Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
samenvatting burgerlijk recht €6,09   Ajouter au panier

Resume

samenvatting burgerlijk recht

 6 vues  0 achat

Volledige samenvatting met alle te kennen artikels erbij vermeld

Aperçu 3 sur 19  pages

  • 12 janvier 2022
  • 19
  • 2021/2022
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (3)
avatar-seller
alexandrerilhas
Burgerlijk recht
Hoofdstuk 1: algemene inleiding
1. Wat is recht
 Geheel ṽ gedragsregels en normen
 Doel: maatschappelijk leven ordenen  anders chaos
 Regels opgelegd door de overheid
 Regels zijn afdwingbaar-> men dwingt u de gerechtsregels te volgen
 Vb: contract met afbetaling
 Enkel de juridische regels
2. Indeling vh recht: recht heeft ≠ indelingen
2.1. Privaatrecht – publiekrecht
Privaat: tss burgers onderling
 Burgerlijk: familiale verhoudingen, zakelijk, contracten tss burgers
Publiek: regelt algemene belangen
 Betrekking op inrichting werking en onderlinge verhouding vd overheidsorganen
 Verhouding overheid  burger
 Staatsrecht: regels ṽ inrichting en werking vd staat
 Verhouding tss organen vd staat
 Administratiefrecht: regels voor werking overheidsinstanties
 Manier burger richten tot overheid
 Strafrecht: opsporen/ vaststellen ṽ misdrijven/ procedure om beklaagde te vervolgen
 Fiscaalrecht: problematiek vd belastingen
2.2. Andere indelingen:
 Objectieve: regelt menselijke activiteit/ verhouding tss mensen/ verhouding persoon gemeenschap
 Subjectieve: aanspraken persoon t.o.v. ṽ andere
 Gebaseerd op objectieve recht
 Geldig vr iedereen-> opeisbaar
 Materieel: rechten toekennen en plichten opleggen
 Formeel: naleving verzekeren ṽ materiële recht
3. Bronnen vh recht: waar komt het recht vandaan
 Bindende: wetgeving (1)/ gewoonterecht (2)
 Ter inspiratie: rechtspraak (3)/ rechtsleer (4)
3.1. Wetgeving sensu lato-> onderverdeeld in:
3.1.1. Internationale verdragen/ beslissingen ṽ supranationale organisaties: vooral EU mee bedoeld
 Richtlijnen: regels die verplicht ingevoerd moeten ẅ in diverse lidstaten
 Harmoniseren ṽ wetgeving tss lidstaten
 Verordeningen: reglementering rechtstreeks ṽ toepassing in alle lidstaten
 Besluiten: regels ṽ toepassing op aangeduide bestemming
 Internationale verdragen tss 2 staten: regelingen ṽ welk recht dan past etc.
3.1.2. Grondwet: meest fundamentele (Belgische) wet
 Inrichting machten binnen de staat
 Fundamentele rechten/ vrijheden vd burgers-> vb recht ṽ meningsuiting
 Wetgevende/uitvoerende/ rechterlijke macht vastleggen
 Moeilijk te wijzigen-> speciale procedure voor nodig
 Meer dan 2/3 kamer leden moeten aanwezig zijn
 Meerderheid moet akkoord zijn
 Vb: recht op sociale zekerheid/ recht op gelijkheid/ recht op leven/ recht op vrije meningsuiting
3.1.3. Wet sense stricto: wet in strikte vh woord
 Door kamer ṽ volksvertegenwoordigers tot stand gebracht
3.1.4. Decreten: niveau vd gemeenschappen en gewesten
 Zelfde niveau als federale wet
 Sport= deelstaat bevoegdheden= decreten
 Niet in Brussels hoofdstedelijk gewest-> ordonnanties
3.1.5. Koninklijk besluit: federale regering
 Nodig vr uitvoering ṽ bepaalde wetten
 Mag wet zelf niet schorsen of vrijstellen
3.1.6. Besluit vd gemeenschap en gewestregering: op regionaal niveau

