Marketing
• Creëren v klantwaarde + opbouwen v winstgevende klantrelaties
o Begrijpen v klantenbehoeften en wensen
▪ Rekening houden met een Q omgevingsfactoren (intern/extern)
• Marktbepaling + waardepositie formuleren
• Geplande waarde a/d klanten leveren ➔ Marketingmix (4 P’s)
• Tactiek omzetten in daden ➔ opstelling jaarplan met geplande acties
• Planningsproces (v analyse tot implementatie)
Inleiding
1. Wat is marketing?
• Leveren v klanttevredenheid op een winstgevende manier
o Klanten aantrekken + behouden
• ≠ verkopen en reclame maken
o 2 vd vele marketingactiviteiten; vaak niet eens de belangrijkste 2
o Maken deel uit v/e groter geheel: de marketingmix (4 P’S)
• Bevredigen vd behoeften v klanten
• Product makkelijker verkopen
1.1. Definitie van marketing
• Een sociaal en managementproces waarin individuen en groepen verkrijgen waar zij
behoefte aan hebben en wat zij wensen, door producten en waarde te creëren en deze
met anderen uit te wisselen
1.2. Het marketingproces
• 4 stappen:
o Analyse
▪ Beeld vormen vd missie, visie en marktafbakening vd O
▪ Vertrekpunt/kader waarbinnen het marketingbeleid zal w bepaald
▪ Beeld vormen vd externe + interne omgeving (=omgevingsanalyse)
▪ Portfolio + SWOT-analyse
o Strategie
o Marketingmix (=tactiek)
▪ Hoe gaat O geformuleerde strategische doelen realiseren?
▪ Belangrijk: nieuwe klanten aantrekken + relaties uitbouwen
▪ Product, Promotie, Prijs, Plaats
o Implementatie + evaluatie
2. Stap 1: Analyse
2.1. Niveau van planning
• Door plannen k men veranderingen i/d omgeving beter voorzien, sneller reageren en
zich beter voorbereiden op plotse ontwikkelingen
• Plan opstellen op 3 niveaus:
o Concern- of ondernemingsniveau
▪ Bepaalt de richting voor de totale organisatie + de rol die elk
bedrijfsonderdeel moet gaan spelen
, ▪ Te maken met visie & missie vd O + uitbouw & groei vd organisatie
o SBU-niveau
▪ SBU’S = Strategic Business Unit (strategische bedrijfseenheden)
▪ Eigen missie, eigen doelstellingen en eigen concurrenten
• Bv.: eigen product(lijn) of merk
▪ Hoe concurreren op de markten?
▪ Strategisch plan: de belangrijkste marketingstrategieën om de
doelstellingen te verwezenlijken + de benodigde middelen
o Product/marktniveau
▪ Op welke doelgroep moet de O zich richten?
▪ Met welke positionering?
▪ Marketingmix?
2.2. De missie en visie
• Missie
o Bestaansreden vd organisatie = primaire functie
o Aangeven v: functie i/d samenleving, concurrentiepositie, onderscheidend
vermogen, waarden
o Datgene wat een O naar buiten wil uitdragen
o Mission statement
▪ Uitgeschreven versie vd missie in één of een Q kernachtige zinnen die het
publiek vertelt waarom de O bestaat/wat het kerndoel vd O is.
• Beknopt, ambitieus, concreet en controversieel
• Visie
o Het beeld dat of de verwachting die men vd toekomst heeft
o Verschil met missie!
▪ Einddoel minder v belang: mag onrealistisch z, ideaalbeeld
▪ Richtingaanwijzer: waar wilt/gaat de O naartoe
2.3. Marktafbakening
• 3 vragen:
o Wat z de behoeften vd afnemers?
o Welke afnemersgroepen z er?
o Op welke manieren w in hun behoeften voorzien
middels producten en/of technologieën?
2.4. Doelstellingen
• Doelstellingen voor ≠ niveaus
o Ondernemingsdoelstellingen
▪ In termen v omzetgroei, winst als % vd investeringen of omzet
o SBU-doelstellingen (Strategic Business Units)
o Marketingdoelstellingen
▪ In termen v marktaandeel, merkbekendheid, imago, distributiebereik
o Doelstellingen per marketinginstrument
• Essentieel om te evalueren: Heeft de O het goed gedaan? Doelstellingen behaald?
