E-LEARNING
INLEIDING
Eerste multimediaprincipe van Mayer: Je onthoudt
veel meer wanneer je een visuele ondersteuning
hebt dan wanneer je alleen het auditieve hebt.
Toegepast op powerpoints:
Powerpoint presentaties zouden zowel
gebruik moeten maken van visuele als verbale
inhouden.
De slides kan men best niet voorzien van té
veel informatie, aangezien té veel informatie de
cognitieve systemen van de lerenden kan
overbelasten.
Powerpoint presentatie zou best zo opgesteld
zijn zodat de lerenden geholpen en ondersteund
worden in het selecteren, organiseren en
integreren van de verkregen informatie.
Flipped classroom: Een manier om ervoor te zorgen dat elke leerling iets aan de les heeft.
De leerkracht zorgt dat de les eigenlijk thuis kan gegeven worden, a.d.h.v. een filmpje.
De leerlingen bekijken deze filmpjes en kunnen deze ook herbekijken wanneer ze iets niet
snappen. Hierdoor kan de effectieve les op school gebruikt worden om oefeningen te
maken, te experimenten, etc. De leerkracht kan zich focussen op de leerlingen die extra
hulp nodig hebben. Zo kunnen de sterkere leerlingen uitgedaagd worden (en vervelen ze
zich niet omdat het te simpel is) en kunnen de zwakkere leerlingen bijgestuurd worden
(en vervelen ze zich niet omdat ze het niet snappen en dus toch niet meer opletten).
Dit geeft ook tijd om in de klas andere dingen te doen, zoals Skype in de klas en
Travelbug.
OVER MEDIA
BETEKENIS VAN MEDIA
ZENDEN EN ONTVANGEN
Medium = middel waarlangs de communicatie loopt. Een
medium staat tussen zender en ontvanger en zorgt
ervoor dat de boodschap overgebracht wordt.
Media hebben te maken met communicatie.
Wie zegt wat via welk kanaal tegen wie met welk effect.
Soms is een medium enkel een kanaal om boodschappen over te brengen, bijvoorbeeld
de telefoon, het gebruik van een geluidsversterker.
In een zeer brede betekenis van het woord ‘medium’ gaat het over informatie-
uitwisseling waar geen objecten bij te pas komen. Boodschappen worden immers ook
rechtstreeks overgebracht: al sprekend en bewegend. Dan is het menselijk lichaam als
‘medium’ aan het werk (bijvoorbeeld gebarentaal).
Pagina 1 van 47
,Kenmerkend is ook dat de communicatie meer en meer streeft naar wederzijdsheid, naar
dialoog. In het persoonlijk verkeer is dat voor de hand liggend, maar ook op het terrein
van de massamedia is dat een duidelijke evolutie: interactieve televisie, fora op het
internet,…
VERSCHILLENDE BETEKENISSEN ALS MEDIUM
EEN MEDIUM
In het leerplan van 2000 werd een medium gedefinieerd als
het object waarlangs een zender en ontvanger met elkaar
communiceerden. In het nieuwe leerplan duidt het begrip
medium naast het middel, tevens op de specifieke
toepassing.
Het gaat over de manier waarop iemand een medium
gebruikt om bepaalde inhouden te verzenden of te
ontvangen. Daarbij worden zenden en ontvangen gezien als
een niet te scheiden proces waarbij een of meerdere personen kunnen betrokken zijn.
Met een gsm (het middel) kan je bvb telefoneren, foto's nemen en een bericht verzenden
(de toepassingen).
J.M Peters geeft een heldere indeling van vier verschillende betekenissen van
medium/media.
MEDIUM ALS TAAL OF TEKENSOORT
Om in contact te komen met anderen, om te kunnen communiceren, hebben wij om te
beginnen tekens nodig, een taal om te gebruiken: woorden, gebaren, cijfers,
morsetekens, televisiebeelden, muziek, verkeerstekens enz. Zonder die tekens is elke
vorm van communicatie onmogelijk. Een toneelspeler bedient zich van het medium van
het acteren, de schilder van het medium schilderkunst, de musicus van het medium
muziek. In deze gevallen wordt met ‘media’ alleen bedoeld: de verschillende
communicatiemogelijkheden waarover men kan beschikken, mogelijkheden om in contact
te komen met anderen, de ‘talen’ die men nodig heeft om iets mee te delen.
