Examen Blikvangers uit de Kunst en Archeologie Samenvatting
Begrippen
Prehistorie
(+/- 2.500.000- 57 vr. Chr.)
Waardeoordeel: Welke regels bepalen het oordelen van een kunstwerk?
Smaakoordeel: Manier van oordelen over een kunstwerk: Persoonlijk, geen duidelijke oorsprong, niet te
verantwoorden
Canon: Selectie van kunstenaars gebaseerd op waardeoordeel, ook gebaseerd op idee van vooruitgang: steeds
beter criteria benaderen
Brons: Legering van koper en tin
Einde Prehistorie: 57vr. Chr. Eindigt in België met de komst van de Romeinen, Julius Caesar verslaat de Galliërs
Traditionele benadering: artefacten beschrijven, materiaal studie, vergelijken en ordenen
New archeology: multi-dimensionele betekenis = samenwerken met ander disciplines voor een bredere
cultuur- historische reconstructie van de context waarin artefacten ontstaan vb. reconstructie van verdwenen
sociale systemen, handelssystemen, landschappen. vb. voorwerpen van verschillende culturen op één
vindplaats: aanwijzing voor handelsroutes
Kritisch onderzoek: onderzoek naar veronderstellingen (hypothesen) en vooroordelen met tastbare bewijzen
vb. Is artefact enkel resultaat van een bestaande context of veroorzaakt het ook verandering in visie? (Göblike
Tepe)
vb. Vooroordeel: evolutie van de mens gekoppeld aan de vooruitgang van de Romanisering
Paleolithicum
(2.500.000 – 12.000 vr.Chr)
Werktuigen (chronologisch)
Kerntechniek: Kern wordt werktuig, de rest afval
• Choppers: bolle kei, aan één kant rudimentaire afgehakte kleine snijvlakken, hakwerktuig
• Chopping Tools: bolle kei met aan twee kanten afgehakte kleine snijvlakken
• Vuistbijl: tweezijdig, symmetrische snijvlakken, bolle basis, scherpe top, multifunctioneel:
snijwerktuig, hout en been bewerken, dieren slachten
Afslagtechniek: Afgeslagen stukken worden werktuig, planning, leerproces en optimalisatie
• Levalloistechniek: (Vindplaats bij Parijs) Vorm en productieproces werden op voorhand
gepland (denkende mens), eerste vuursteenknol bewerken, rondom de kern met een gerichte
slag het gewenste stuk afslaan, de kern krijgt de vorm van een schildpadschild en wordt afval,
de kleine scherpe afgeslagen stukken worden mesachtige werktuigen.
• Klingen: vele lange dunne rechte stukken met platte parallelle snijranden uit één langwerpige
vuursteenknol, half afgewerkt product, later beitels, messen, schrabbers, boren,..
1
,Figuratieve kunst: Herkenbare voorstelling, verschillende gradaties
• Realisme: Zo natuurgetrouw mogelijk
• Idealiseren: Mooier maken dan de werkelijkheid, dus ook realistisch in een zin
• Stileren: Vereenvoudigen, op creatieve wijze kenmerken behouden
• Vervormen: Om expressieve kracht aan afbeelding toe te kennen
Zoömorf: Mens maar wordt weergegeven als dierlijk wezen
Figuratief vervormen: vb. Venus van Willendorf: een verzamelnaam voor vrouwenbeelden
die een aantal kenmerken delen: accent op borsten, heupen, dijen en vulva, weglaten
van gelaatstrekken, korte benen
Figuratief en gestileerd : vb. Venusbeeld van Monruz, Frankrijk, 1,6 cm., hanger?:
vereenvoudigen en kenmerkende vormen, profiel bekijken.
