Samenvatting pathofysiologie
W10 oedeem en hypertensie
Homeostase
- Het streven van het lichaam naar het constant houden van het inwendige milieu van het lichaam
- Inwendige systemen binvloeden elkaar
- vb. verhoogde verbranding zorgt voor toename stroomsnelheid van bloed en verhoogde
ademhaling
Vocht in het lichaam
De totale hoeveelheid water in het lichaam van een gemiddelde volwassenen is ongeveer 40l,
rond de 60% van het lichaamsgewicht. Naarmate iemand jonger of slanker is, is het aandeel
hoger. Bij ouderen is het lager, evenals bij mensen met overgewicht in alle leeftijdsgroepen.
Ongeveer 22% van het lichaamsgewicht bestaat uit extracellulair water en ongeveer 38% uit
intracellulair water.
Het grootste gedeelte van ons lichaamswater bevindt zich binnen de cellen (rond 70%, of 28 l
van een gemiddelde van 40L). de resterende 30% (12L) is extracellulair, en voornamelijk te
vinden in de interstitiële vloeistof waar weefsels in drijven, en de rest hoofdzakelijk in het
plasma.
De extracellulaire vloeistof bestaat voornamelijk uit bloed, plasma, lymfe, cerebrospinale
vloeistof en vloeistof in de intersitiële ruimten in het lichaam. Verder zijn er nog zeer kleine
hoeveelheden van andere extracellulaire vloeistoffen: die spelen meestal een rol als
smeermiddel.
De samenstelling van intracellulaire vloeistof wordt grotendeels gereguleerd door de cellen
zelf.
Oedeem
- Ophoping van vocht in het weefsel, meestal rond enkels en/of vocht achter de longen. In de
buikholte = ascites
- Mechanismen:
- . verlaging osmotische druk; weinig eiwit in bloedvaten (inflammatie, leverfunctiestoornissen)
- . hoge druk in bloedvaten (hypertensie)
- . verstoorde lymfeafvoer (tumoren)
- . verhoogde permeabiliteit bloedvaten (allergische reactie, ontstekingsreactie)
1) Epidemiologie:
Wat is de epidemiologie van …? Gebruik meerdere gezondheidsindicatoren zoals incidentie,
prevalentie, levensverwachting, mortaliteit, etc.
2) Etiologie; risico factoren:
Wat is/ zijn de etiologie/ risico factoren van ….
Risicofactoren zijn: een BMI hoger dan > 25kg/m2, roken, stress, hogere leeftijd (> 60 jaar),
alcoholgebruik, geringe lichamelijke activiteit, voeding die niet aan de Voedingsnormen
voldoet, medicijngebruik, familiaire aanleg, negroïde ras en mannelijk geslacht.
Voeding met te weinig groente en fruit, veel keukenzout en vet.
3) Beschrijf de pathofysiologie van deze aandoening. Neem daar ook de normale,
gezonde anatomie en fysiologie van het betreffende orgaan in mee.
Beschrijf de werking en functie van de longen. Beschrijf de pathologie van ….
Anatomie en fysiologie
Wat is de ‘bloeddruk’ …
- Welke factoren bepalen de RR?
1. Hart
. snelheid van pompen (frequentie)
. hoeveelheid bloed dat het hart pompt per slag (slagvolume)
Hartminuutvolume (hoeveelhied bloed dat het hart in een minuut
rondpompt)
2. Weerstand waartegen het hart moet pompen
. vasoconstrictie/ dilatatie van vaten
. bloedvolume/ vulling toestand
. kwalitiet vaten (vb. atheroclerose)
. viscositeit bloed
,- Het hart trekt samen (systole) en pompt daarbij bloed met een bepaalde kracht in de slagaders.
Hierdoor ontstaat een druk op de slagaderwand: de bloeddruk
- Als het hart daarna weer ontspant (diastole), wordt er bloed uit de aders aangezogen. Het hart
vult zich opnieuw met bloed, waarna het opnieuw samentrekt en het bloed weer de slagaders
wordt ingepompt.
