Samenvatting Geschiedenis vwo 5 themakatern Geloof en Verstand
64 vues 4 fois vendu
Cours
Geschiedenis
Type
VWO / Gymnasium
Dit is een samenvatting van het vak geschiedenis voor leerlingen uit 5 vwo. Hierin staan de 3 hoofdstukken van het themakatern geloof en verstand samengevat, onderverdeeld in de volgende paragrafen:
1.1 In de vroege middeleeuwen
1.2 In de hoge en late middeleeuwen
1.3 In de 16e eeuw
1.4 In de ...
1.1 In de vroege middeleeuwen
In de tijd van de monniken en ridders woonden er in Nederland de Germaanse volken:
- De Friezen in West- en Noord-Nederland
- De Franken in Zuid-Nederland
- De Saksen in Oost-Nederland
Ze hadden geen geschriften nagelaten en aanbaden de natuur, met als heilige plaatsen
bomen en bosjes. Elke stam had eigen goden en heilige plaatsen. Ze noemen zichzelf de
aanwezigheid en ze maakte dus geen gebruik van tempels en godenbeelden zoals de
Romeinen dat wel deden. Een ander verschil is dat Romeinen godenbeelden in tepels
aanbaden en Germanen met cultus de natuur aanbeden, die diende als verblijfplaats voor de
hogere wezens. De wereldlijke en geestelijke macht waren niet gescheiden, met een koning
die tegelijk priester was.
De godsdienst van de Romeinen en Germanen hadden beide meerdere goden aan wie ze
offerden om gunsten te krijgen. Ze geloofden dat ze na de dood naar een dodenrijk gingen,
waar ze soms nog contact konden zoeken met de levenden.
Germanen in het Romeinse rijk moesten de keizer en Jupiter vereren (acculturatie).
De Germaanse godenwereld werd verwoest door het christendom, wat verschilde met hun
heidendom. Voor christenen was er één god (monotheïstisch) die alles had geschapen en het
menselijke leven leidde. Het christendom had de Bijbel als heilig boek en had een leer van
goed en kwaad. God kwam in de gedaante van Jezus naar de aarde om de mensheid de weg
te wijzen en te verlossen van de erfzonde van de eerste mens. De christenen hadden een
voor iedereen geldende waarheid.
De kerk werd geleid door bisschoppen die van een centrale stad een eigen bisdom
bestuurde. In de 4e eeuw ontstond discussie tussen bisschoppen over de juiste
geloofsopvattingen. Keizer Constantijn organiseerde synodes, waarin bisschoppen uit het
hele rijk de regels van het geloof vaststelde. Zo werd er in 325 de leer van de Heilige Drie-
eenheid in de doctrine opgenomen (vader, zoon en heilige geest).
Het christendom kwam laat in Nederland. Het was vanuit het Middellandse Zeegebied, waar
het in de 1e eeuw als sekte binnen het jodendom ontstond, in de 3e eeuw doorgedrongen
door bijna het gehele Romeinse rijk. De kerstening van Nederland begon in 690, toen de
Engelse monniken onder leiding van Willibrord het christendom kwamen prediken, met steun
van de paus. Deze missionarissen konden hun werk doen door bescherming van lokale
machtshebbers. De bekering van Clovis in 296 werd als keerpunt gezien in de geschiedenis,
omdat hij heel zijn volk liet bekeren waarna de Franken het christendom gebruikten om hun
macht uit te breiden.
In 785 maakte Karel de Grote een eind aan de weerstand van de Saksen, maar toch zat het
christendom in het gewone volk nog niet diep. Door syncretisme leefde onderdelen van het
oude geloof door. Zo bleven goden en andere bovennatuurlijke wezens bestaan in de vorm
, van heiligen, heksen, weerwolven en demonen. Ziektes en andere tegenslagen waren het
gevolg van boze geesten en duivelse invloeden. De kerk zag al deze opvattingen door de
vingers.
1.2 In de hoge en late middeleeuwen
In de tijd van steden en staten waren kerk en staat een twee-eenheid, waarbij de kerk ervoor
zorgde dat gelovigen hun plichten nakomen. De wereldlijke overheid beschermde de kerk en
regelde nog andere zaken, met vaak geestelijken als wereldlijke bestuurders. Omgekeerd
bemoeiden deze bestuurders zich ook met kerkelijke benoemingen en vonden ze zichzelf
eigenaar van kerken die door hen of hun voorouders waren gesticht. De heiligen die
voorspraak konden doen bij God verrichtten wonderen en hadden een voorbeeldfunctie
(Maria). Iedere stad en gilde had eigen beschermheiligen, waarbij er voor elk probleem of
gevaar een andere heilige was.
Vanaf de 12e eeuw leerde de kerk dat er tussen hemel en hel het vagevuur was, waarin zielen
werden bestraft voordat ze naar de hemel konden. Men kon deze tijd verkorten door te
bidden en goed te leven. Zo kon je tegen betaling geestelijke laten bidden of kerkdienst laten
plaatsvinden, voor jezelf of voor een overledene. Ook verkocht de kerk aflaten, waarmee je
de tijd in het vagevuur verkorten.
De kerk bepaalde de normen en waarden van mensen, door geestelijken die preekten tijdens
een mis en door het gebruik van biechten om mensen op het rechte pad te houden. Vanaf
1215 waren gelovigen verplicht om minstens één keer per jaar hun zonden op te biechten bij
een priester. Hij moest de zonden geheimhouden en stelde een boete op, zoals het geven
van geld en het opzeggen van gebeden. Hierna kon de priester namens Christus zijn zonden
vergeven.
De christenen tolereerde geen mensen met afwijkende religieuze opvattingen. Christenen
organiseerde vanaf de 11e eeuw kruistochten tegen moslims. De joden leefden geïsoleerd en
waren op veel plekken de enige niet christenen in Europa. Zo mochten ze geen lid zijn van
gilden, moesten ze in aparte wijken wonen en mochten ze niet trouwen met een christenen.
Vanaf 1215 bepaalde de paus dat de joden een geel herkenningsteken moesten dragen.
Joden werden aangevallen door pogroms, wat in Nederland in 1349 gebeurde doordat de
joden werden beschuldigd van de pestepidemie (ze zouden het drinkwater hebben
vergiftigd).
De paus richtte in de 12e eeuw de inquisitie op ter bestrijding van niet christelijke
opvattingen. Zo stierven er in Zuid-Frankrijk veel mensen door ketterij, maar werd er in
Nederland tot 1500 niemand tot de brandstapel veroordeeld.
Toch was niet iedereen vroom en werd er vaak geklaagd over de onverschilligheid onder het
volk. Veel mensen konden niet lezen of schrijven en hadden oppervlakkige kennis van het
christendom. Ook ergerde mensen zich aan de rijkdom van de kerk en maakten priesters en
vrome leken belachelijk. Toch twijfelde niemand aan het christendom, omdat er geen
alternatieve levensbeschouwing was.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ElenavanVliet. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,29. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.