Nurevşan Göktepe 3RPBL 2021-2022
PERSONENBELASTING
Lector: Luc Rosiers
Examen: open boek examen, zowel theorie als oefeningen.
Aanslagjaar 2021 - Inkomstenjaar 2020
Formule: AJ X+1 – IJ X
Aanslagjaar komt na het inkomstenjaar, er wordt gewerkt met een kalenderjaar (1 januari tot 31 december).
Inkomstenjaar is het jaar waarin u de inkomsten verwerft, in het aanslagjaar gaat men exact uw belastingen
berekenen. Pas nadat de inkomstenjaar voorbij is kan men berekenen hoeveel inkomen een persoon heeft verwerft
in een jaar.
Verschil tussen lonen en wedden? Wedde is voor een bediende en een loon is voor een arbeider.
1. Bepalen van het gezamenlijk belastbaar inkomen
Gezamenlijk is de som van alle soorten inkomsten (onroerende inkomsten, roerende inkomsten,
beroepsinkomsten en diverse inkomsten)
Beroepsinkomsten:
• Gewone bezoldigingen (lonen en wedden)
• Gewone vervangingsinkomsten (pensioenen, ...)
• Werkloosheidsuitkeringen
• Wettelijke ziektevergoeding
• Brugpensioen oud stelsel
• Inkomsten als zelfstandige
• Inkomsten uit vrij beroep
• Inkomsten bestuurder of vennoot
• Aftrek forfaitaire beroepskosten (forfait verwijst naar vast, het is een vast bedrag)
= 30% van de beroepsinkomsten, die mogen maximum 4.880 euro bedragen.
OF
• Aftrek werkelijke beroepskosten, dat zijn kosten die u kan aantonen/bewijzen als werkelijke kost omdat ze
daadwerkelijk te maken hebben met uw beroep. In rekening brengen als ze hoger zijn dan 4.880 euro.
De kosten aangeven die hoger zijn, hoe hoger de kosten hoe meer er kan afgetrokken worden en hoe lager
de belastbare basis hoe minder belastingen u moet betalen.
= Netto beroepsinkomsten (voor zowel man en vrouw afzonderlijk, voor echtgenoten). Elke partner heeft de vrije
keuze om te kiezen voor zijn kostenberekening.
Decumul of huwelijksquotiënt
Decumul is dat de inkomsten van man en vrouw apart worden berekend en belast, het is in het voordeel van de
belastingplichtige.
De belastingtarieven in de personenbelasting zijn progressief, hoe meer je verdient hoe zwaarder je belast wordt.
Het huwelijksquotiënt is dat de ene partner geen inkomen heeft en de andere wel, het huwelijksquotiënt zorgt
ervoor dat de partner zonder inkomen fictief een inkomen van 30% krijgt en de partner met inkomen krijgt een
inkomen van 70%. Het is in het voordeel van de belastingplichtige aangezien de progressiviteit minder kan
doorwerken. Er bestaat een plafond van 11.090 euro.
Toe te voegen aan NBI van man en/of vrouw volgens vermogensrechtelijke situatie:
+ Onroerende inkomsten = inkomsten uit onroerende goederen
• Aftrek van intresten
= Netto onroerende inkomsten
+ Roerende inkomsten = inkomsten uit roerende goederen
• Aftrek
1
,Nurevşan Göktepe 3RPBL 2021-2022
= Netto roerende inkomsten
+ Diverse inkomsten
• Aftrek
= Netto diverse inkomsten
Netto beroepsinkomsten + netto onroerende inkomsten + netto roerende inkomsten + netto diverse inkomsten
= totaal netto-inkomen (apart voor man en vrouw)
Aftrekbare bestedingen:
• Gemeenschappelijk
vb. Uitkeringen tot onderhoud aan hun gemeenschappelijke kinderen
• Personaliseerbaar
vb. Uitkeringen tot onderhoud aan een kind uit een vorig huwelijk of aan ascendenten (ouder of grootouder)
Totaal netto-inkomen man – aftrekbare bestedingen = gezamenlijk belastbaar inkomen man
Totaal netto-inkomen vrouw – aftrekbare bestedingen = gezamenlijk belastbaar inkomen vrouw
2. Berekenen van de basisbelasting
Op basis van het gezamenlijk belastbaar inkomen bereken je de basisbelasting
Inkomstenschijf Tarief Belasting op vorige schijf
0 – 13.440 25%
13.440 – 23.720 40% 3.360,00
23.720 – 41.060 45% 7.472,00
41.060 – en meer 50% 15.275,00
3. Bepalen van de belastingvrije som
Streven om belastingvrije som zo hoog mogelijk te houden. Hoe? Onder andere met kinderen ten laste. Het is bij
een van beide van de kinderen, diegene die het hoogste belastbare inkomen heeft.
