief en de moeder van die persoon is huisarts, de persoon zegt: “geef
mij een spuitje, ik ben mijn leven beu” wordt nog steeds gezien als een strafrechtfeit! Ookal is er
dus toestemming van de persoon
Legaal recht
Legaliteitsbeginsel = nullum crimen nulla poena sine lege = geen misdrijf, geen straf zonder wet
men moet dus zorgen dat er altijd een wettelijke grondslag is
Sanctierecht
Strafrecht heeft de bedoeling om strafbare gedragingen te gaan sanctioneren, we willen de dader
doen lijden. Het is dus een sanctierecht.
We kunnen de dader treffen in:
- Zijn vermogen (bv. boete)
- Zijn eer (door bv. werkstraf geen blanco strafblad)
- Zijn vrijheid (bv. gevangenisstraf, straf onder elektronisch toezicht)
Deze straffen hebben een:
- Preventieve functie dit gaat ons ervan weerhouden dat we een misdrijf gaan plegen (we
weten dat we anders een sanctie gaan krijgen)
- Repressieve functie als het misdrijf dan toch gepleegd is, dan moet er daar aan een straf
gekoppeld zijn
1.3. Drie kernbegrippen
3 kernbegrippen:
Dader
o Natuurlijk persoon (bv. ik pleeg een moor ten nasi van mijn echtgenoot)
o Rechtspersoon (bv. een nv die zich al jaren niet aan de milieuwetgeving houdt de
nv kan ontbonden worden, er kan een verbod worden uitgesproken om een
bepaalde activiteit te verrichten,…)
Strafrechtelijke sancties
Typische sancties:
- Geldboete
- Werkstraf
- Gevangenisstraf
We zullen zien dat er nog meer sancties zijn, de laatste jaren zijn er ook meer
beveiligingsmaatregelen
- Bv. een internering = een beveiligingsmaatregel voor iemand die krankzinnig is en die een
misdaad of wanbedrijf gepleegd heeft en die aan bepaalde voorwaarden voldoet
,Er zijn ook steeds meer nieuwe straffen ontstaan
- Bv. elektronisch toezicht = enkelband
- Bv. autonome probatiestraf = waarbij (een) voorwaarde(n) worden opgelegd
Misdrijf
= algemene term
Er zijn 3 soorten misdrijven: ( dit wordt ingedeeld volgens de zwaarte van de straf)
- Een overtreding
- Een wanbedrijf
- Een misdaad
1.4. Bronnen van het strafrecht
= een vind plaats, waar vind ik nu eigenlijk het strafrecht?
Bronnen van het strafrecht:
Wetgeving
o Internationale bronnen
(bv. het Europees gedrag voor de rechten van de mens, het BUPO verdrag = het recht
op een eerlijk proces,…)
o Nationale bronnen
(bv. de grondwet, het recht op eerlijk proces,…)
De complementaire wetten = wetten die het strafwetboek aanvullen
(bv. interneringswet, de voorlopige hechtenis, de probatiewet, wet op de
verzachte omstandigheden,…)
Bijzondere strafwetten = buiten het strafwetboek zijn er nog veel wetten die
eigenlijk een specifieke materie regelen
(bv. drugwet, wapenwet,…)
SW = strafwetboek
uitsluitend gebruikt tot aan de herfstvakantie
het eigenlijke strafwetboek dateert van 8 juni 1867
SV = strafvordering wetboek
Rechtspraak
= uitspraken van rechtbanken (maken vonnissen) en hoven (maken arresten)
Alleen maar bindend voor de betrokken partijen
Gezaghebbende rechtsbron, niet bindend voor derden
, (stel dat een persoon wordt veroordeeld dan is dat voor hem bindend MAAR voor anderen, derden is
dat gezaghebbend)
Rechtsleer
= geheel van wetenschappelijke publicaties over juridische aangelegenheden, bv. in een handboek,
juridisch artikel,…
dit is niet bindend (iemand kan hier naar verwijzen om zijn gelijk te krijgen maar de rechter is hier
niet aan gebonden) MAAR gezaghebbend (want bepaalde auteurs kunnen lichtelijk verschillen van
mening)
1.5. Strafgerechten
! Belangrijke rechtbanken in strafrecht:
Politierechtbank
o Voor verkeersmisdrijven
o Voor overtredingen = lichtste categorie van misdrijven (bv. nachtlawaai, vandalisme)
Rechtbank van 1ste aanleg:
o correctionele rechtbank
Voor wanbedrijven (bv. diefstal)
Voor gecorrectionaliseerde misdaden (bv. brandstichting)
Voor hoger beroep van de politierechtbank
o Strafuitvoeringsrechtbank houdt zich bezig met de uitvoering van bepaalde
strafuitvoeringsmodaliteiten
(bv. iemand wil penitentiair verlof, iemand wil voorwaardelijk in vrijheid gesteld
worden,… hier aanvragen)