, 3.1.7. Schema
Grondwet
Wet Decreet
Koninklijk Besluit Besluit gemeenschap en gewestregering
Ministerieel Besluit Besluit lid ṽ gemeenschap en gewestregering
Federaal Regionaal
3.2. Rechtspraak: wet kan nooit oplossing voorzien op alle gevallen-> algemene bewoording
 Interpreteren: wet moet gekneed en aangepast ẅ
3.3. Rechtsleer: geheel ṽ wetenschappelijke publicaties over Juridische aangelegenheden
 Niet bindend bron ṽ recht
3.4. Gewoonte/ billijkheid: 2% vd wetten
 Beschouwd als bindend  geen wetgevende maatregel
 2 elementen nodig
 Subjectieve overtuiging vereist
Hoofdstuk 4: enkele algemene begrippen ṽ burgerlijk recht
1. Indeling wet artikels: onderscheid tss gebiedende en aanvullende rechtsregels
1.1. Gebiedende rechtsregels: mag nooit ẅ afgeweken
1.1.1. Regels openbare orde: krijg je een gevangstraf bij het overtreden?
 Fundamenteel -> anders = chaos
 Te belangrijk om van af te wijken
 Artikel 2 BW
1.1.2. Goede zeden: vooral lichamelijkheid en seksualiteit
 Zich op een normale manier gedragen
1.1.3. Dwingend recht: beschermen ṽ een bepaalde maatschappelijke groep
 Belangrijk vr bepaalde categorieën mensen-> niet heel de maatschappij
 Vr kwetsbare groepen
 Mogelijk om af te wijken-> moet vrijwillig gebeuren
1.2. Regels ṽ aanvullend recht Regels openbare orde: eender welke regel-> enkel zodat er een regel is
 Afwijken kan bij contract
Deel 2-> Hoofdstuk 1: personenrecht
1. Het begrip persoon: onderverdeling in natuurlijke en rechtspersonen
 Natuurlijke personen: personen ṽ vlees en bloed
 Alleen levende mensen
 Dieren hebben geen persoonlijkheid in recht-> bijzonder statuut in goederenrecht
 Doden-> geen persoonlijk recht, wel bescherming-> niet zomaar als zaak beschouwd
 Aanvang op moment ṽ geboorte-> verwekte/ niet geboren baby’s wel beschermd door rechten
2. Staat vd persoon: bepalen de juridische plaats in familie en maatschappij ṽ een persoon
 Raakt de openbare orde-> aspect ṽ staat niet zomaar wijzigen
 Niet vatbaar voor verjaring
2.1. Naam: bepaalde personen onderscheiden ṽ anderen
 Onderscheid tss voornaam en familienaam-> arttn 370/1-370/4 BW
2.1.1. Voornaam: ẅ vrij gekozen met 3 beperkingen
 Geen aanleiding geven tot verwarring
 Kind/ derden niet kunnen schaden
 Ambtenaar ṽ burgerlijke stand mag weigeren-> ouders mogen uitleggen bij burgerlijk rechtbank
 Recht behoort aan ouders-> geen overeenkomst-> familierechtbank
 Wijzing kan altijd verkregen ẅ-> geen wettig belang nodig
 Lokale overheid kan weigeren-> verzoekschrift neergelegd bij familierechtbank
2.1.2. Familienaam: ouders kunnen kiezen vr naam ṽ moeder/ vader/ beiden in gewilde volgorde
 Geen akkoord-> kind draagt naam ṽ ouders naast elkaar in alfabetische volgorde-> vanaf 1 januari 2017
 Enkel 1 naam ṽ elk-> ouders kiezen-> geen akkoord-> bepaald op basis ṽ alfabetische volgorde
 Alle kinderen ṽ zelfde familie = naam
 Huwelijk wijzigt niks aan familienaam-> gewoonte familienaam ṽ andere te aanvaarden en gebruiken
 Bijzondere regel in beroepsbetrekking-> naam ṽ echtgenoot gebruiken vr beroepsdoeleinde
 Instemming nodig
 Wijzing enkel bij ernstige reden-> zelfde 3 beperkingen als voornaam
2.2. Het geslacht: behoren tot mannelijk/ vrouwelijke sekse
 Adhv fysiek/ sociaal/ psychologische criteria bepaald

