PERSONEN MET EEN VERSTANDELIJKE BEPERKING (P.V.B.)
1. HISTORIEK
1.1 VOORGESCHIEDENIS
Voor 1800 was er een algemene desinteresse in mensen met een verstandelijke
beperking
Oudheid Ze mochten blijven maar er werd geen aandacht aan
gegeven.
Middeleeuwen Ze werden gebruikt als hofnar om anderen te plezieren,
doen lachen…
1840-1940 Ze zaten in Freak-shows.
1.2 ENKELE PIONIERS
Pinel (1745-1826)
Hij publiceerde op het eind van de jaren 1800 zijn ‘nosographie des maladies
mentales’. Dit vormde de eerste systematische beschrijving van psychiatrische
ziektebeelden.
Esquirol
Leerling en opvolger van Pinel. Hij was directeur van verschillende hospitalen (La
Salpêtrière & L’hospice de Bicêtre) voor idiotie. Idiotie werd bij hem onderverdeeld
in drie deelgroepen:
o De verwarden
o De dementen
o De idioten
Itard (1774-1838)
Hij behandelde ‘de wilde van Aveyron’. Deze jongen werd in zeer verwilderde
toestand gevonden in de bossen van Aveyron. Dit had een enorme invloed op de
theorievorming en de praktijk van de zorg van personen met een verstandelijke
beperking.
Medisch-pedagogische benadering zou volgens hem veel voordelen bieden bij het
behandelen van idioten. De volgorde waarmee de verschillende
probleemgebieden moesten worden benaderd:
o Sensorische elementen
o Taal
o Het abstracte denken
Men dacht verbetering te kunnen bieden door medicatie en training. Itard
introduceerde de natuurwetenschappelijke methode in de zorg voor personen met
een verstandelijke beperking. Een goede observatie werd van belang gevonden
om het complexe te ontleden.
Séguin (1812-1880)
1
, hij richtte een school voor idioten op en werkte daarbij een onderwijsmethode op
basis van het stimuleren van zintuigelijke functies. Hij werkte op basis van een
zeer gestructureerd leerprogramma.
De ontwikkeling van spieren en sensorische elementen vindt hij maar een eerste
stap. Het intellectuele (het verstand) en het morele (de ziel) vormden de volgende
stappen.
Kanunnik Triest (1760-1836)
Pionier voor de morele behandeling van ‘geesteszieke’ personen in Vlaanderen.
Oprichter van de congregatie van de broeders van liefde en de congregatie van de
zusters van liefde. Deze congregatie is actief bij:
o Orthopedagogische zorg
o Geestelijke gezondheidszorg
o Bijzondere jeugdzorg
o Bejaarden- en ziekenzorg
o Onderwijs
Dr. Guislain (1797-1860)
Pionier voor de morele behandeling van ‘geesteszieke’ personen in Vlaanderen.
Hoofdgeneesheer van het ‘krankzinnigengesticht’ in Gent. Hij was overtuigd van
het feit dat psychiatrische problemen veroorzaakt worden door stoornissen in het
gemoed en niet door stoornissen in de rede. Humanitaire/menslievende aspecten
zijn dan ook essentieel bij de behandeling.
o Goed klimaat
o Regelmaat
o Netheid
o Gezonde voeding
In de gebouwen van het oude ‘Guislaininstituut’ bevindt zich momenteel het
museum Dr. Guislain waarin de geschiedenis van de geestesziekenzorg en de
psychiatrie aan bod komen.
1.3 EERSTE INRICHTINGEN
Guggenbühl
Één van de eerste inrichtingen is ontstaan in 1850. De instelling, genaamd
Abendberg, was onder beleid van Guggenbühl, een Zwitserse arts die zich liet
inspireren door de Duitse natuurfilosofie en psychiatrie.
Hij geloofde dat de psyché niet ziek kon worden omdat ze door God geschapen
zou zijn. Men moest dus aangepast leven (gezonde voeding, gezonde lucht, …) om
zo te genezen.
Deze instelling was gelegen in de dennenbossen voor de zuivere lucht en het
gezonde klimaat. Men gaf ze een voedingsrijk dieet, baden met geneeskrachtige
kruiden, behandelingen met elektriciteit. Men experimenteerde ook met
medicamenteuze preparaten.
2
, De instelling verkommerde echter onder de talrijke afwezigheid van haar stichter.
De natuurfilosofische opvattingen kwamen bovendien steeds meer in conflict met
de nieuwe ideeën in de Duitse psychiatrie. Psychische stoornissen werden daarbij
als ‘ziekten van de hersenen’ beschouwd.
