Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Lesnotities politiek en actualiteit €7,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Lesnotities politiek en actualiteit

 13 vues  0 fois vendu

Het is een uitgebreide samenvatting van alle lessen politiek en actualiteit.

Aperçu 4 sur 69  pages

  • 9 janvier 2022
  • 69
  • 2021/2022
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (19)
avatar-seller
emmasack
Context 3: Politiek en actualiteit
Les 1: Evolutie van het stemrecht
1. 1831: Het a-sociale cijnskiesrecht en het verschil tussen het platteland
en de steden.
 Situatie van 1831-1848
Cijnskiesrecht = diegene die belastingen betalen aan de staat krijgen stemrecht
 Deze burgers mogen dus ook beslissen hoe erom mag worden gegaan met het
belastingsgeld
 Wie betaalt, mag mee beslissen over het gevoerde beleid

Democratische staat (nu)
 Om de 4 of 5 jaar verkiezingen
 Burgers mogen stemmen op mensen en dus zo kiezen hoe je wil dat er wordt
omgegaan met je belastingsgeld
 Dus als burger kiezen welk beleid de overheid gaat voeren!

1831 (cijnskiesrecht) = groot probleem
 Slechts 1,1% betaalt belastingen = dus slechts 1% krijgt kiesrecht = ABSOLUUT
MINIMUM
 HOEZO? Toenmalig belastingswetgeving en belastingstelsel = belastingen
betalen obv vermogen
 Dus niet iedereen kwam in aanmerking om belastingen te betalen!
 Middenklasse en lagere klasse (Arbeiders enzo) betaalden geen belastingen aan
de staat, want er waren geen belastingen op het loon, ze hadden vaak geen
arbeidscontract of een vast loon !
 Asociale tijden:
o Arbeiders hadden geen enkel recht
 Geen vast loon
 Geen maandloon  men werd uitbetaald per dag/week
 Geen wettelijk contract
 Konden niet protesteren
 Geen inspraak
 Ze konden elk moment ontslagen worden
 Geen belastingen betalen
o Enkel de superrijken hebben stemrecht
 Cijns lagen hoger in de steden dan op het platteland
o Op het platteland bv 10 frank belastingen betalen voor te kunnen
stemmen
o In de stad bv 20 frank belastingen betalen om te kunnen stemmen
 Rijken op het platteland werden bevooroordeeld, op vraag van de katholieke
stroming en van de conservatieven !!!
 Conservatieven = wouden geen democratische vooruitgang! =
tussen 1831-1848
 conservatieven waren aan de macht!
 Radicale demcoraten/links liberalen = ze behoorden tot de
vooruistrevende steden en vonden dat de lagere klasse meer
rechten moest krijgen!
 Conservatieven gaan radicale democraten in de kiem smoren
door belastingen in de steden hoger leggen!
 Katholieken werden bevooroordeeld tov republikeinen

, 2. 1848: De uitbreiding van het stemrecht voor de stedelijke
middenklasse tegen de achtergrond van dreigende revoluties en het
capaciteitsstemrecht.
Overal in Europa was er een conservatieve wind (katholieken, protestanten en
koningsgezinden uit de hogere klasse + doctrinaire liberalen ( willen macht
behouden))
 Ze wouden dus lagere en middenklasse geen sociale rechten geven!
1848 = vroeg socialisme + opkomst van Karl Marx
 Lagere sociale klasse en middenklasse is het beu om uit de maatschappij
gestoten te worden, ze hebben te weinig sociale rechten
 °REVOLTERENDE SFEER ONSTAAT IN EUROPA: ARBEIDERS KOMEN IN
OPSTAND
Staken en protesteren was eigenlijk verboden in die tijd! MAAR dat belette de mensen
niet om op straat te komen
 Conservatieve elite begint schrik te krijgen dat de opstandige sfeer zou kunnen
uitmonden in een revolutie
 Waarom schrik?
o Lagere klasse is ongeschoold en ongemanierd! Men heeft daar schrik van
o Middenklasse (het verstandigere deel) jutten de arbeiders op om met
geweld eventueel te gaan protesteren om het systeem te kunnen
omwerpen!
 Hoe vermijden dat opstanden uitmonden in een revolutie?
o DUS elite zou beter stemrecht geven aan de lage middenklasse en zo
gaan ze zich kunnen verzoenen met het bestaande systeem
 LAAT HEN DEELNEMEN EN INTEGREREN AAN HET SYSTEEM!

1848 = Conservatieve elite heeft de vooruitstrevende stedelijke
middenklasse stemrecht gegeven door de cijns gelijk te zetten voor
platteland en steden
 Capaciteitsstemrecht = bekwaamheidstemrecht
= burgers moeten over zekere (verstandelijke vooral) bekwaamheden
beschikken om te mogen stemmen bv. Humaniora diploma

Vooruitstrevende democraten = links liberalen
= behoren tot de stedelijke middenklasse
 Starten met NIET-VERPLICHT avondonderwijs om (geschoolde) arbeiders lessen
te laten volgen en geven hen inburgeringscursussen
 Dankzij die cursussen konden mensen gaan stemmen
 BESTAAT NOG STEEDS! Immigranten krijgen nog steeds inburgeringscursussen!

