Overzicht van de historische kritiek 2020 - 2021
Overzicht van de historische kritiek
Deel 1: De bron, bouwstof voor de kennis van het verleden
1. De notie bron
Een bron is een artefact uit het verleden/ getuigenissen over het verleden die tot ons gekomen zijn
1) Overblijfselen = voorwerpen dat alleen door hun bestaan een spoor opleveren).
2) Overleveringen = mondelinge/ geschreven getuigenissen die een eenvoudige/ complexe
gebeurtenis beschrijven
Vb. WOII Leuven: Universiteitsbibliotheek
De Universiteitsbibliotheek werd gebouwd ter vervanging van de in WOI verwoeste bibliotheek.
Tussen 25-28 augustus 1914 werd heel Leuven verwoest. 284 dode burgers, 1974 gebouwen vernield,
1500 inwoners gedeporteerd. Het was erg traumatisch, ook omdat samen met de bib vele oude
Middeleeuwse handschriften verloren gingen. ‘Poor Little Belgium’ is symbool voor de wreedheid van
de Duitsers (ook op cultureel gebied). Leuven wordt propagandamateriaal.
Na WOI brachten staatshoofden een bezoek aan de ruïnes. Het nieuwe gebouw werd door de architect
Whitney Warren (VS) gezet in neorenaissancestijl: allure v/e stadspaleis (cf. hoogtijden v/d
Nederlanden). Gevelversieringen maken het een oorlogsmonument + anti-Duitse tekst op balustrade
“Furore Teutonico diruta, dono Americano restituta” (door Duits geweld geveld, met Amerikaans geld
hersteld).
In 1920 verandert het klimaat tegenover Duitsland. Rector Ladeuze won de strijd om de balustrade; hij
wordt neutraal, zonder tekst. Felix Morren: ging die neutrale balustrade (= ontkenning Duitse
oorlogsschuld) te lijf : “nationale held”.
In WOII brand de nieuwe bibliotheek uit en Groot-Brittannië en Duitsland geven elkaar de schuld.
Motief: vrees voor ‘vrijschutters’ (niet geregelde troepen), resultaat: wetenschappelijke controverse
tot in het jaar 1958.
1.1. Bronnen: bewuste creaties?
Historicus onderzoekt wat er in het verleden is gebeurd, hoe en waarom. Maar dit komt niet alle drie
in elke bron even intens voor.
Artefacten en getuigenissen:
- Hebben meestal een duidelijke en specifieke functie voor de tijdgenoten in de periode waarin
ze ontstonden.
- Zijn niet gemaakt om ooit als historische bron te dienen
- Zijn met opzet gecreëerd (bewust) of per ongeluk/ onbewust ontstaan
Unwitting testimony: ongewilde getuigenis: bronnen die ontstaan met een bepaalde intentie
(bewust), maar voor de historicus een totaal andere functie krijgen
1
,Overzicht van de historische kritiek 2020 - 2021
Vb. Opname Spaanse televisie van de putsch van kolonel Tejero (23/02/1981)
Camera’s waren in het parlement (Cortes) aanwezig voor een debat. Gewapende putschisten
werden gefilmd en live in heel Spanje uitgezonden. Weerstand kon tijdig + efficiënt georganiseerd
worden. Cruciaal televisieoptreden van Spaanse koning Juan Carlos
Vb. Opname van Abraham Zapruder die moord op JFK (22/11/1963) filmt
Hij filmt de moord bij het uittesten van zijn 8mm camera. Er is geen klank. De opname is een
essentieel element voor de onderzoekscommissies is. De beelden worden pas in 1975 aan het
publiek getoond.
Bewust gecreëerde bronnen:
- Objectief of subjectief
- Vaak bedoeld om tijdgenoot en historicus wat voor te houden
- Ook subjectieve bestanddelen zijn waardevol (opinies, gevoelens van die tijd), maar let op: kijk
kritisch naar de ontstaanscontext
1.2. De vormeigenschappen: geschreven en ongeschreven bronnen
1.2.1. GESCHREVEN BRONNEN
1.2.1.1. VERHALENDE OF LITERAIRE TEKSTEN (EGO-DOCUMENTEN)
Kronieken of traktaten, opgesteld in verhalende of narratieve vorm om een bepaalde boodschap te
doen overkomen. Motieven voor deze teksten zijn uiteenlopend: inlichten, visie/opinie opdringen,
deelgenoot maken van eigen inzichten, puur ontspanning.