Samuel Howe
Samen met Séguin startte hij de zorg voor personen met een verstandelijke
beperking in Amerika. Howe zag de oorzaken vooral in een soort ‘degeneratie van
de mensensoort’
o Slechte gezondheidstoestand van de ouders
o Overmatig gebruik van alcohol
o Familiehuwelijken
o Pogingen tot abortus
1.4 PEDAGOGISCH OPTIMISME IN DE VERDRUKKING
Na 1850 verdwijnt de filantropie en maakt plaats voor positivisme van Comte.
Dit komt door de groeiende belangstelling voor het lichaam en de hersenen. Zo
werd er veel aandacht besteed aan de uiterlijke, lichamelijke kenmerken. De
wetenschap zoekt de oorzaken, de vormen en de gradaties.
o vb. Langdon Down: ‘mongolisme’
o Stamboomonderzoek
Dugdale met de familie ‘The Jukes’
Goddard met de familie Kallikak
Deze studies brachten verstandelijke beperking in verband met criminaliteit,
armoede en leven aan de zijkant van de maatschappij; dit alles in een zuiver
‘erfelijkheidsperspectief’. Deze gedachtegang had uitstoting van personen met
een beperking als gevolg. Ze werden in inrichtingen ondergebracht ter
bescherming van de maatschappij. In Amerika werden er sterilisatiewetten
uitgevaardigd.
Deze treurige periode werd een voedingsbodem voor de latere sinistere theorieën
en praktijken van het naziregime.
1.5 PSYCHOMETRISCHE RICHTING
Binet en Simon
Methode ontwikkelen om kinderen op te sporen met een lichtere vorm van
verstandelijke beperking. Het werd al vlug geïnterpreteerd als een test die de
‘natuurlijke intelligentie’ zou meten los van de opvoeding of onderwijs.
Goddard
Test vertaald in het Engels. Hij concludeerde dat mensen met een verstandelijke
beperking wel trainbaar waren, maar dat dit alles steeds gezien moest worden in
functie van hun aangeboren mogelijkheden.
Terman
Hij werkte verder op de test van Binet en maakte hem makkelijker hanteerbaar.
Hij voerde het begrip ‘intelligentiequotiënt’ (IQ) in. Hij beschouwde IQ als erfelijk
en onveranderbaar en hij geloofde ook in raskwaliteiten.
3
, Ontstaan buitengewoon onderwijs
School voor de groep mensen die als debiel beschouwd worden. Door de
toenemende graad van industrialisering en de schrik van de goegemeente voor de
verderfelijke invloeden zorgden ervoor dat veel kinderen, vooral uit lagere sociale
klassen en uit minderheidsgroepen hier werden opgenomen.
1.6 EERSTE TEKENEN VAN KENTERING
Vanaf 1925 stond de tot hiertoe opgebouwde visie onder druk van critici.
Fernald publiceerde in 1919 de resultaten van een onderzoek naar de levenssituatie van
een aantal mensen die ontslagen waren uit de inrichting. Deze ex-cliënten bleken zich vrij
goed te handhaven in de maatschappij wat inging tegen alle toen gangbare theorieën en
opvattingen.
Skeels, Oye, Skodak en anderen brachten met hun onderzoeksmateriaal de nature-
nurture discussie weer op gang. Skeels vond namelijk bij een kleine groep van
risicokinderen (op vlak van IQ) dat ze na een verblijf in een pedagogisch stimulerende
omgeving bij hertesting een normaal IQ scoorden.
1.7 NA 1950
Worsteling tussen enerzijds een trage, behoudende strekking en anderzijds een
progressieve, op verandering gerichte strekking.
Bowlby en Spitz
Één belangrijke tegenstroom werd op gang gebracht vanuit de studies van Bowlby
en Spitz die wijzen op het gevaar voor ontwikkelingsstoornissen bij mensen die
lange tijd in inrichtingen verbleven.
Er was ook sprake van gebrek aan stimulans, warme vaste relaties als oorzaken
van verwaarlozing en deprivatie.
Goffman
Hij beschreef organisaties die hij als ‘total institutions’ benoemde.
o Kazernes
o Kloosters
o Gevangenissen
o Instellingen voor personen met een beperking
‘It is a place of residence and work where a large number of like-situated
individuals, cut off from the wider society for an appreciable period of time,
together lead an enclosed, formally administered round of life…’.
Als opvallend gemeenschappelijk kenmerk noemt hij de sterke greep op de
cliënten. Hij ziet bovendien een grote barrière tegenover sociaal contact met de
buitenwereld. Het leven in zo’n instituut zou volgens Goffman gevolgen hebben
voor de deelnemers
o Persoonlijkheid wordt aangetast/afgebroken
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur fleurtack. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.