• SMART-geformuleerd: Specifiek – Meetbaar – Actueel – Realistisch – Tijdsgebonden
,3. Analyse op niveau van product/markt
3.1. Behoeften, wensen en vraag
• Behoefte
o Het besef v/e individu dat het hem aan iets ontbreekt
▪ Fysieke, sociale en individuele behoeften
o Substituten = producten/diensten die inspelen op eenzelfde behoefte
▪ Bv.: Minute Maid en Coca-Cola
• Wensen
o De concrete vormen die de menselijke behoeften aannemen, al naar gelang de
cultuur en het persoonlijk karakter
o Specifieke vereisten vd klant bij het bevredigen v z behoeften
o Concurrerende producten = producten/diensten met zeer gelijksoortige
(technische) kenmerken die zich richten op andere wensen
o Behoeften → substituten, wensen → concurrerende producten
▪ Bv.: Coca-Cola en Pepsi
• Vraag
o Wanneer koopkracht voorhanden is, k wensen w omgezet in vraag
o Consumenten kiezen het product dat de grootste bevrediging voor hun geld
(beperkte middelen) oplevert
3.2. Het marketingaanbod: goederen, diensten en ervaringen
• Een combinatie v goederen, diensten, informatie en/of ervaringen die Oen op de markt
bieden om een behoefte of wens te bevredigen
o Belevenissen, personen, plaatsen, organisaties, activiteiten en ideeën
• Goederen/diensten steeds meer massaproducten → Oen willen met hun aanbod
onderscheid maken door belevenissen te bieden rondom hun producten
• Marketingmyopia/marktbijziendheid = aanbieders die zich uitsluitend richten op
bestaande wensen, en daarbij de onderliggende consumentenbehoeften uit het oog
verliezen, hierbij is fysiek product > voordelen die dit oplevert
3.3. Ruil, transacties en relaties
• Ruil
o Basis van marketing
o Handeling waarbij een persoon het gewenste product v iemand verwerft door
zelf iets anders in ruil aan te bieden → meer consumptiemogelijkheden
• Transactie
o Meeteenheid v marketing
o Iets v waarde ruilen
• Relatiemarketing
o Bouwen aan langetermijnrelaties met gewaardeerde klanten, distributeurs,
dealers en leveranciers
o Sterke economische en sociale banden leggen door producten v hoge kwaliteit,
goede service en eerlijke prijzen te beloven + consequent te leveren
o V maximale winst naar maximale wederzijdse voordelige relaties met klanten en
andere partijen
, 3.4. Markten
• Een groep huidige en potentiële kopers v/e product
• Marktvervaging: waar vroeger de marktgrenzen duidelijk waren, komen nu spelers uit ≠
industrieën in elkaars vaarwater
4. Stap 2: Een marketingstrategie formuleren
• Expansiestrategieën die aangeven of men zich wil richten op bestaande en/of nieuwe
markten + hoe differentiëren
• 3 belangrijke vragen:
o Welke klanten gaat men bedienen (doelgroep)?
o Waarmee gaan we deze klanten het best overtuigen (waardepositie)?
o Wat is de waarde die de O wil realiseren
5. Stap 3: Van marketinggerichte strategie naar -tactiek
5.1. Een geïntegreerd marketingprogramma
• Marketingmix: 4 P’s (marketingmixinstrumenten)
o Product: marktaanbod creëren dat een behoefte bevredigt
o Prijs: hvl de O rekent voor het aanbod
o Plaats: hoe de O dit aanbod tot bij de klant brengt
o Promotie: communicatie met klant over aanbod + overtuigen vd voordelen
• 4 C’s ➔ 4 P’s bekeken vanuit de klant
o Customer needs and wants
o Cost to the consumer
o Convenience
o Communication
5.2. Relatiemanagement
• Doel: nieuwe klanten aantrekken + sluiten v transacties & klanten vasthouden + hun
positie bij de O versterken
• CRM (Customer Relationship Management)
o Het totale proces vh opbouwen + onderhouden v rendabele klantrelaties door
blijvende superieure waarde voor de klant en klanttevredenheid te genereren
▪ Klant tevreden? → Grotere kans dat ze loyaal z a/d O + meer besteden
• Klantenwaarde, waarde voor de klant
o Klanten beoordelen de waarde + kosten v/e product vaak niet
nauwkeurig/objectief / laten zich leiden door hoe zij de waarde waarnemen
o ➔ Gepercipieerde waarde
o Bepalend voor klantwaarde: 2 bronnen:
▪ Gepercipieerde baten + gepercipieerde kosten
6. Stap 4: Marketing implementeren en evalueren
• Strategie + tactiek in daden omzetten om de doelstellingen te
verwezenlijken
• Opstellen jaarplan met geplande acties
• Controle doen/evalueren