Ego-documenten: Historicus Jacques Presser lanceerde dit begrip voor documenten waarin een ego
zich opzettelijk of onopzettelijk onthult of verbergt. Hij zegt: naast de feiten heb je ook nog
interpretatie van de feiten. In de jaren ’50 werd dit beschouwd als zeer onbetrouwbare bronnen,
passen enkel binnen de ideeën/cultuurgeschiedenis. Maar kan ook positief worden benut; Dichtung-
Wahrheit is een historische waarheid, maar een andere dan die van de harde feiten.
De bloeitijd van ego-documenten = 1750-1850 door Rousseau/Goethe. Er gebeurt een versnelling van
pol, soc en econ ontwikkelingen: nood om individueel en collectief geheugen vast te leggen.
De gevaren zijn wel:
- Zelfbedrog: tendens naar teleologiesering + rationalisatie post factum
- Functioneel vergeten (selectieve operatie v/h geheugen)
- Narcisme
Term literatuur mag niet verward worden met fictieliteratuur. Casus: G. Deneckere, Leopold I De eerste
koning van Europa, Antwerpen, 2011: belang van brieven als ego-document. Nu: ‘autofiction’ of
‘faction’: op raakvlak van fictie/egodocument.
2
, Overzicht van de historische kritiek 2020 - 2021
1.2.1.2. DIPLOMATISCHE TEKSTEN
Teksten die een rechtssituatie vaststellen of een nieuwe rechtssituatie scheppen. Een diploma is een
officieel stuk dat een rechtshandeling zou weergeven.
Een klassiek voorbeeld is de oorkonde: bewijsstuk in rechte bij eventuele betwisting tussen betrokken
partijen. Andere voorbeelden zijn: contract, aankoop huis, na een studie, wetteksten, …
De vorm bij oorkonden is niet vrij. Er zijn strikte en formele vormeigenschappen bepaald door normen
van het recht en de traditie. Er zijn drie delen:
1) Protocol: naam auteur/bestemmeling, begroeting, aanroepen opperwezen
2) Context: narratief deel met motieven en beslissing
3) Eschatocol: validatietekens, getuigen, datering
1.2.1.3. BRONNEN VAN SOCIALE BOEKHOUDING
Schriftelijke neerslag van de uitvoerende macht of beheer van openbare/private administraties,
ondernemingen of verenigingen (eco, soc, pol of gerechtelijk). Brengt verslag uit: vb. bronnen waarin
mensen naar voorkomen omdat zij bv. in bevolkingslijsten zijn opgenomen = neerslag van individu in
collectief die bijgehouden worden door overheid. Ze zijn massaal te vinden in archieven.
1.2.2. ONGESCHREVEN BRONNEN
1.2.2.1. MATERIËLE VOORWERPEN
- Archeologische bronnen: alle materiële voorwerpen die een spoor zijn van menselijke
activiteit in het verleden. Ze bevinden zich onder het aardoppervlak, moeten worden
opgegraven. Ze geven ons info over cultuurgroep, leefpatroon, artistieke ambities,
commerciële en culturele verbindingswegen.
Vb. Palast der Republik (symbool oud DDR regime) werd vervangen door replica v/h oude
‘Stadtschloss’ v/d dynastie der Hohenzollern (symbool Pruisisch koningschap)
- Munten
- Afbeeldingen
o manueel vervaardigde afbeeldingen (kunst)
o mechanisch vervaardigde afbeeldingen (foto en film)
1.2.2.2. ORALE TRADITIES
- Orale overlevering, zowel uit het verleden als uit de eigen tijd
o Hedendaagse vorm: interviews: bron waarbij men bij iemand info gaat verkrijgen die
niet noodzakelijk schriftelijk is vastgelegd
o liederen, bv. politiek lied Hanns Eisler (1898-1962) 'Der heimliche Aufmarsch‘ uit 1929
(uitvoerder Ernst Busch, 1900-1980)
▪ Modernistisch componist tijdens Weimarrepubliek, werkt samen met
Berthold Brecht, vlucht in 1933 naar VS, maakt er filmmuziek in Hollywood, in
1948 in volle McCarthy heksenjacht uit VS gezet, keert terug naar DDR.
3