Samenvatting van volgende artikelen:
Polariseert Nederland? Ontwikkelingen in politiek-culturele tegenstellingen - Paul Dekker en Josje den Ridder
Cultureel-etnische segregatie in het onderwijs: achtergronden, oorzaken en waarom te bestrijden – Joep Bakker
Doet onderwijssegregatie ertoe? �...
Polariseert Nederland? Ontwikkelingen in politiek-
culturele tegenstellingen - Paul Dekker en Josje den
Ridder
Dit artikel gaat over een brede verkenning van de politiek-culturele polarisatie in de afgelopen
decennia. Politiek-cultureel houdt in dat het niet alleen om inhoudelijke politieke tegenstellingen
gaat maar ook om houdingen en gevoelens ten aanzien van de politiek.
Met polarisatie wordt in dit artikel opgevat als een multidimensionaal begrip. Het manifesteert zich
in ten eerste een toenemende verdeeldheid in de hele bevolking, ten tweede toenemende
verschillen in gemiddelde posities van bevolkingsgroepen en ten derde een sterker wordende
samenhang tussen politiek-culturele tegenstellingen.
Onderzoeksmethode: bevolking enquêtes uit twee langlopende onderzoeken.
Constructen:
- (Pro-)nivellering: proces waardoor (inkomens-)verschillen tussen individuen of sectoren
geringer worden.
- (Anti)autoritarisme: systeem (meestal dictatuur) waarbij alle macht berust bij een kleine
groep die niet aan enigerlei vorm van controle onderworpen is
- Links-rechtszelfplaatsing:
- Politiek zelfvertrouwen:
De vier onderzoeksvragen en de resultaten in het artikel zijn:
1. Is er meer politiek-culturele verdeeldheid in de bevolking ontstaan?
- Bij pro-nivellering zijn er geen statisch significante trends te signaleren, bij politiek
zelfvertrouwen wijzen twee van de drie indicatoren op toenemende polarisatie. Bij
antiautoritarisme en de links-rechts zelfbepaling zijn de indicaties tegenstrijdig.
- De kortste samenvatting van ontwikkelingen in beide onderzoeken is dat er in de
afgelopen decennia geen veelomvattend politiek-culturele polarisatie s geweest in de zin
van over de hele linie toenemende tegenstellingen tussen individuele Nederlanders.
- Conclusie: is de bevolking meer verdeeld geraakt? Dat is zeker niet over de hele linie het
geval geweest. Tegenover gevallen van polarisatie (politiek zelfvertrouwen tot in de jaren
tachtig, Europa sinds midden jaren negentig) staan gedepolariseerde kwesties
(euthanasie, inkomensnivellering) en dubbelzinnige polarisatietrends (minder extremen
en meer blokvorming in de links-rechts-plaatsing).
2. Zijn politiek-culturele verschillen tussen bevolkingsgroepen groter geworden?
- Op basis van culturele veranderingen en nationale kiezersonderzoeken is er wel
aanleiding om polarisatie tussen bevolkingsgroepen te signaleren: vrouwen zijn linkser
en worden dat nog meer; ouderen zijn meer voor nivellering en worden dat nog meer,
lager opgeleiden worden rechtser.
- Conclusie: zijn verschillen tussen bevolkingsgroepen groter geworden? Meestal niet; dan
vonden we geen ontwikkeling, convergentie of tegenstrijdige onderzoeksresultaten. In
enkele gevallen wel: de links-rechtstegenstelling nam toe tussen de seksen (vrouwen
werden linkser) en tussen lager- en hogeropgeleiden (lageropgeleiden werden rechtser),
op inkomensnivellering polariseerden jong en oud (oud meer pro) en op EU hoger- en
lageropgeleiden (hogeropgeleiden zijn meer pro).
3. Is de samenhang van politieke voorkeuren met zelfvertrouwen sterker geworden?
- Er is geen algehele versterking van de samenhang tussen inhoudelijke tegenstellingen en
tegengestelde houdingen tot politiek. Wel wijzen beide onderzoeken erop dat nieuwe
, politieke tegenstelling (autoritair-libertijns, globaliseringskwestie) wel en oude
tegenstellingen (nivellering, euthanasie) nauwelijks of niet samenhangen met politiek
zelfvertrouwen.
- Conclusie: zijn de relaties tussen inhoudelijke politieke voorkeuren en politiek
zelfvertrouwen sterker geworden? Ook op deze vraag gaven de geanalyseerde data
geen ondubbelzinnig antwoord. We constateerden echter wel dat de samenhang van het
politieke zelfvertrouwen met globaliseringskwesties relatief sterk is. Een toenemend
belang van die kwesties in de politiek zou polarisatie tot gevolg hebben in de zin van een
verbredende politiek-culturele tegenstelling.