Zonder context: de hanger als een abstracte vorm beschouwen
Monochroom: één kleur
Polychroom: meerdere kleuren, veelkleurig
Monolithisch: Bestaande uit één steen
Pijlers: rechtopstaande steen, ondersteunpunt
Laagreliëf: weinig hoogteverschil met de achtergrond
Hoogherliëf: meer dan de helft vrijstaand
Cultivatie/cultiveren: Landbouw kweekproces
Megalithisch: enorm grote stenen vb. Stonehenge
Menhir: Rechtopstaande op punt eindigende monoliet tss 1-12m hoog, in rijen of cirkels geplaatst
Dolmen of Hunebed: stenen grafmonument onder grafheuvel
Architraafbouw: overdekking bestaande uit rechtopstaande stenen met daarboven een horizontale deksteen
Koper- en brons- en ijzertijd
Kopertijd: 5000 – 2000 vr. Chr
Bronstijd: 2000 – 750 vr. Chr
Ijzertijd: 750 – 57 vr. Chr
Necropolis: dodenstad vb. In Varna (Bulgarije) honderden graven met grafgiften rond 4500 vr. Chr
Torque: metalen (ijzer, brons, zilver, goud) cirkelvormige niet plooibare halsband met versierde uiteinden
Smeden: van ruwijzer eerst smeedijzer te maken door koolstof uit te hameren, verwarmen en vervolgens op
een stenen ijzeren aambeeld in gewenste vorm te slaan
2
, Mesopotamië
Tweestromenland
Sumer: 4000 vr. – 2000 vr. (Zuid-Mesopotamië), stad Uruk
Assyrië: 2000 vr. – 612 vr. (Noord-Mesopotamië), stad Nimrud
Babylonië: 1800 vr. – 539 vr. (Zuid-MesopotamIë), stad Babylon
C14- Datering: bepaalt ouderdom van organisch materiaal in voorwerpen
Relatieve chronologie: geen officiële datering, tijdsaanduiding op basis van regeerperiodes, namen van
koningen en gebeurtenissen voor en na de zonvloed
Theocratische politiek: koning/hoge priester is de plaatsvervanger van God
Polytheïsme: meerdere Goden: Anu, hoofdgod van de hemel en de seizoenen (landbouw)
Enlil, god van de lucht
Enki, god van water
Inana/Isjtar, dubbel aspect, godin van leven en vernietiging
Gilgamesjmythe: Gilgamesj was een held afkomstig van Sumer, stichter en koning van de stad Uruk, de mythe
wordt doorheen heel de geschiedenis van Mesopotamië afgebeeld, hij is op zoek naar het eeuwige leven, naar
onsterfelijkheid hij vecht met Goden en bovennatuurlijke wezens, hij vindt onsterfelijkheid bij een koppel dat
de zondvloed overleeft heeft, echter krijgt hij geen macht over deze, hij blijft sterfelijk en neemt vrede.
(https://www.youtube.com/watch?v=BV9t3Cp18Rc vanaf 2:50)
Profane architectuur: burgerlijke monumentale architectuur, woongebieden, paleizen,
huizen
Religieuze architectuur/ Ziggurat: Terrasvormige pyramide, tempel, visueel centraal punt
in de stad, verbinding tussen hemel en aarde, symbolisch hart voor de theocratie, beelden,
reliëfs, tempeleconomie, tempelcomplex: tempel, opslagruimtes, werkplaatsen voor
pottenbakkers, metaalbewerkers, wevers, bakkers..., ook bewaren van archief, vanuit
tempel irrigatiewerken organiseren
Mudbricks (leemtegels en stenen): zongedroogd of gebakken uit leem, stro en water. Gestandariseerd formaat
Bitumen: teer in vloeibare of vaste vorm, waterbestendig en multifunctioneel, bindmiddel, kleurmiddel voor
geglazuurde tegels, waterdicht maken van aardewerk
Pictogram: symbool of afbeelding die de plaats inneemt van tekst
Spijkerschrift: schrift ontstaan in Mesopotamië
Cilinderzegel: abstracte figuren, dieren en/of alledaagse scènes gegraveerd in cilinder uit hard materiaal die
afgedrukt wordt op klei, administratief doel = handtekening
3
, Orante: biddende persoon, vertegenwoordigt persoon en herinnert God aan de vroomheid van de mens
Vrijstaande beelden: niet in de muur
Monumentaal: groot en gesloten vorm
Technieken metalen sculpturen:
• Volgieten
Vol gieten: - Open gietvorm in steen voor gereedschap en wapens, afwerken hameren en
vijlen
- Twee op elkaar te leggen gietvormen, één voor voorzijde en één voor achterzijde.
Kleine opening voorzien voor het gieten van brons. Afkoelen. Afwerken van naden. Kleine
beelden, gereedschap. Gietvormen kunnen herbruikt worden: massaproductie.
• Hameren
Vastmaken van een metalen plaat op een kern, versiering van metalen oppervlak of
drijfwerk
• Verloren was techniek: volgieten
- figuur eerst modelleren in was en details aanbrengen
- boven waslaag dunne kleilaag en gietmantel van klei
- kleine openingen onderaan of bovenaan voorzien
- bakken => was vloeit door opening weg
- koper of brons in opening bovenaan gieten
- afkoelen.
- gietmantel openbreken en afwerken, polijsten.
- Unieke kleine beelden.
• Verloren was techniek: holgieten
- beeld in klei modelleren = kern,
- bedekken met fijne laag was en de nodige details aanbrengen
- boven de waslaag dunne kleilaag en gietmantel aanbrengen
- de kern en mantel met elkaar verbinden door ijzeren staafjes of kernankers. Verhindert
een verschuiving van de ruimte tussen kern en gietmantel
- brons gieten en afkoelen
- gietmantel en kern openbreken.
- kernankers afvijlen. Verder afwerken door polijsten.
- Unieke grote beelden.
(verloren wastechniek: holgieten) (verloren wastechniek: volgieten)
4