Nederlands recht wordt onderverdeeld in publiekrecht en privaatrecht.
Publiekrecht: Tussen de overheid en de burger
- Staatsrecht: Denk aan verkiezingen en wie de wetten maakt.
- Bestuursrecht: Regels waar de overheid aan moet houden, denk aan subsidies en
vergunningen.
- Strafrecht: Moord, diefstal en verkeersovertredingen.
Privaatrecht: Tussen burgers onderling
- Personenrecht: Regels over familieverhoudingen, denk aan rechten en plichten van
de ouders, familierecht, huwelijksvermogensrecht en erfrecht.
- Vermogensrecht: Regels betrekking op vermogensbestanddelen, denk aan het
betalen van je fietsreparatie (rechten en plichten).
Procesrecht: Regels met betrekking tot een procedure voor de rechter.
Denk aan bewijsrecht, voor welke rechter moet ik kiezen?
Belangrijk want staat voor de basis van een eerlijke procedure.
Indeling van het BW
Het burgerlijk wetboek is opgedeeld in een aantal delen:
De aanduiding is als volgt:
,Jurisprudentie: Aanvullen en uitleggen van de regels, dus eigenlijk de toepassing van de
regels. Dit doen de rechters.
Rechterlijke macht
11 rechtbanken: vonnis (uitspraak)
➔ Hoger beroep (als je er niet mee eens bent)
4 gerechtshoven: arrest (uitspraak)
➔ Cassatie (als je er nog niet mee eens bent)
1 hoge raad: arrest (uitspraak)
Rechtbank en hof zijn feitelijke instanties. Alle feiten staan dus vast bij de rechter.
Bij de hoge raad wordt er gekeken of de wet goed is toegepast.
Begrippen
Rechtsfeit: juridisch relevant feit, denk aan leeftijd of het weer.
Onderdeel van een rechtsfeit is een rechtshandeling: handeling met beoogd rechtsgevolg.
Nulliteiten houdt in dat het juridisch niet bestaat
- Nietigheid (in het openbaar belang), er bestaat bijvoorbeeld geen overeenkomst.
- Vernietigbaar (ter bescherming van een persoon), er bestaat wel een
rechtshandeling maar er is een gebreken aan.
Dwingend recht: Regels waar je je altijd aan moet houden, dit zijn vaak regels om personen
te beschermen.
Aanvullend recht: Geeft partijen de vrijheid om eigen regeling te treffen.
Verbintenisrecht: Een recht van de een staat tegenover de verplichting van een ander.
Voorbeeld een koopovereenkomst:
Overeenkomst komt tot stand wanneer je het met elkaar eens bent. Hiervoor worden soms
schriftelijke contracten vastgelegd.
Tekortkoming wanneer de recht niet is nagekomen. Hieronder vallen
- Nakoming: Dat hij alsnog komt, dus dat je het nog een kans geeft.
- Ontbinding: Je wil van de overeenkomst af
- Schadevergoeding: Kan alleen bij wanprestatie
Maar onder tekortkoming valt vervolgens toerekenbaar (wanprestatie) en niet toerekenbaar
(overmacht).
,Overmacht: Als degene die iets moet doen geen schuld heeft en het komt ook niet voor zijn
risico. Het komt dus niet voor zijn of haar rekening.
Onrechtmatige daad ontstaat een rechtsband. Hier is sprake van als het een onrechtmatige
daad is, het toerekenbaar is en er sprake is van schade.
Het is tegenstrijdig met de wettelijke plicht.
Toerekenbaar: De daad is te wijten aan de dader zijn schuld.
Voorbeeld van een wanprestatie en onrechtmatige daad:
Waarom hier verder geen punt van maken: Er is geen schade.
Aansprakelijkheid: Bij wie kan de schuldeiser aankloppen?
Maar er kunnen ook meerdere schuldenaren zijn, dit kan bijvoorbeeld hoofdelijk
verbondenheid zijn; ieder voor het geheel.
Draagplicht: wie moet het voelen in zijn portemonnee? Dit is onderling tussen de
schuldenaren.
Vertegenwoordiging: het bevoegd verrichten van rechtshandelingen namens een ander.
Hierbij hoort een volmacht.
Faillissement: beslag op het totale vermogen, aangevraagd door schuldeisers, schuldenaar of
OM.
Het wordt geregeld in de faillissementswet.
Er wordt vervolgens een curator benoemd die de boedel gaat beheren.
- Conservatoire fase: bewaarfase, waarin de curator het vermogen vaststelt en er een
overzicht wordt gemaakt van de vorderingen
- Verificatiefase: vaststellingsfase; zijn de vorderingen juist?, eindigend in
verificatievergadering; curator, failliet en schuldeiser.
Akkoord: gedeeltelijk betaling in ruil voor kwijting.
Als geen akkoord wordt bereikt: executie.
, Hoorcollege 2 19-1-2021
Ondernemingsvormen en oprichting
Wanneer is een onderneming een onderneming
- Levering van goederen of diensten
- Meer dan symbolische vergoeding, je wordt er dus voor betaald
- Deelname aan het economische verkeer
Nederland heeft veel ondernemingsvormen:
Eenmanszaak:
Meest voorkomende onderneming, waarbij het door een natuurlijk persoon in stand wordt
gehouden. Er zijn geen formaliteiten, waarbij er niets over in de wet is geregeld en moet
worden ingeschreven bij de KvK. Daarnaast is er geen scheiding tussen privévermogen en
ondernemingsvermogen.
Eenmanszaak kan wel personeel in dienst nemen, waardoor het niet hetzelfde is als een
zzp’er.
Personenvennootschappen (VOF, maatschap en CV):
Geen rechtspersonen. Vaak een samenwerking die een eigen leven is gaan leiden.
Rechtspersonen:
Onderscheid tussen natuurlijke personen en rechtspersonen. Er is in het geval van een
rechtspersoon een scheiding tussen de groep natuurlijke personen en datgene waar zij voor
staan. Er ontstaat dus een nieuw ‘persoon’ in het rechtsverkeer.
Vermogen van een rechtspersoon staat los van het privévermogen. Er is dus een
ondernemingsvermogen.
Wij gaan het vooral hebben over privaatrechtelijke rechtspersonen (bv, nv etc.).
2:25 BW: regels van rechtspersonenrecht zijn dwingend.
Hier kunnen partijen niet van afwijken.
Andere rechtspersonen zijn een vereniging en een stichting, zij kunnen een onderneming
drijven.
Echter, een vereniging mag geen winst uitkeren aan haar leden. Een stichting mag geen
winstuitkeringen doen aan haar oprichters en personen die deel uitmaken van haar organen.
Dit is dus niet heel aantrekkelijk.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur brittvdarend. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.