1
,THEORETISCHE BESCHOUWING
A. Algemene theorie
1. Cultuur
2. Sociaal Kapitaal
B. Ontstaan van diverse samenleving
1. Wat is migratie?
2. Migratie naar België
C. Wat gebeurt er in de (Vlaamse) samenleving hier?
1. Emancipatiebewegingen
2. Acculturatie
3. Perspectieven op diversiteit
4. Beleid inburgering & integratie
ALGEMENE THEORIE
CULTUUR
Wat is cultuur?
“Cultuur is een door een gemeenschap gedeeld systeem van waarden, normen, ideeën, attitudes, gedragingen,
communicatiemiddelen en de producten ervan, die van generatie op generatie worden overgeleverd”
Bv. Manier hoe je je thuis gedraagt is anders dan op school en anders dan op ballet …
Visies
Essentialistisch:
o Cultuur is een ding: eigendom/ bezit van de individuele leden van die cultuur.
o Cultuur bestaat uit verschillende lagen, waarvan de meest verborgen laag bestaat ui diep
verankerde normen en waarden = essentie (is door de tijd heen hetzelfde gebleven)
o Bepaald het denken en doen
o Verschillende culturen zullen botsen op elkaar en zullen elkaar niet wezenlijk veranderen
o Wij – zij denken (media)
o Elk afwijkend gedrag komt door cultuur (Nederlanders zijn gierig, plots betaald Nederlander
de rekening)
o Bv. kijken naar de ander: 300 studenten – verschillende mondmaskers – verschilende ph …
Contextualistisch:
o Cultuur is een omgeving: cultuur is de context die mensen vormt, zonder dat ze zich daar
bewust van zijn
o Bevat verschillende componenten, maar bevat NIET één vaste kern
o Mensen worden beïnvloed door cultuur, maar kunnen ook zelf cultuur beïnvloeden
o Verschillende culturen kunnen botsen, maar kunnen ook zaken van elkaar overnemen of
mengen
o Cultuur is zuurstof/ water, als een vis in het water: wanneer je uit het water springt merk je
pas hoe hard je het water nodig hebt
Constructivistisch:
o Cultuur is een levensvorm die door mensen wordt gevormd (geconstructueerd)
o Onze eigen cultuur is het referentiekader dat ons richting geeft om beslissingen te maken
o Het laat ons oordelen over goed-kwaad, mooi-lelijk, normaal-afwijkend
o Bril waaruit ik kijk
o Het is een abstracte verzamelterm voor een complex geheel van gebruiken, regels, rituelen
en gebruiksvoorwerpen van een bepaalde groep. Het kan niet beschreven worden zoals het
écht is, valt niet volledig te observeren en beschrijven.
2
, o Direct herkenbaar, maar ook ongrijpbaar (als je een Nederlander tegenkomt in het buitenland
kun je van op een afstand soms al zien dat het een typische Nederlander is)
Gebruik en misbruik: cultuur is een complex geheel van deeltjes
o Realiseren dat we niet meer dan een samenvattende beschrijving geven van een complex
geheel van factoren als we spreken over bv ‘de Nederlander’
o Pars pro toto-redenering: redenering waarbij je op grond van een deel (pars) een oordeel velt
over het geheel (toto)
o Een cultuur kun je alleen goed leren kennen en waarderen door haar te ontbinden in factoren
(in gesprek te gaan bv)
o Het woord “cultureel” zo veel mogelijk vermijden (categoriefout)
o Moeilijk te beschrijven, iedereen heeft er een ander beeld van Wat is typisch Vlaamse
cultuur
Belangrijk voor PC:
Transculturele dialoog
‘Cultureel’ vermijden
Goede omgangsvormen
SOCIAAL KAPITAAL
Pierre Bourdieu: “Sociaal kapitaal is het geheel van bestaande of potentiële hulpbronnen dat voortvloeit uit het
bezit van een meer of minder geïnstitutionaliseerd netwerk van relaties”
Robert Putnam: “Sociaal kapitaal zijn kenmerken van sociale organisatie zoals netwerken, normen en sociaal
vertrouwen die de coördinatie en samenwerking vergemakkelijken voor wederzijds voordeel”
Formele en informele netwerken, normen en sociaal vertrouwen
Steunfiguren: kunnen steun bieden
Hulpmiddel om doel te bereiken en kansen te vergroten
Veranderlijk
Wederkerigheidsprincipe (jij kan iets voor mij doen en ik iets voor jou)
Draagt bij aan hogere levenskwaliteit & maatschappijbetrokkenheid
Onderscheid soorten kapitaal
Economisch: toegang tot geld en vermogen (eigen vermogen, familie, netwerk)
Cultureel: het beheersen van de gewenste kennis en vaardigheden en het hebben van een goede
opleiding
Sociaal: geheel van bestaande of potentiële hulpbronnen dat voortvloeit uit het bezit van een of meer
of minder geïnstitutionaliseerd netwerk van relaties. (familie, vrienden, buren, collega’s, linkedIn
netwerk …)
Symbolisch: het hebben van status, erkenning en waardering. (indrukwekkende achternaam, prijzen
winnen, dure merkkleding, Iphone …) uitoefenen van macht op subtiele manier
Linguïstisch: het vloeiend beheersen van de taal, je perfect kunnen uitdrukken in het uitspreken van
jouw wensen (als je anderstalig bent, heb je recht om een Nederlandstalig woordenboek te mogen
gebruiken tijdens examens)
Maatschappij bestaat uit meerdimensionale velden die elkaar overlappen. Binnen elk van deze velden heerst
een bepaalde machtsstrijd tussen de ‘agents’, de spelers in het veld. Om de strijd te winnen zetten ze
verschillende kapitalen in.
