Samenvatting Economisch recht
Deel 1: Fundamentele elementen van het economisch recht
1. Inleiding
Wat is economisch recht? (hierover geen vragen op het examen)
Rechtsregels na te leven in het economische leven
B2B – B2C
o B2B = ondernemingen onderling
o B2C = onderneming en de consument
Ondernemingsrecht
o Oprichting, organisatie en werking van de onderneming bij uitoefening economische
activiteiten
o Vennootschapsrecht, handelstussenpersonen, waardepapieren en
betalingstechnieken, gerechtelijk akkoord, faillissement
Marktrecht
o Regels bij verdelen (verkopen) goederen en diensten
o Bescherming concurrenten en consumenten
o Eerlijke mededinging, marktpraktijken en consumentenkrediet
2. De bronnen van het economisch recht
2.1. Wetgeving
2.1.1. Nationale wetgeving
WER (= wetboek economisch recht)
Wetboek van koophandel is afgeschaft! NU: WER
Men is dat wetboek van koophandel op een gegeven moment gaan decodificieeren = grote stukken
gaan uitnemen (bv. rond faillissement is het uit het wetboek van koophandel gehaald en is er een
aparte wet van gemaakt)
Hercodificatie is gebeurt in het WER
WER = aanbouwwetgeving = het was niet van de eerste keer klaar, ze zijn begonnen aan boek 1
(algemene definities) en zijn verder gegaan met aanbouwen (elke keer een stukje erbij)
het trad dus niet in 1 operatie in werking, maar wel stuk per stuk
Boek 20 is een van de laatste aanbouwingen
De nummering van de boeken gebeurt in romeinse cijfers, en per boek loopt de nummering niet
door maar begint het opnieuw te tellen
Bijzondere wetten
Zoals de vennootschapswetgeving, de burgerlijke wetgeving,… regels hieruit gelden soms ook in
het economisch recht
, 2.1.2. Het internationale recht
Het traditionele internationaal recht
gaat over bilaterale verdragen en multilaterale verdragen tussen soevereine staten
Multilateraal verdrag = een verdrag met verschillende partijen, meer dan 2
Billateraal verdrag = een verdrag met enkel 2 landen
Bv. internationaal koopverdrag, internationaal goederenvervoer over de weg
Recht van de Europese Unie
zorgt voor een nieuwe dimensie van het recht omdat het geen zuiver internationaal recht meer is
tussen 2 of meer staten maar het is supranationaal recht
Supranationaal recht = recht van de EU, het is niet gecreëerd door 2, 3 of meer partijen (die een
verdrag goedkeuren in hun nationaal parlement)
Het komt onder een vorm die door de Eu zelf gecreëerd wordt.
Alle 27 lidstaten van de EU hebben in de grondwet voorzien dat de EU boven hun hoofden heen
op een supranationaal niveau is. Ze kunnen zelf wetgeving maken (door dat extra niveau)
Raad van de EU en het Europees parlement maken samen nieuwe Europese wetten op voorstel
van de Europese commissie er zijn 3 wetgevende instrumenten:
o Richtlijnen
Bevat een aantal rechtsregels
Die door de nationale overheid van de lidstaten verplicht moeten worden
opgenomen en verwerkt worden in hun eigen wetgeving
De nationale overheden moeten de door de richtlijn beoogde resultaten bereiken,
maar behouden de bevoegdheid om vorm en middelen te kiezen
Een bindende wet, maar ze is niet onmiddellijk en rechtstreeks van toepassing
Harmonisatierichtlijnen = richtlijnen die worden uitgevaardigd om de inhoudelijke
verschillen tussen de wetgevingen van de lidstaten geleidelijk aan weg te werken =
belangrijkste richtlijnen
Bv. de handelsagenture overeenkomst
o Verordeningen
Bevatten een algemene en volledige reglementering die rechtstreeks van toepassing
is in alle lidstaten
Onmiddellijk toepasbaar
Echte Europese wetten die gepubliceerd worden in het Europese publicatie blad en
vanaf dan wet zijn.