MEDIUM ALS EEN ‘TEKST’
Een medium kan ook een concrete uiting in tekens zijn, een (in tekens) geformuleerde
boodschap, een ‘tekst’ (niet perse letterlijk!). Met behulp van tekens, dus met behulp van
een medium in de eerstgenoemde betekenis, kan men allerlei mededelingen formuleren:
een artikel in een krant, een voordracht, een roman, een film, een redevoering, een
betoging, een tentoonstelling, een schilderij, een symfonie, een gedicht, enz. De meest
algemene term voor zo’n mededeling is ‘tekst’, niet alleen een verbale (d.i. met woorden)
maar ook een audiovisuele, een muzikale ‘tekst’ of een ‘tekst’ die voornamelijk bestaat
uit bewegingen en gebaren. Dikwijls zijn voor de formulering van dergelijke ‘teksten’
tekens van zeer uiteenlopende aard gebruikt. In zo’n ‘tekst’ is vastgelegd wat de maker
ervan aan derden wil meedelen: zijn politieke overtuigingen, zijn artistieke ervaring, of
gewoon de mededeling dat zijn fabriek niet dicht mag. Al dit soort ‘teksten’ is een tweede
betekenisniveau van medium, het niveau van de concrete boodschap.
MEDIUM ALS KANAAL
Medium kan ook verwijzen naar het (transport-)kanaal waarlangs een ‘tekst’ van de
zender naar de ontvanger vervoerd wordt. In deze betekenis is het medium het
transmissiemiddel of de weg waarlangs teksten getransporteerd kunnen worden, of ook
Pagina 2 van 47
,het apparaat waarin of waarmee teksten voorlopig kunnen worden opgeslagen. Media in
de zin van communicatie (of beter: transmissie-) kanalen en toestellen zijn technische,
door de moderne technologie ontwikkelde hulpmiddelen. De term ‘massamedia’ wordt
ook dikwijls in deze betekenis verstaan. Er wordt dan vooral gedacht aan drukpers, radio,
televisie, internet, reclame… waarbij zowel het aspect van het grote (d.i. massale) bereik
als dat van de moderne techniek meespeelt.
MEDIUM ALS ORGANISATIE
‘Medium’ kan ook slaan op de organisatie of het systeem waarbinnen teksten worden
geproduceerd, gedistribueerd of geconsumeerd. Als er gesproken wordt over de macht
van de media, over mediaconcentratie, over mediaclusters, over mediawetten… dan gaat
het dikwijls over deze vierde betekenis van het woord media.
De omroep, de pers, het filmwezen, de uitgeverij enz. zijn in deze zin media te noemen.
Ze vormen een organisch geheel of een systeem waarbinnen teksten van allerlei soort
worden gemaakt, verspreid en ontvangen.
Het belangrijkste kenmerk van een medium in deze betekenis is de relatie die er bestaat
tussen zenders aan de ene kant en de ontvangers aan de andere: de onderlinge
verbondenheid van programmerende, producerende, distribuerende en consumerende
instanties in het systeem. Als voorbeeld: de band die bestaat tussen krantenuitgever,
redactie, verkopers en lezers, waaronder een groot deel vaste abonnees. Een even
duidelijk voorbeeld biedt het huidige televisielandschap: de strijd om de hoogste
kijkcijfers, waardoor kwaliteit dreigt te sneuvelen om de (kwantitatief!) grootste
organisatie te zijn; de toenemende greep van de industrie op deze organisaties via
reclame en sponsoring, de onduidelijke vermenging van objectieve informatie en
subjectieve reclamevoering; het behandelen van ook jonge ontvangers als koopvee; de
snelle veramerikanisering van onze cultuur…
FUNCTIES VAN MEDIA
Mensen gebruiken media functioneel, dat wil zeggen: ze gebruiken media vanuit
bepaalde bedoelingen zoals om:
hun welbevinden te verhogen
hun zelfredzaamheid te verbeteren
zich te informeren en informatie door te geven
te communiceren met anderen
zichzelf te vormen en hun leren of dat van andere te faciliteren
creatief vorm te geven aan ideeën en gevoelens en allerlei situaties
uiting te geven aan hun geloof en persoonlijke overtuiging
Media zijn alomtegenwoordig in het dagelijkse leven. In al hun verscheidenheid worden
ze de hele dag door gebruikt. Thuis, op school, overal. De media zijn een deel van ons
‘zijn’ geworden. De kinderen en jongeren van vandaag worden wel eens benoemd als de
mediageneratie of nog specifieker als de e-generatie wanneer het specifiek gaat om hun
grote appetijt naar digitale mediatoepassingen. Zo spreekt men ook van de ‘digital
natives’, waarmee men de jongeren aanduidt die opgroeien in een gedigitaliseerde
wereld. Kenmerkend voor hen is dat een aantal mediatoepassingen als het ware een
verlenging van hun eigen persoon zijn geworden. Ze kunnen niet meer zonder. Het is
goed kinderen daarvan bewust te maken en samen met hen na te denken over de
mogelijkheden en de gevaren daarvan.