Wat bracht avondonderwijs op voor linkse liberalen?
Wie richt avondonderwijs op? Initiatief van links liberalen = democraten van de
stedelijke middenklasse
 STRATEGIE HIERACHTER: Als die links liberalen die mensen onderwijs aanbieden
zodat ze zouden kunnen stemmen hopen ze dat de geschoolde arbeiders voor
hen zouden stemmen als ze deelnemen aan verkiezingen

,Links liberalen vinden dat iedereen in de samenleving inspraak zou moeten krijgen in
de MSP
- Recht op sociale rechten
- Recht op onderwijs
- …
 Ze wouden iedereen de kans geven om zich te kunnen ontplooien van welke
klasse ze ook waren!

1848 = Europees revolutiejaar  in Europese steden waren veel revoluties en
onrust



3. 1893: De invoering van het algemeen mannelijk meervoudig stemrecht
tegen de achtergrond van de Tweede Industriële Revolutie, de
oprichting van de BWP en de angst van de elite voor opstanden die
zich keren tegen het systeem.
1893 = algemeen mannelijk meervoudig stemrecht
= uitbreiding van stemrecht

Kenmerken 1893
 Doorbraak 2de industriële revolutie
= versnelling van het productieproces
 uitvinding elektriciteit!
 bij iedere technologische revolutie is er een productieversnelling, want ze
kunnen sneller en massaler producten aanmaken en mondialer verpsreiden
o Snellere distributie
o Grotere verspreiding
o Economische groei
o Toename consumptie
o Versnelling maatschappij bv. arbeiders werken sneller
o Verbetering technologie
 Socialisme = in opkomst!
o BWP = Belgische Werklieden Partij = eerste socialistische partij
opgericht in 1884
o Grote doel: algemeen stemrecht voor alle mannen
o Ze wouden meer mannen in politiek EN meer socialisten in parlement
 Marxisme en anarchisme werd enorm gewelddadig!
o Anarchisten moesten tot de daad overgaan eind 19de eeuw
 terreurbewind ingevoerd dat overgewaaid kwam van Rusland
 Aanslagen plegen op rijke lui en toenmalige staathoofden
bv belgische koning Leopold 2
 Terroristische aanslagen
 Elite kreeg schrik!

Kapitaalzitters gaan investeren, maar om dit te kunnen blijven doen gaan ze
lonen niet laten stijgen, waardoor de kapitaalbezitters echt heeeel rijk worden!
 FRUSTRATIE BIJ ARBEIDERS:
o Arbeiders moeten langer en harder werken, maar verdienen dus niet
meer!
o Arbeiders mogen nog steeds niet stemmen, staken en hebben geen
inspraak in politiek
o Ze voelden zich uit het systeem gesloten

, o Ze zien de nieuwe technologische snufjes (fototoestel, platendraaiers,…)
in grootwarenhuizen maar kan het zich zelf niet veroorloven
 Reactie van arbeiders:
 Arbeiders gaan in opstand!
o Vernielen van fabriek
o Vernielen van woningen van fabrieksbazen
 Defensie wordt ingezet  dit leidt tot nog meer protest!

CONCLUSIE: Elite zat met de poepers en heeft besloten om het stemrecht uit te
breiden !!!
 Want ze hadden schrik dat het bestaande systeem zou omvallen
o Economisch systeem : vrije markt economie met kapitalisme
o Politieke systeem met fundamenten van particulaire democratie
 Arbeiders integreren in systeem en dan kunnen ze zich ook verzoenen met het
bestaand systeem!

DUS DE ELITE WOU GEWOON OP ALLE VLAKKEN HET BESTAANDE SYSTEEM
BEWAREN!!!
De elite besefte dat ze stemrecht moesten uitbreiden:
MAAR ze hadden 2 reserves tov uitbreiding:
1. Als we ze stemrecht geven hetzelfde als alle anderen dan geven we toe aan het
protest
 arbeiders waren hele grote groep!
2. Bestaande elite had schrik dat de socialisten en arbeidersklasse aan de macht
zouden komen
 Ze hebben het stemrecht uitgebreid maar het stemrecht van de arbeider
afgeremd !!!!!
o Gewone arbeiders = 1 stem
o Mensen met avondonderwijs, verstand, vermogen,… = meerdere
stemmen
 capaciteitsrecht = recht om te stemmen naargelang je capaciteiten
 Afremmingsmechanisme = stemrecht uitbreiden maar niet aan iedereeen
dezelfde stem toekennen, de stem van de arbeiders wordt afgeremd door het
meervoudig stemrecht!
4. 1918: De invoering van het algemeen mannelijk enkelvoudig
stemrecht. Tegen de achtergrond van
1. Wereldoorlog Eén:
De Duitse inval op 4 augustus 1914.
Duitsland
 stond onder gezag van keizer
 had veel geïnvesteerd in machines
 had veel geïnvesteerd in militarisering: wapens en materialen
 had veel landen te vriend: Oostenrijk, Hongarije,…
 was zeer modern!
 Duitsland was heer en meester in Europa economisch en militair gezien!

België was in korte tijd helemaal veroverd !
 Belgische steden werden stelselmatig ingenomen, Fransen hielpen ons!
o Eerst Wallonië binnengevallen !
o Inname van Leuven, Brussel en Antwerpen
 Antwerpen met Antwerpse haven heeft de Belgen op de knieën
geworpen !

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur emmasack. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

79202 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,49
  • (0)
  Ajouter