Belastingplichtige Elk 8.990 euro
Kinderen ten laste 1 1.630 euro
2 4.210 euro
3 9.430 euro
4 15.250 euro
Meer dan 4 15.250 euro + 5.820 euro per
bijkomend kind
Kinderen jonger dan 3 jaar 610 euro bijkomend
(In principe de toeslagen op de
belastingvrije som andere dan
toeslag wegens zware handicap
voegen bij de partner met het
hoogste belastbaar inkomen)
4. Berekenen belastingvermindering voor de belastingvrije som
Inkomstenschijf, belasting op Tarief Vorige schijf
0 – 9.450 25%
9.450 – 13.440 30% 2.362,50
13.440 – 22.400 40% 3.559,50
22.400 – 41.060 45% 7.143,50
41.060 – en meer 50% 15.540,05
2
,Nurevşan Göktepe 3RPBL 2021-2022
5. Berekenen van de verminderde basisbelasting
Basisbelasting (2) – Belastingvermindering (4) = verminderde basisbelasting
6. Toevoegen: belasting op afzonderlijk belastbare inkomsten
7. Gereduceerde federale belasting (75,043%) en de gewestelijke belasting (33,257% van de gereduceerde
belasting), wordt berekend op de verminderde basisbelasting.
8. Belastingverminderingen voor giften (aan erkende instellingen), kosten van kinderopvang, duaal pensioensparen,
aandelen van de vennootschap werkgeefster, wijk-werkcheques, dienstcheques, lage-energiewoningen,
passiefwoningen of nul-energiewoningen, premies van een rechtsbijstandsverzekering, enzovoort...
9. Verminderingen voor vervangingsinkomsten
10. Verrekening van de voorheffingen
11. Toevoegen gemeentebelasting (wordt berekend op 7 of 8 of 9). Kijken of er een resultaat is in fase 9, indien geen
kijken naar 8, geen resultaat kijken naar 7.
Bij gezinnen, vanaf stap 11 gezamenlijk belast.
12. Bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid
Gezamenlijk belastbaar inkomen van het gezin Bijdrage
€0 – €18.592,02 €0
€18 592,02 – €21 070,96 €18 592,02
€21 070, 96 - €60 161,85 €223,10 + 1,3% op het gedeelte boven €21 070,96
€60 161,85 en hoger €731,28
Bijdrage voor sociale zekerheid werd in de loop van het inkomstenjaar al deels voorgeschoten, die moet
verrekend worden.
13. Saldo: te betalen of terug te krijgen aan/van de fiscus
3
, Nurevşan Göktepe 3RPBL 2021-2022
LES 3: 11/10/2021
INLEIDENDE BEGRIPPEN
1. Belastingplichtigen onderworpen aan de personenbelasting
Alle rijksinwoners zijn onderworpen aan de personenbelasting (3 WIB). Onder rijksinwoner wordt verstaan (2 §1, 1° a,
b, c en d WIB) dus diegenen die hier wonen en/of werken.
2. Wereldwijd inkomen
De personenbelasting wordt berekend op het wereldwijd inkomen van een rijksinwoner, dus niet allen op inkomsten
die hij in België behaalt of verkrijgt maar ook op buitenlandse inkomsten.
De personenbelasting is alleen verschuldigd op inkomsten die WIB aanduidt als belastbare inkomsten.
Het belastbare inkomen bestaat uit 4 categorieën van netto-inkomsten:
• Onroerende inkomsten
• Roerende inkomsten
• Beroepsinkomsten
• Diverse inkomsten
3. Belastbaar tijdperk (inkomstenjaar) en aanslagjaar
Het inkomstenjaar/belastbare tijdpers is het jaar waarin je de inkomsten verkrijgt. Het inkomstenjaar valt in beginsel
altijd samen met een kalenderjaar.
Het aanslagjaar is het jaar waarin de inkomsten worden belast, is in beginsel altijd het jaar dat volgt op het
inkomstenjaar.
4. Individuele of gemeenschappelijke aanslag
Gaat het over gehuwden, alleenstaanden, wettelijk samenwonenden.
4.1. Echtgenoten/gehuwden
Onder huwelijk wordt zowel huwelijk tussen personen van een verschillend geslacht als dat tussen personen van
hetzelfde geslacht verstaan.
Echtgenoten of gehuwden dienen één gemeenschappelijk aangifte in, waarin ze elk hun eigen inkomsten
vermelden.
Vandaar dat op de aangifte voor bijna alle rubrieken twee kolommen voorzien zijn:
• Voor gehuwden van een verschillend geslacht, vult de man links in en de vrouw rechts.
• Bij gehuwden van hetzelfde geslacht vult de oudste de linkerkolom in.
Bij gehuwden worden dus 2 aanslagbasissen bepaald, maar dat neemt niet weg dat de gemeenschappelijke
belastingaanslag blijft vestigen op de naam van de gehuwden samen (126 §1 WIB). De berekening van de belasting
gebeurt individueel maar het te betalen of terug te krijgen bedrag wordt bepaald door optelling van beide
resultaten.
Enkele uitzonderingen op de gemeenschappelijke aangifte van de echtgenoten:
• In het jaar van het huwelijk vullen de partners ieder een apart aangifte zoals een alleenstaande
• In het jaar van echtscheiding
4.2. Wettelijk samenwonenden
Wettelijk samenwonenden zijn op fiscaal gebied volledig gelijkgesteld met de gehuwden.
Wettelijk samenwonenden zijn 2 personen die bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de
gemeenschappelijke woonplaats een verklaring hebben afgelegd waarin zij laten weten dat ze wettelijk wensen
samen te wonen.
4