, In alle landen zijn ze vertaald naar gelang hun taal, maar het is overal dezelfde
identieke tekst
o Besluiten
Zijn enkel op de uitdrukkelijke aangeduide bestemmeling van toepassing
= individuele rechtsbronnen
Gelden niet voor iedereen tegelijk maar geld voor welbepaalde ondernemingen of
groepen van ondernemingen
In sommige omstandigheden is er ook een beetje gewestelijk recht (bv. huurrecht)
2.2. Rechtspraak
Geheel van beslissingen uitgesproken door rechtscolleges
Bindend t.a.v. partijen
Gezaghebbend
2.3. Rechtsleer
Geheel van studies geschreven door rechtsgeleerden
Niet bindend
Gezaghebbend
Bv. juridisch tijdschrift in het Rechtskundig Weekblad
Wanneer je iets uitlegt voor een groot publiek (bv. in een handelsblad een uitleg over echtscheiding)
GEEN rechtsleer
2.4. Gewoonte
Gebaseerd op welbepaalde en herhaalde handelswijzen
Bindend
= ongeschreven recht
Vinden we nauwelijks nog terug in de praktijk
3. De ondernemingsrechtbank
Voor tussen klein of grote ondernemingen is het ALTIJD de ondernemingsrechtbank!
1 UITZONDERING
wanneer ondernemingen particulieren willen dagvaarden (bv. een klant die niet wilt betalen)
DAN gebeurt dit bij de rechtbank van 1ste aanleg (en niet bij de ondernemingsrechtbank)
Ook Hof van beroep wanneer het gaat over beslissingen tegen de ondernemingsrechtbank
De werking en organisatie van de rechtbanken vastgelegd in het Gerechtelijk Wetboek
, 3.1. Samenstelling
9 ondernemingsrechtbanken
o Eén per Hof van Beroep (Gent, Antwerpen, Bergen en Luik)
o 4 in Brussel (= Nederlandstalig & Franstalig), 1 in Eupen (= Duits)
Eén of meerdere kamers
De ondernemingsrechtbank bestaat uit 1 of meerdere kamers per afdeling of per zetel
(waar veel bevolking, zaken zijn meerdere kamers ook andersom)
Per verschillende kamer is er een specifieke bevoegdheid
Bv. een inleidingskamer voor alle nieuwe zaken, een faillissementskamer, een handelscontracten
kamer, bouwzaken,…
Een kamer bestaat uit voorzitter (beroepsmagistraat) + 2 rechters in
ondernemingszaken (= RIO)
o Uit bedrijfsleven, niet noodzakelijk juristen (kan wel)
o Benoemd door Koning voor vijf jaar
Bijgestaan door griffier
Soms Procureur des Konings
dagvaard soms in faillissement zaken om zijn/ haar advies te geven
ze zijn bijgestaan door substituten
Vroeger was in sommige omstandigheden (sommige handelsgeschillen) de vrederechter nog
bevoegd, nu niet meer!
3.2. Bevoegdheden
Geschillen tussen ondernemingen (vroeger handelaars)
Vroeger waren dokters, advocaten, notarissen, kinesisten,…
niet thuis op de rechtbank van koophandel, omdat het geen handelaars zijn maar vrije beroepen!
NU: dus wel thuis in de ondernemingsrechtbank
Geschillen van niet-ondernemer tegen ondernemer aangaande ondernemingsverrichtingen
wanneer niet-ondernemer dat wenst
Andersom kan het niet, dan moet de zaak voor de vrederechter of de rechtbank van eerste aanleg
gebracht worden
Welbepaalde geschillen (zelf al zijn er geen ondernemers bij betrokken)
o Geschillen tussen vennoten handelsvennootschap
o Geschillen m.b.t. wissels / orderbriefjes
o Geschillen i.v.m. faillissement