Samenvatting van het boek: Praktisch internationaal recht. Hoofdstukken 1 t/m 7 en de stof uit de colleges internationaal recht. Deze samenvatting gaat over de helft van de stof van het tentamen EU en internationaal recht. Gecombineerd met de samenvatting EU is de samenvatting compleet voor alle te...
Thanks for your response, how annoying that you had a negative experience with my summary. I would love to hear what could have been better or what did not meet your expectations. Then I'll adjust it right away! if you have any questions about the material, you can always send me a message.
Quelques exemples de cette série de questions pratiques
1.
Volkenrecht
Réponse: Een term die vaak terugkomt in wetgeving en andere literatuur. Deze term is minder passend dan internationaal recht omdat het internationaalrecht niet alleen over volkeren gaat. Zo gaat het bijvoorbeeld ook over internationale organisaties en individuen.
2.
4 kenmerken van internationale rechtsorde
Réponse: 1. Decentraal
2. Gelijkheid
3. Afhankelijkheid
4. Invloed van politiek factoren en machtsverhoudingen
3.
Monisme
Réponse: Internationaal recht is automatisch deel van de nationale rechtsorde, er is geen aparte omzetting van internationale wetten naar nationale wetten.
4.
Dualisme
Réponse: Internationaalrecht moet omgezet of getransformeerd worden naar het nationale recht door middel van een aparte wet.
5.
Gematigd monistisch stelsel
Réponse: Het stelsel dat Nederland heeft gekozen. De voorwaarden hiervoor zijn vastgelegd in artikel 93 grondwet en stelt dat de internationale wet of regel een eenieder verbindende bepaling moet zijn en dat pas na de publicatie van de internationale wetten of regels deze geldig zijn. Er hoeft dus geen aparte wet voor gemaakt te worden, maar ze moeten wel publiekelijk bekend gemaakt worden in het tractatenblad.
6.
Eenieder verbindende bepaling
Réponse: regels waaruit duidelijk een recht, plicht, een moeten handelen of een nalaten kan worden afgeleid.
7.
Toetsingsverbod
Réponse: De rechter mag niet beoordelen of een verdrag of wet in strijd is met de Nederlandse grondwet. Dit om te voorkomen dat rechters op de stoel van het parlement gaan zitten.
8.
Rechtssubjecten
Réponse: Alle actoren die rechten en/of plichten hebben ofwel een rechtsbevoegdheid bezitten. Dit zijn de deelnemers aan het ‘recht’.
9.
Een staat
Réponse: een land met:
- Een eigen afgebakend territorium
- Een bevolking
- Een eigen bestuur/regering dat effectief het hoogste gezag uitvoert(soevereiniteit)
- Erkenning door andere staten.
10.
Ius-sanguinis-beginsel
Réponse: Afstammelingsbeginsel, als je een nationaliteit krijgt omdat je ouders de nationaliteit bezitten.
Quelques exemples de cette série de questions pratiques
1.
Verdrag Europese Unie
Réponse: Het VEU geeft beginselen, waarden en doelstellingen genoemd. Ook worden de instellingen van EU genoemd. De taken en samenstellingen van verschillende instellingen worden in verschillende artikelen toegelicht.
2.
Verdrag betreffende de werking van de EU
Réponse: Het VWEU benoemd de bevoegdheden van de EU. Ook geeft het VWEU nadere uitwerking op het VEU.
3.
Verdrag van Parijs
Réponse: De oprichting van de EGKS
4.
Verdrag van Rome
Réponse: De oprichting van de EEG en Euratom/EGA.
5.
Verdrag van Brussel
Réponse: Een fusieverdrag waarin de EGKS, EEG en Euratom/EGA werden gefuseerd tot de Europese Gemeenschappen. Commissies & raden van ministers werden samengevoegd totdat er van elk 1 orgaan was.
6.
Verdrag van Maastricht
Réponse: Hiermee werd de Europese Unie opgericht. De weg van politieke integratie werd ingegaan en de pijlerstructuur werd geïntroduceerd.
Leerdoelen:
- Kan de relevantie van de EU en het internationaal recht voor de studie Integrale
Veiligheidskunde benoemen.
- Kan de belangrijkste taken en bevoegdheden van instellingen, die betrokken zijn bij
de voorbereiding, de totstandkoming en uitvoering van internationaal- en Europees
Recht benoemen, beschrijven en onderscheiden.
- Kan de belangrijkste soorten wet- en regelgeving in het Internationaal en Europees
Recht benoemen, onderscheiden en aangeven van welke instellingen deze afkomstig
zijn.