Alle velden hebben zijn eigen regels, structuren … Je weet niet van elk veld hoe het daarbinnen is. Daarmee kan
een sociaal kapitaal helpen. Als je niet uit Vlaanderen komt kan het moeilijk zijn om in die velden terecht te
komen zonder te begrijpen hoe het eraan toe gaat.
Habitus: het systeem dat ontstaat door opvoeding, omgeving en onderwijs
Zowel geschreven als ongeschreven regels
Verschilt over tijd
Verschillend per situatie
3
, Hoe voel je je in een bepaalde situatie, omgeving
Kan verschillen over tijd
Hoe begroet je elkaar in Vlaanderen (vroeger 1 kus, nu??)
Doxa: algemene overtuigingen die worden aanvaard als vanzelfsprekend, ONGESCHREVEN
Bv. voetbal: er zijn vaste regels in het spel, maar dat je niet mag bijten staat er niet in. Toch is het
vanzelfsprekend dat je niemand bijt tijdens het spel.
Een kus is geen overtuiging. Dat je iemand niet bijt, lijkt mij, redelijk common sense, dat hoeft niet geschreven
worden in de spelregels. Dit is dus een overtuiging die voor iedereen geldt. Een kus geven is in iedere cultuur
anders, hier was het 1, in NL 3, in Parijs 4, maar door de coronaregels zoeken mensen naar nieuwe manieren
om elkaar te begroeten, waarbij een systeem verandert, omdat het nu voor iedereen zoeken is. Is het nu iets
helderder?
ZELFSTUDIE:
Waarom werkt het (Nan Lin)?
4 redenen
Of juist niet (Engbersen- artikel online)?
2 schaduweffecten (Ne2Kno)
Door migratie vaak vermindering van sociaal kapitaal = ‘ontworteling’ (niet enkel migratie, ook bv op kot gaan)
Investeren in het opbouwen van nieuw kapitaal: ( EXAMEN)
Bonding: verbroederen met een homogene groep
Sterke banden tussen mensen van dezelfde gemeenschap of achtergrond
Gezamelijke achtergrond of belangen (leeftijdsgroep, etnische achtergrond, godsdienst)
Bv. binnen een familie, naar de kerk gaan met zelfde cultuur en elkaar helpen
Bridging: sociale contacten opbouwen naar andere groepen
Doel: bruggen bouwen & verbintenis maken met andere gemeenschappen, leeftijdsgroepen of
etnische groepen
Bv. koffieochtend organiseren in een lagere school voor ALLE mama’s
Linken: de mate waarin individuen relaties opbouwen met de instellingen en personen die relatieve macht over
hen hebben, bijvoorbeeld om toegang te krijgen tot diensten, banen of middelen
Social brokers = sociale makelaars: communicatie tussen overheidsinstanties en de. Gemeenschap
soepeler te laten verlopen en de wegen korter maken
Bv. Mohammed met een moeilijke achternaam kan niet makkelijk aan een job geraken, door te linken
met iemand die hoger op de sociale ladder staat, kan hij/zij hem wel helpen aan een nieuwe job
Belangrijk voor PC:
Aandacht voor ontwikkelen of
Vergroten van sociaal kapitaal van cliënt om
Werkloosheid & armoede te bestrijden
ONTSTAAN VAN DIVERSE SAMENLEVING
WAT IS MIGRATIE?
‘Het permanent verwisselen van vaste verblijfsplaats van individuen en/of groepen binnen een groter
geografisch gebied dan de geboortestreek.’
Heeft altijd bestaan (EXAMEN MET CASUS)
Overlevingsstrategie (anders mens uitgestorven)
Vrijwillig = het permanent verwisselen van vaste verblijfsplaats door huwelijk, gezinshereniging of
behoefte aan verandering (ik besluit om te verhuizen naar België)
Semivrijwillig = migreren vanwege gebrek aan werk, toekomstperspectief, onvrede met situatie in
land (je hebt de keuze om te migreren)
4