Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
samenvatting SVAA: lichaamsbouw, vorm en functie €15,49   Ajouter au panier

Resume

samenvatting SVAA: lichaamsbouw, vorm en functie

 16 vues  0 fois vendu

Hierin vind je een samenvatting in verband met de lichaamsbouw, vorm en functie. dit bevat voortbeweging en dus voor en achterbeen, de axiale spieren, de craniale disgestie en de maagdarmtractus. Alles is beknopt in puntje samengevat zo overzichtelijk mogelijk.

Aperçu 4 sur 60  pages

  • 8 janvier 2022
  • 60
  • 2021/2022
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (19)
avatar-seller
imaniguyssens
SVAA: lichaamsbouw, vorm &
functie
H7: voortbewegen
A. Bewegingsinstrumenten
1. Inleiding
 Axiale voortbeweging = voorwaartse beweging door gecoördineerde beweging lichaamsas
o Aquatische levenswijze
o Landdieren  slangen & wormsalamanders
 Appendiculaire voortbeweging = m.b.v. aanhangsels
o Vinnen & ledematen + staart  extremiteiten lichaam
o Vertebraten

2. Ledematen bij tetrapoda
a. Het lidmaat
 Geëvolueerd uit borst-/ buikvinnen sarcopterygii  verovering land
 Stylopodium = 1 enkel lang een
o Voorbeen  humerus = opperarmbeen
o Achterbeen  femur = dijbeen

 Zeugopodium = 2 parallelle lange beenderen
o Antebrachium/ voorarm  radius (= spaakbeen) & ulna (= ellepijp)
o Crus/ schenkel  tibia (= scheenbeen) & fubula (= kuitbeen)
o Kunnen over elkaar schuiven  binnen (= pronatie) en buiten (= supinatie) draaien eigen as

 Autopodium = hand (= manus)/ voet (= pes)
o Basispodium = verschillende rijen kleine beentjes
 Handwortelbeentjes = ossa carpi
 Carpus  2 rijen carpaalbeenderen
o Proximale/ antebrahiale rij & distale/ metacarpale rij
 Voetwortelbeentjes = ossa tarsi
 Tarsus  3 rijen tarsaalbeenderen
o Proximale/ crurale rij, intertarsale rij & distale/ metatarsale rij
o Metapodium  pijp
 Middenhandsbeentjes = ossa metacarpalia
 Middenvoetsbeentjes = ossa metatarsalia

o Acropodium  5 tenen (= digiti)  3 kootjes (= phalanges)
 Basiskootje/ proximale falanx  kootbeen
 Gereduceerd tot metatarsaal-/ metacarpaalbeen
 Middenkootje/ middelste falanx  kroonbeen
 Eindkootje/ distale falanx  hoefbeen/ klauwbeen

b. De gordels
 Verankering ledematen  3-tal beenderen

, Bekkengordel
o Darmbeen = os ilium  contact sacrum
o Schaambeen = os pubis
o Zitbeen = os ischium
 Versmelting zitbeen + schaambeen = symphysis pelvis
o Acetabulum = gewrichtskom  articulatie femurkop
 Jonge hond  aparte beenkern = os acetabulare
 Schoudergordel
o Schouderblad = scapula  spierig verbonden met wervelkolom
 Acromion = beenderig uitsteeksel  insertie clavicula
o Sleutelbeen = clavicula  contact sternum + clavicula
 Verhindert over elkaar bewegen schouders
o Ravenbeksbeen = coracoid  contact sternum
o Glenoidaalholte (coracoid + scapula)  articulatie humerus
o Huisdieren  coracoid ≠ schouderondersteunend + clavicula ≠ fixatie schouder

c. Algemene bouw van een bot
 Lang been
o Schacht/ diafyse  ranke middenstuk)
o Epifyse  uiteinde bekleed met gewrichtskraakbeen
o Apofyse  zware bot uitsteeksels  aanhechting spieren/ pezen

o Onvolwassen been  groeikraakbeen tussen diafyse & epifysen
 Endochondrale beenvroming  kraakbenig tussenstadium
 Primair ossificatiecentrum  diafyse
 Secundaire ossificatiecentrum  apofyse & epifyse

o Groeischijf/ cartilago physialis  kraakbeenzone tussen ossificatiecentra
 Lengtegroei

o Metafyse = rafelige uiteinde diafyse
o Aposyfaire groeischijven verbenen later dan epifysaire
 Tractiekracht pezen

 Korte beenderen  1 verbeningskern  geen groeischijven
 Compact bot = buitenste laag
 Periost/ beenvlies  uitwendig compact bot
o Zeer pijngevoelig
o Diktegroei + herstel bot
 Spongieus/ trabeculair bot  inwendig
o Centraal uitgehold  beenmerg (mergholte = cavum medullare)
 Rode beenmerg  hematopoiese + erythropiese = aanmaken rode bloedcellen
 Geel beenmerg  geen hematopoiese  vetcellen
 Foramen nutricium  zenuwen + bloedvaten naar inwendig bot
 Schedelbeenderen + beenderen vogels = luchthoudende beenderen  zeer licht

d. Algemene bouw van een gewricht
 Articulatie beenderen

, o Syndesmose = bindweefselig
o Synchondrose = kraakbenig
o Synostose = beenderig
o Synsarcose = spierig