,  Inter/transseksuelen -> fysieke of psychologische moeilijkheden bij het bepalen
 Transgenderwet België-> geslacht aanpassen zonder medische vereiste -> eigen overtuiging volstaat
2.3. Woonplaats: belangrijk in sommige domeinen vh recht bvb proceshandelingen en fiscale redenen
 Onderscheidene betekenissen in ≠ rechtstakken
 Burgerlijk recht: plaats ṽ centrum ṽ zijn belangen
 Verplicht vrijwillig centrum ṽ belangen daar te hebben
 Niet noodzakelijk plaats ingeschreven in bevolkingsregister
 Gerechtelijk recht: woonplaats-> plaats waar ingeschreven is bij bevolkingsregister als hoofdverblijfplaats
 Woonplaats en verblijfplaats ≠ betekenis
 Verblijfplaats: plaats op grondgebied waar men vertoeft op meer dan toevallige wijze
 Ook al niet de bedoeling op die plaats rechten en plichten uit te oefenen
2.4. Nationaliteit: band ṽ persoon met bepaald land-> ẅ onderdaan ṽ land-> krijgt plichten en rechten
 Op basis ṽ 2 ≠ systemen
 Ius soli: basis ṽ geboorte
 Ius sanguinis: basis ṽ nationaliteit ṽ ouders-> in België toegepast
3. Bekwaamheid vd persoon: onderscheid gemaakt op 3 niveaus
 Feitelijke bekwaamheid: geen juridisch begrip-> in staat zijn om bepaalde dingen te doen
 Rechtsbekwaamheid: hebben ṽ rechten en plichten-> nagenoeg iedereen in België
 Handelingsbekwaamheid: rechten en plichten zelfstandig uit te oefenen
 Uitzonderingen zijn minderjarigen art 388 BW/ geestgestoorden: minderjarige in 2 groepen onderverdeeld
3.1. Niet ontvoogde minderjarige: volledig en algemeen handelingsonbekwaam-> moet vertegenwoordigd ẅ
 Art 371 BW/ art 372 BW/ 395 BW/art 389 BW
3.1.1. Vertegenwoordiging: onderscheid volgens # levende ouders
3.1.1.1. Niet ontvoogde minderjarige met 2 ouders-> art 376 BW
Wie vertegenwoordigt: beide ouders zijn titularis ṽ ouderlijk gezag
 Samenlevende ouders: oefenen gezamenlijk gezag uit -> art 373 BW
 Vermoeden dat ouder die alleen optreedt handelt met instemming ṽ andere
 Bij weigering samen gezamenlijk op treden-> zaak aanhangig ẅ gemaakt bij familierechtbank
 Rechter kan toestemming geven alleen op te trede voor 1/+ handelingen
 Niet samenlevend: eveneens gezamenlijk gezag-> art 374§1 BW
 Zelfde vermoeden/ zelfde mogelijkheid bij weigering
 Gezamenlijke uitoefening niet altijd mogelijk
 Ouders oneens/ overeenstemming strijdig met belang kind-> zaak aanhangig bij familierechtbank
 Kan gezag aan 1 vd ouders toevertrouwen/ bepalen dat beslissingen instemming nodig hebben ṽ beide ouders
 Ouderlijk gezag= rechten en plichten: gezag over de persoon vd minderjarige
 Recht goederen te beheren
 Verplichting opvoeden ṽ kind
 Aansprakelijkheid vr daden vd minderjarige
≠ Rechtshandelingen en vereiste formaliteiten: gezag uitoefenen= minderjarige vertegenwoordigen vr rechtshandelingen
 Voor bepaalde handelingen-> machtiging vd vredesrechter nodig-> art 410 BW
 Vertegenwoordigen gerechtelijke procedure
 Vervreemden ṽ souvenirs/ persoonlijke voorwerpen
 Verzoekschrift indienen bij vredegerecht-> ondertekend door beide ouders of advocaat
 Belangstelling tss ouders en kind-> vrederechter wijst voogd ad hoc aan
 Niet naleven ṽ formaliteiten-> handeling nietig verklaard
3.1.1.2. Niet ontvoogde minderjarig met 1 ouder: voogdij valt niet open-> levende ouder neemt over
 Art 375 BW
 In bepaalde gevallen machtiging nodig ṽ vrederechter-> art 410 BW
3.1.1.3. Niet ontvoogde minderjarige zonder ouders: voogdij valt open
Wie vertegenwoordigt: Vrederechter beveelt maatregelen bescherming ṽ minderjarigen/ beheer ṽ goederen-> art 391 BW
Wie ẅ voogd: afhankelijk of voogd is aangewezen door de ouders-> via testament of verklaring vr notaris-> art 392 BW
 Aangewezen persoon aanvaardt-> vrederechter homologeert aanwijzing
 Behalve redenen in belang ṽ kind om zich te verzetten
 Geen aangewezen persoon-> vrederechter benoemt voogd-> naaste familielid-> art 393 BW
 Niet verplicht voogdij te aanvaarden-> art 396 BW
 Bij wettige redenen kan voogd ontlast ẅ in loop ṽ voogdij
 Kinderen ṽ 12+/ andere familieleden ẅ gehoord bij kiezen/ homologeren voogd-> art 394 BW
 Rechter stelt toeziende voogd aan-> uit andere familietak -> toezicht uit oefenen op voogd-> art 402-404 BW
Werking vd voogdij: voogd voedt op/ vertegenwoordigt/ beheert goederen-> art 405 BW

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur alexandrerilhas. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,09. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73314 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,09
  • (0)
  Ajouter