Pagina 3 van 47
, MEDIACRATIE
Het begrip mediacratie of media-democratie is een uitdrukking van het idee dat
democratische landen vooral geregeerd worden door diegenen die de macht hebben om
via de media de publieke opinie te beïnvloeden. Vaak wordt ook met dit begrip bedoeld
dat het de media zelf (als collectieve actor) zijn die de macht hebben in een land.
INVLOED VAN MEDIA
De invloed van de media in de samenleving krijgt wereldwijd fenomenale proporties. De
laatste decennia van vorige eeuw kregen we een echte hausse van
informatiedoorstroming. Dit tijdperk wordt dan ook als de ‘informatiemaatschappij’
getypeerd.
Nu de vrije markteconomie volop speelt in het medialandschap is er geen houden meer
aan: we worden met zijn allen speelbal van de media. Betere lees-, luister-, kijk- en vooral
koopcijfers zijn voor elk mediaconcern de ultieme betrachting. Dat heeft natuurlijk zijn
invloed op de kwaliteit van de mediaproducten… Het lijstje vaststellingen is lang,
eindeloos en niet zonder gevaar:
steeds meer accent op vluchtige, snelle, hapklare en oppervlakkige informatie
een groeiende impact van sensationele berichtgeving
een stijgende mediaverslaving bij kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen
de ongebreidelde toename van geweld en seks
het te grabbel gooien van de persoonlijke sfeer
het ontstaan van clusters van mediaorganisatie
de bikkelharde concurrentie tussen uitgeverijen en zenders
de berichtgeving over mediaontwikkelingen zelf, als hot item
Er wordt gesproken over de drie machten: de wetgevende (parlement), uitvoerende
(regering) en rechterlijke (gerecht). Die drie machten moeten autonoom werken, elkaar
niet beïnvloeden maar wel controleren. Sommige auteurs gewagen van een vierde
macht, namelijk de media, die sterk aan belang wint in de huidige
‘informatiemaatschappij’. Zonder echt wettelijk kader is er een belangrijke, alles
doordringende machtsfactor bij gekomen, die (letterlijk) in elke huiskamer en het denken
van elke burger doordringt.
Ook in ons land zien we de grote invloed van media in de politiek: een regeringsvorming
gebeurt ongeveer voor de televisiecamera’s, politici worden gemaakt en gekraakt in de
pers…
Ook in andere domeinen van het maatschappelijk gebeuren is de invloed van de media
fenomenaal: in de sport wordt de trainer van een voetbalclub tot ontslag gedwongen als
de tegenvallende resultaten breed uitgesmeerd worden op de sportbladzijden van de
kranten op maandag. Een gruwelijke moordpartij wordt als sensationeel nieuws met
paginagrote foto’s dagenlang als een soap gepresenteerd. Een film, boek, muziekgroep
bereikt een groot publiek als de reclamemachine na een positieve recensie echt op dreef
komt.
ASPECTEN VAN MEDIAOPVOEDING
Mediaopvoeding is gericht op twee basisprocessen:
1. Omgaan met mediaboodschappen als ontvanger, dus receptief
Pagina 4 van 47