 Synoviale gewrichten = werkelijke diathrosen
o Gewrichtskraakbeen = glad + effen
 Epifysen
 Schokbrekend
 Stevige vergroeiing met compacte beenweefsel
o Gewrichtskapsel
 Verbinding gewrichtskraakbeen/ omsluiting gewrichtsholte
 Stratum fibrosum (buiten) = dichte bindweefsellaag  verderzetting periost
 Synoviaal vlies/ stratum synoviale = losse bindweefsellaag  vetcellen
 Productie synoviale vocht + histologische structuur
 Plooien/ vlokken
o Gewrichtsholte = spleetvormige virtuele spleet
 Recessus = uitzakkingen  zwelling bij ontsteking  intra-articulaire punctie
o Synovia/ gewrichtsvocht  helder, rekbaar, glibberig, kleverig
 Gewrichtsoppervlakken glad houden
o Gewrichtsbanden  beenuiteinden samenhouden
 Collageenvezels  sterk + niet uittrekbaar
 Soms elastine aanwezig
 Buiten/ vergroeid gewrichtskapsel
 Binnen kapsel  overtrokken door synoviale vlies

 Gewrichtsoppervlakten bepalen bewegelijkheid
o Caput/ bolronde kop  ruime beweging + rotatie
o (half)cilindrische condyl + fovea  beweging in 1 enkel vlak
 Rotatie verhinderd door crista
 Kammen verhinderen zijdelingse beweging  katrolgewricht
 Bol = trochlea
 Hol = cochlea

 Buigen/ flexie = verkleinen hoek van articulerende beenderen
o Buigzijde  kleinste hoek

 Strekken/ extensie = vergroten hoek van articulerende beenderen

3. Spieren als actieve mediator van de voortbeweging
a. Inleiding
 Musculus  actief contraheren door (zenuw) impuls
 Rode, dwarsgestreepte, willekeurige spieren
o 1/ beide uiteinde vast op bot
 Witte spieren  onwillekeurige motoriek organen
o Sommige orgaanspieren toch dwarsgestreept
 Hartspier

, b. Spiercontractie
 Concentrische contractie = uiteinde naar centrum  verkorten spier
 Antagonisten  tegengestelde beweging
o Extensor ↔ flexor
o Abductor (van middelijn) ↔ adductor (naar middellijn)
o Pronator (binnen draaien) ↔ supinator (buiten draaien)
o Dilatator ↔ sphincter

 Excentrische contractie = verhindering rekking spier door externe kracht
 Isometrische/ statische contractie = geen lengteverandering

 Type I/ slow twitch  tragere + langdurige acties
o Sterk doorbloed  diep-rode kleur
o Oxidatief metabolisme  complex chemisch proces + afhankelijk externe aanvoer
 Remt actiesnelheid
o Nauwelijks schadelije nevenstoffen + nutriënten via bloedstroom  actie lang volhouden
o Myoglobine  opnemen + opslaan zuurstof
o T-tubuli  nutriënten diep in vezel aanvoeren

 Type II/ fast twitch  explosieve krachtontwikkeling
o Glycogeenvoorraad  niet afhankelijk externe nutriënten
 Anaerobe glycolyse  eenvoudig chemisch proces + geen zuurstof
 Blekere kleur (afwezigheid myoglobine + mitochondriën)
o Voorraden snel uitgeput + eindproduct lactaat/ melkzuur  verzuring/ verkramping
 Snelle vezels + snel uitgeput

 Verhouding type spiervezels = vast  genetisch bepaald

 Maximale inkorting RE lengte spier  70% lengte = efficiëntste inkorting
o Spoelvormige spierbuik + fijne eindpezen
o Fijne motoriek

 Kracht RE volume spier + breedte aanhechting
o Brede peesplaat/ aponeurose

 Compromis tussen kracht & gerichte beweging  V-vormig patroon
o Musculus bipennatus  zuiver V-vormig
o Musculus multipennatus  meermaals V-vorm
o Musculus unipennatus  parallelle vezels

c. pezen en ligamenten
 Origo = beginpees  dichts bij romp/ wervelkolom
o Geen beweging bij contractie  punctum fixum = vaste punt (afhankelijk situatie)
 Eindpees = insertio  bewegend punt bij contractie
 Spieren rechtstreeks eindigen in peroist
o Collageenvezels spier verweven met collageenvezels peroist

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur imaniguyssens. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €15,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

79650 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€15,49
  • (0)
  Ajouter