Complexe opvoedingssituaties - HC
THEMA 1: Kinderen en hun context
van wetenschappelijke kaders en theorieën tot concrete technieken en methodieken
BLOK 1: Kaders en theorieën algemeen
HC1: Algemene analytische modellen en opvoedingsvaardigheden
Methodisch werken als jeugdprofessional
OVERZICHT (informatie verzamelen en ordenen) → INZICHT (begrijpen) → UITZICHT (handelen)
modellen als hulpmiddel bij methodisch werken
Pedagogische modellen
2 soorten:
Pedagogische analytische modellen
o Brengen factoren die opvoeding beïnvloeden in kaart
o Helpen informatie ordenen
o Helpen pedagogische situatie begrijpen
Pedagogische handelingsmodellen
o Brengen pedagogische vaardigheden in kaart
o Geven richting aan handelen in pedagogische situatie
Pedagogische analytische modellen
Belsky (1984) Bakker (1993)
Hellinckx (2003)
1
,ICF-kader (2001)
International Classification of Functioning, Disability and Health (ontwikkeld door World
Health Organisation (WHO))
o Omschrijven, classificeren, ontleden van situaties
o Functioneren van ‘alle’ mensen
o Standaardtaal en schema (zodat ook andere landen hem kunnen gebruiken)
o Genuanceerd situatie in kaart brengen voor een persoon
o Nadeel: validiteit, betrouwbaarheid
Vertrekpunt: 3 invalshoeken
1ste invalshoek
o De mens als organisme
- Lichaamsonderdelen (functie (horen, lopen denken) en anatomische
eigenschappen (oor, hersenen, spieren → aanwezigheid, vorm, functioneren))
- Stoornissen
- Opl: bio-medische interventies
o Vb. gehoorverlies → cochleair implantaat
2e invalshoek
o Het menselijk handelen
- Dagdagelijkse activiteiten, handelen (leren en kennis toepassen, communicatie,
mobiliteit, zelfzorg, huiselijk leven, gedrag, sociale relaties)
- Beperkingen
- Opl: trainings- en ontwikkelingsprogramma’s
3e invalshoek
o Participatie
- Wisselwerking tussen persoon en omgeving
- Participatieproblemen (geen lid kunnen zijn van de maatschappij)
- Opl: aanpassing: diensten en maatschappelijke structuren
3 Eenrichtingsverkeer?
3
1 4
2
Wisselwerking?
Hoe beïnvloeden het functioneren
o Aandoeningen en ziektes (1)
o Externe factoren (woonplaats, werkomgeving, normen en wetten, toegankelijkheid gebouwen) (3)
2
o Persoonlijke factoren (ras, geslacht, leeftijd, ingesteldheid, levensstijl) (4)
, Wisselwerking, wederzijdse beïnvloeding
Waar een SRW’er impact op kan hebben
(cirkels)
Bedenkingen bij werken met analytische modellen
Elk model is een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid
Door met een bepaald model te werken, worden sommige factoren OVERbelicht en andere
factoren ONDERbelicht of niet belicht
Gebruik van een bepaald model is een keuze (niet altijd even rationeel, vb. het is een gekend model)
De analytische kaart van SRW is geen model (het is een synthese van bestaande modellen en niet het
resultaat van wetenschappelijk onderzoek)
De kracht van modellen zit in de kracht van de gebruiker ervan. Zoom in en uit, combineer,…
Analytische modellen:
Helpen bij verzamelen en ordenen van info over alle (f)actoren in een pedagogische situatie – OVERZICHT
Helpen samenhang tussen factoren in een pedagogische situatie begrijpen – INZICHT
Pedagogische handelingsmodellen
Opvoedingsvaardigheden volgens Patterson (1981)
Positieve betrokkenheid: er zijn, interesse tonen, spreken met je kind, aanvaardende en
niet-oordelende houding aannemen
Positieve bekrachtiging: opmerken, aanmoedigen en belonen van gewenst gedrag
Toezicht/overzicht houden: goed overzicht houden over het gedrag via de vier grote W’s:
o met Wie is de adolescent weg?
o Wat wordt er gedaan?
o Waar heeft het plaats?
o Wanneer zijn vertrek en aankomst gepland?
Disciplineren
o Het juist natrekken en benoemen van ongewenst gedrag
o Het negeren van onbelangrijk ongewenst gedrag
o Het gebruik van negatieve gevolgen na ongewenst gedrag
Interpersoonlijke probleemoplossing: gezamenlijk oplossen van dagdagelijkse problemen en
conflicten die op het niveau van de leefgroep aangepakt kunnen worden
Opvoedingspiramide Webster-Stratton & Hancock (1998)
3
, Opvoedingsvaardigheden (5) volgens Voets (jaren 90)
Sturen: voorkomen, verminderen of het beheersbaar maken van ongewenst gedrag
o Toezicht/overzicht houden – monitoring: 4 W’s
o Discipline – duidelijkheid, grenzen, regels en consequent optreden
Steunen:
3. Positieve betrokkenheid
4. Positieve bekrachtiging: complimenten en belonen
Stimuleren:
5. Samen problemen oplossen (modeling)
Opvoedingsvaardigheden volgens Hellinckx (2003)
Combinatie van pedagogisch analytisch model en pedagogisch handelingsmodel
Opvoedingsvaardigheden volgens Alice Van der Pas (2006)
Opvoedingsvaardigheden in Huisje van SRW
Presentie
o Benadrukt het belang van er ONVOORWAARDELIJK zijn voor de ander
o Doel: opbouwen van een vertrouwensrelatie waarin de ander zich gezien en gehoord voelt
o Doel is niet de ander te veranderen maar wel onvoorwaardelijke acceptatie
Steunen – open dialoog
o Steunen: verzorgen, troosten, aandacht geven, geduldig zijn, begrip tonen, aanmoedigen
o In een open dialoog: tijd investeren, vertrouwelijke sfeer, belangstelling tonen
- Zorgen voor een veilige hechting
4