- De bleoddruk wordt meestal gemeten aan de bovenarm. De druk in de bovenarmslagader
ontstaat doordat bloed vanuit de linkerkamer van het hart via de aorta naar alle delen van het
lichaam stroomt, dus ook naar de bovenarmslagader.
- De hoogste druk die je bij het bepalen van de bloeddruk meet, wordt veroorzaakt door
samentrekking van het hart (linkerkamer). Dit is de bovendruk of systolische bloeddruk.
- De laagst druk ontstaat op het moment dat het hart ontspant. Dit noemen we de onderdruk of
diastolische bloeddruk.
- Als het hart ontspant, neemt het volume van het hart toe en daalt de bloeddruk in het hart sterk.
Hierdoor heeft het bloed in de aorta en andere slagaders de neiging terug te stromen naar het
hart. Dit wordt echtdr verhinderd door de aortaklep. Door het sluiten van de aortaklep blijft er altijd
een bepaalde hoeveelheid bloed in de slagaders, waardoor de diastolische bloeddruk niet nul is.
- De bloeddruk wordt uitgedrukt in mmHg (millimeters kwikdruk, de druk die een kwikkolom
uitoefent).
- De jormale bloeddruk bij een volwassenen bedraagt 120/80 mmHg. (systole/diastole)
- De bloeddruk in de slagaders is afhankelijk van de volgende factoren:
. de vullingstoestand van de bloedvaten, dat wil zeggen ‘hoe vol de bloedvaten zitten’, hoe voller,
des te hoger de druk.
. de hoeveelhied bloed die het hart per hartslag uitpompt (slagvolume). Bij inspanning zal het hart
meer bloed uitpompen en neemt de bloeddruk toe.
. de veerkracht (elasticiteit) van de wand van de slagaders. Hie eastischer de vaten, des te lager
de bloeddruk.
. de weerstand waarmee het bloed te maken krijgt in de slagaders (perifere weerstand). Deze
hangt af van de stroperigheid (viscositeit) van het bloed, de wrijving tegen de vaatwanden en de
mate waarin de kleinere slagaders open staan (vasodilatatie) of vernauwd zijn (vascoconstricite).
- De systolische bloeddruk is vooral afhankelijk van:
. slagvolume
. elsticiteit van de vaatwand
- De diastolische bloeddruk is vooral afhankelijk van:
. perifere weerstand
. de hoeveelheid bloed die door het hart per minuut wordt uitgepompt (hartminuutvolume =
slagvolume x hartfrequentie)
. sluiting van de aortaklep
- Om alle organen, weefsels en cellen van voldoende zuurstof en voedingsstoffen te voorzien en
koolzuurgas en afvalstoffen af te voeren, moet de bloedsomloop voldoende functioneren.
- De bloeddruk moet binnen bepaalde grenzen op peil worden gehouden en zich aanpassen aan
de omstandigheden (liggen, opstaan, inspanning, slapen, stress).
, - Om de bloeddruk te regelen, gebruikt het lichaam een aantal mechanismen. Deze zijn onder te
verdelen in;
. neurale regulatie
. hormonale regulatie
- De bloeddruk verandert tijdens het leven: baby’s en kinderen hebben een lagere bloeddruk dan
volwassenen.
- Het meten van de bloeddruk kan voor de patient spannend zijn. deze spanning kan zorgen voor
een tijdelijke verhoging van de bloeddruk. Dit noemen we ook wel ‘wittejashypertensie’. Het is
goed hiermee rekening te houde bij het meten vn iemands bloeddruk
- ’s morgens is de bloeddruk in het algemeen het hoogst en ’s nachts tijdens slaap het laagst.
RAAS-systeem
Renine, Aldosteron, Angiotensine
- Nieren (glomerulus) ‘meten’ de bloeddruk
- Scheiden renine uit wanneer RR te laag wordt.. en er wordt een proces om gang gebracht..
-
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur nanoukvansteeg. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.