- Kan benoemen op welke manier internationaal recht doorwerkt in het Nederlandse
rechtssysteem.
- Kan wet- en regelgeving opzoeken en op de voorgeschreven wijze weergeven.
Bookmarkers in wettenbundel
1
, Wet/Verdrag Artikel Inhoud Blz. Kulwer
Grondwet Art. Doorwerking verdragen in Blz. 2908
93&94 Nederlandse rechtsorde.
Handvest van de VN Doelstellingen(art. 1), Blz. 5467
Beginselen(art.2) &
Hoofdorganen(art.7)
Verdrag van Wenen Het verdragenverdrag, art.26 pacta Blz. 5541
sunt servanda
Internationaal verdrag inzake Bijv. zelfbeschikkingsrecht volken, Blz. 5567
burgerrechten en politieke discriminatieverbod & gelijke
rechten rechten mannen-vrouwen
Verdrag betreffende de Beginselen, waarden & Blz. 5663
Europese Unie(VEU) doelstellingen. Art. 13 noemt
organen van de EU
Verdrag betreffende de Een nadere uitwerking van het Blz. 5683
werking van de EU (VWEU) VEU, noemt bevoegdheden van EU
Hoofdstuk 1 Kennismaking met het internationaal recht
Het internationaal recht is van oudsher het recht tussen staten onderling.
2
, Volkenrecht= Een term die vaak terugkomt in wetgeving en andere literatuur. Deze term is
minder passend dan internationaal recht omdat het internationaalrecht niet alleen over
volkeren gaat. Zo gaat het bijvoorbeeld ook over internationale organisaties en individuen.
Internationaal versus nationaal:
In het nationale recht creëert de soevereine overheid wetten en regels voor burgers op het
eigen grondgebied. Bij het internationale recht is er sprake van regelgeving die staten
waardevol vinden om daadwerkelijk na te komen, zoals verdragen en internationaal
gewoonte recht.
Publiek versus privaat:
Bij internationaal publiekrecht gaat het dus om het openbare gezag dat regelgeving bedenkt
om internationale problemen op te lossen. Internationaal privaatrecht richt zich met name
op geschillen tussen natuurlijke personen en rechtspersonen onderling. Dit is bijvoorbeeld
bij online aankopen (consument en bedrijf hebben geschil).
In dit vak wordt bij de term internationaalrecht internationaal publiekrecht bedoelt.
Kenmerken van de internationale rechtsorde:
1. Decentraal: Er ontbreekt 1 centraal systeem dat van uitvoerende, wetgevende en
handhavende macht in het internationale systeem. Het gevolg hiervan is dat er dus
niet 1 centraal orgaan aan is te wijzen dat de wetten of regels maakt. Staten zijn
soeverein en zijn zelfstandig bevoegd om rechtsbetrekkingen met elkaar aan te gaan.
Soeverein betekent letterlijk hoogste macht/gezag.
2. Gelijkheid: min of meer alle staten zijn (juridisch) gelijk aan elkaar. Hier is dan ook
sprake van een horizontale rechtsorde (in tegenstelling tot de Nederlandse verticale
rechtsorde).
3. Afhankelijkheid: Er is sprake van onderlinge afhankelijkheid tussen staten ook wel
interdependentie genoemd.
4. Invloed van politiek factoren en machtsverhoudingen: De internationale rechtsorde
kan niet los gezien worden van het politieke klimaat. Door politieke wisselingen in de
nationale politiek veranderen internationale verhoudingen en dit heeft direct invloed
op het internationale recht.
Monisme= Internationaal recht is automatisch deel van de nationale rechtsorde, er is geen
aparte omzetting van internationale wetten naar nationale wetten.
Dualisme= Internationaalrecht moet omgezet of getransformeerd worden naar het nationale
recht door middel van een aparte wet.
Gematigd monistisch stelsel= Het stelsel dat Nederland heeft gekozen. De voorwaarden
hiervoor zijn vastgelegd in artikel 93 grondwet en stelt dat de internationale wet of regel een
eenieder verbindende bepaling moet zijn en dat pas na de publicatie van de internationale
wetten of regels deze geldig zijn. Er hoeft dus geen aparte wet voor gemaakt te worden,
maar ze moeten wel publiekelijk bekend gemaakt worden in het tractatenblad.
Eenieder verbindende bepaling= regels waaruit duidelijk een recht, plicht, een moeten
handelen of een nalaten kan worden afgeleid.
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur DP010. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.