= Elektriciteit is een abstract risico, je ziet het niet, je hoort het niet en je ruikt het niet maar
elektriciteit kan doden. Elektriciteit is een enorm handige manier om energie over te brengen:
anders zou de energie die opgewekt wordt in een elektriciteitscentrale nooit aankomen bij je
koelkast.
1. W AT?
Voordelen energie kan makkelijk, goedkoop en snel worden overgebracht
Nadelen gevaarlijk, het is moeilijk om elektriciteit op te slaan
De allerkleinste bouwstenen waaruit materie is opgebouwd zijn atomen. Er bestaan 117
verschillende elementen. Vele stoffen bestaan uit combinaties van deze elementen: Molecule
= samengestelde stof (bv NaCl, H2O,…).
Als we verder inzoomen op het atoom, dan zien we dat hij
bestaat uit een hele kleine kern met een wolk van deeltjes om
zich heen. In de kern zitten twee soorten deeltjes: protonen en
neutronen. Protonen hebben een positieve elektrische lading.
Neutronen hebben geen lading. De deeltjes die om de kern
heen zweven worden elektronen genoemd. Zij hebben een
negatieve lading. Er zijn altijd net zoveel elektronen als
protonen in een atoom. Daarom is de totale lading van een
atoom 0.
De elektronen van een atoom draaien niet willekeurig rond de kern. Elk elektron heeft een
bepaalde energie die afhankelijk is van de afstand van dit elektron tot de kern. Elektronen met
(nagenoeg) dezelfde energie bevinden zich op hetzelfde energieniveau. Het energie niveau
is groter naarmate de straal van de baan groter wordt. De structuur van de elektronenwolk
wordt dan ook bepaald door de energieniveaus.
De verdeling van de elektronen van een bepaald atoom over de verschillende mogelijke
energieniveaus noem je de elektronenconfiguratie. In het atoommodel van Bohr worden de
verschillende energieniveaus schillen genoemd. Elektronen op de buitenste schil zijn valentie
elektronen.
Schil K L M N O P Q
Nummer (n) 1 2 3 4 5 6 7
Max. bezetting 2 8 18 32 32 32 32
Protonen (pos) = elektronen (neg)
2
, ▪ De elektronconfiguratie van een edelgasatoom wordt meestal kortweg
edelgasconfiguratie genoemd. 8 elektronen op de buitenste schil (met uitzondering
van He (helium): 2)
▪ Het gebrek aan reactiviteit van een edelgasatoom duidt er op dat het lastig is om de
elektronconfiguratie te veranderen. Het lijkt alsof ze extra stabiliteit bezitten. Ook
andere atomen kunnen van deze extra stabiliteit profiteren door een elektron af te
staan of op te nemen.
▪ Atomen ‘willen lijken’ op edelgassen qua hoeveelheid elektronen, ze streven dezelfde
stabiele configuratie na. Wanneer de schillen volzet zijn en er blijft bv nog 1 elektron
over in het neutraal geladen atoom, moet dit migreren naar een volgende schil. Dit
betekent verder van de kern en dus minder aantrekkingskracht. Dit heet een vrij
elektron. Wanneer men bij een dergelijk atoom een atoom plaatst met bv 7 elektronen
op de buitenste schil, dan ‘krijgt’ dit tweede atoom het vrije elektron. Het atoom dat
een elektron af stond is nu positief geladen (ion).
▪ Elementen met minder dan 4 elektronen op hun buitenste schil
hebben de neiging om deze af te staan, we noemen ze metalen;
het zijn goede geleiders
▪ Elementen met meer dan 4 elektronen op hun buitenste schil
hebben niet de neiging om deze af te staan, wel om er bij te
krijgen; dit noemen we isolatoren.
Die bewegende elektronen worden dus gebruikt om energie te transporteren van een
energiebron (bijvoorbeeld een batterij) naar een apparaat (bijvoorbeeld een lampje) om
daar op één of andere manier werk te verrichten. Daarvoor moet de batterij verbonden
worden met het lampje door stroomkabels. Eén kabel is hier niet genoeg: er zouden dan een
paar elektronen van de batterij naar de lamp bewegen, en vervolgens niet verder kunnen,
zodat er niets meer zou gebeuren. De elektronen moeten door de gloeidraad van de lamp
heen stromen en vervolgens weer teruggaan naar de batterij, zodat de elektronen door
kunnen blijven stromen. Met andere woorden: de stroomkring moet gesloten zijn. De
energiebron werkt dan als een soort 'pomp' voor de elektronen, die rond blijven bewegen.
3
, Elektronen hebben een negatieve
lading. Dat betekent niet dat die lading
'achteruit' loop of zoiets, het enige wat
dat betekent is dat de lading van een
elektron tegengesteld is aan die van
een proton, dat een positieve lading
heeft. Twee tegengestelde ladingen
trekken elkaar aan, terwijl twee dezelfde
ladingen elkaar afstoten; net zoals twee
dezelfde magneten elkaar afstoten.
Aan de ene kant van de energiebron (de minpool) zijn er heel veel elektronen aanwezig, terwijl
er aan de andere kant (de pluspool) juist heel weinig zijn.
Componenten
Stroombron ( || )
Weerstand (potentiometer) (blokje)
Schakelaar (poortje)
Lamp (X)
2. BEGRIPPEN
▪ Stroomsterkte ( I ) (uitgedrukt in A, Ampère)
Hoe 'sterk' de stroom is, oftewel hoeveel lading (dus hoeveel elektronen) er eigenlijk
elke seconde door een draad heen bewegen. Elektrische stroom wordt weergegeven
met de letter I (van intensiteit) en kan worden beschreven als verplaatsing van
elektrische lading (Q) per tijdseenheid (T). De eenheid van elektrische stroom wordt
uitgedrukt in ampère (A).
Elektrische lading wordt gemeten in Coulomb (afkorting C), stroomsterkte wordt
gemeten in Ampère (afkorting A). Als de stroomsterkte in een draad 1 Ampère is,
betekent het dat er 1 Coulomb per seconde door deze
draad stroomt.
▪ Spanning (U) (uitgedrukt in V, Volt)
Spanning kan je je voorstellen als de `druk` die nodig is om een elektrische stroom te
laten lopen. (bijvoorbeeld door de gloeidraad van een lamp heen). Definitie: De
spanning is het potentiaalverschil tussen twee punten in een elektrisch circuit.
Symbool: U
De eenheid van elektrische spanning wordt uitgedrukt in volt (V).
Om even een indruk te geven van hoeveel een volt is: een kleine batterij haalt
ongeveer 1 volt, het stopcontact levert 230 volt, een elektrische trein rijdt op 1.500 volt
en op de hoogspanningsleidingen die de elektriciteit van de energiecentrale naar je
huis transporteren staat meer dan 70.000 volt (hoogspanning).
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur samtheeuws. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.