4. Zijn we vaker gaan denken dat er grote tegenstellingen bestaan?
- Op politiek gebied lijkt het niet het geval dat er meer tegenstellingen zijn, althans als er
af wordt gegaan op verschillen tussen politieke partijen die worden gepercipieerd in
termen van links en rechts.
- Conclusie: zijn we vaker gaan denken dat er grote tegenstellingen bestaan? Niet als het
om tegenstelling tussen politieke partijen gaat, maar gemiddeld wel bij de vergelijking
van sociale groepen. Achter dat gemiddelde gaan echter tegengestelde veranderingen
schuil en is er weinig grond om toenemend ‘tegenstellingen denken’ te veronderstellen.
Beschrijvend onderzoek: beschrijvend onderzoek wordt gebruikt om kenmerken van een
onderzochte populatie of fenomeen te beschrijven. Het beantwoordt geen vragen over hoe /
wanneer / waarom de kenmerken zijn opgetreden. Het behandelt eerder de "wat" -vraag.
Verklarend onderzoek: Onderzoek waarin je toetst of een van tevoren geformuleerde verwachting,
meestal een hypothese gebaseerd op een theorie, uitkomt.
, Cultureel-etnische segregatie in het onderwijs:
achtergronden, oorzaken en waarom te bestrijden –
Joep Bakker
Achtergronden:
In de VS vindt onderwijssegregatie zijn oorsprong in raciale tegenstellingen tussen de Europees-
Amerikaanse en de Afrikaans-Amerikaanse bevolkingsgroepen en daarmee gepaard gaande
ongelijkheid en discriminatie die pas met de invoering van de Civil Rights Acts (1964) definitief
verboden werden verklaard. Tijdens een rechtszaak in Amerikaanse Hooggerechtshof werd unaniem
beslist dat de segregatie in het openbaar onderwijs afgeschaft moest worden.
De onderwijssegregatie in Europa ontstond door de komst van grote groepen migranten die
gedurende de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw kleur gaven aan het reeds bestaande
sociaaleconomische segregatie. Door een tekort aan ongeschoold personeel werden er
arbeidskrachten geworven uit andere landen. De komst van die zogeheten gastarbeiders zou de
cultureel-etnische segregatie in de samenleving en onderwijs verbreden en verdiepen. Veel
gastarbeiders vertrokken weer naar hun eigen land, maar sommige beleven, herenigden met hun
gezinnen en vestigde ze zich door hun zwakke sociaaleconomische positie in achterstandswijken.
Hierna ontstond er een witte vlucht, waardoor niet alleen segregatie, maar ook de concentratie van
de etnische minderheidspopulatie bevorderd werd. De scholen in die wijken dragen daar dan ook de
sporen van.
Oorzaken en hoe te bestrijden:
Een eerste oorzaak zijn kenmerken van het onderwijssysteem zelf. Zo draagt bijvoorbeeld het
bestaan van publiek en privaat onderwijs bij aan segregatie. Ook het bestaan van openbare en
confessioneel-bijzondere scholen zou in beginsel ook cultureel-etnische segregatie in het onderwijs
in de hand kunnen werken. Dat er in het openbare onderwijs veel meer zwarte scholen te vinden zijn
dan in het bijzonder-confessionele, heeft alles te maken met de spreiding van openbare en
bijzondere scholen over de regio’s. er zijn simpelweg meer openbare scholen in de regio’s en buurten
waar relatief veel allochtonen wonen. Daarnaast draagt het moment van selectie bij de overgang van
primair naar secundair onderwijs bij aan segregatie. Over het algemeen gaat vroege selectie samen
met een sterk gedifferentieerd systeem.
Een tweede oorzaak is ruimtelijke of residentiële segregatie. Onder politici en andere beleidsmakers
bestaat er een groeiende consensus dat residentiële segregatie van cultureel-etnische groepen een
ongewenst fenomeen is en derhalve bestreden moet worden. Eenzijdig samengestelde buurten zijn
doorgaans sociaaleconomische achterstandswijken waar problemen rond werkloosheid, criminaliteit
en leefbaarheid zich kunnen opstapelen. Daarbij is dat concentraties van minderheidsgroepen hun
sociaal-culturele integratie in de maatschappij in de weg kan staan. Er zijn veel desegregatieprojecten
om deze concentratie te verminderen zoals fysiek ingrijpen in de woningvoorraad en woonomgeving
tot het verlenen van subsidies die mensen moeten verleiden om naar een andere buurt te verhuizen.
Een derde oorzaak is schoolkeuze gedrag van ouders. Autochtone ouders prefereren een school voor
hun kinderen die aansluit bij hun eigen sociale en culturele achtergrond en gaan derhalve scholen,
overwegend bezocht door kinderen met een niet-Nederlandse achtergrond, uit de weg. Het tot
dusver meest effectief gebleken beleid om schoolkeuzeprocessen te beïnvloeden is de controlled
choice-politiek die lokale overheden de mogelijkheid geeft om schoolkeuzeprocessen van ouders