Een compleet document met uitgebreide antwoorden op alle vragen uit de studiewijzer + de oude- en potentiële examenvragen behandeld tijdens de lessen van Prof. Dekocker (TEW KUL ). 17 pagina's, 6300 woorden.
Welke topics bestuderen sociologen en geef van iedere topic een actueel voorbeeld.
Sociologen bestuderen vijf hoofdzaken in de sociologie:
(1) Spanningsveld individu vs collectief. Bv: de impact van een CAO in een bepaalde sector
op het loon van een werknemer
(2) Samenleving als bron van mogelijkheden en beperkingen. Bv: de Belgische staat zorgt
ervoor dat iedereen de mogelijkheid krijgt om naar de universiteit te gaan maar desondanks
het betaalbaar onderwijs zijn er toch nog mensen die in te grote armoede leven om naar de
universiteit te kunnen gaan.
(3) Sociale oorzaken van menselijk gedrag en denken. Het proces van socialisatie leert ons
gedurende het hele leven normen en waarden uit de samenleving aan zodat interactie en
samenwerking tussen individuen mogelijk wordt. Bv: etiquette regels bij het eten
(4) Samenwerking (solidariteit) en identificatie (gelijkheid) tussen mensen en groepen. In het
collectief bewustzijn hebben individuele leden een mate van identificatie met de professie
waartoe ze behoren en vormen een maatchappelijke klasse. Bv: wetenschappers,
muzikanten, dokters…
(5) Competitie (strijd) en onderscheid (ongelijkheid) met andere leden van de sociale groep
of tussen sociale groepen. Maatschappelijke conflicten gaan over waardeconflicten zoals bv.
euthanasie maar kan ook over klassenconflicten (=onverzoenlijke belangen tussen groepen)
gaan zoals bv. vakbondsacties door werknemers om werkomstandigheden aan te klagen bij
de werkgever. Er bestaan ook individuele conflicten die over dagdagelijkse dingen gaan zoals
bv. wie welke taak doet in een groepswerk.
Wat zijn de drie uitgangspunten waar sociologie verschilt van exacte wetenschappen?
(1) In tegenstelling tot de wetten van de natuur functioneert de samenleving volgens
particuliere wetmatigheden: de studie van maatschappelijke fenomenen levert kennis op die
slechts geldig is voor de context waarin dat fenomeen werd bestudeerd.
(2) Bij sociale wetmatigheden moet men zich constant afvragen of deze onveranderd zullen
blijven, bij exacte wetenschappen is diet niet zo.
(3) Experimenteel onderzoek is in de context van een samenleving zowel om ethische als om
praktische redenen niet zo vanzelfsprekend als in de natuurwetenschappen.
(4) Sociale wetenschappen bestaan enkel uit probabiliteitsverbanden (de kans dat fenomeen
B zich voordoet als fenomeen A gebeurt) in tegenstelling tot de exacte wetenschappen waar
voorspelbaarheid strikt op basis van causale verbanden wordt gemeten.
Beschrijf het Hawthorne effect als illustratie van een voorbeeld van sociologie als
wetenschap.
Het Hawthorne effect komt voort uit een studie gevoerd naar productiviteit door Elton
Mayo. Mayo wou onderzoeken onder welke arbeidsomstandigheden (licht, temperatuur,
pauzes…) werknemers het meest/minst productief waren. Het resultaat van het onderzoek
was dat de onderzochte werknemers beter gingen presteren ongeacht de
werkomstandigheden. De conlusie die hierachter schuilde was dat van zodra proefpersonen
wisten dat ze bestudeerd werden en er extra aandacht werd gegeven dat ze beter zouden
presteren.
, HS2: DE SOCIOLOGISCHE KIJK OP ARBEID
Schets arbeid & werk in de arbeidssociologische context en licht steeds alle soorten toe.
Wordt arbeid altijd betaald? Argumenteer.
Werk heeft geen eenduidige definitie. Volgens de enge definitie is werk een betaalde
activiteit die uitgevoerd wordt voor rekening van derden. Volgens deze definite zouden
zelfstandigen echter geen werk verrichten aangezien ze niet rechtsreeks voor rekening van
een derde werken. De brede definitie omschrijft werk als iedere activiteit die tot doel heeft
de natuur te transformeren en die plaatsvindt in sociale instituties. Algemeen wordt werk
gedefiniëerd als een vorm van sociaal handelen die de natuur transformeert en een zekere
economische waarde creëert. Werk gaat om alle activiteiten die als zowel individueel als
maatchappelijk waardevol kunnen worden beschouwd; hieronder vallen dus ook sociaal
werk, mantelzorg en vrijwilligerswerk. De twee laatstgenoemden zijn voorbeelden van
onbetaalde arbeid.
Heeft werk alleen een monetair gevolg? Welke gevolgen koppelen arbeidssociologen aan
het hebben van werk? Beschrijf en illustreer met een voorbeeld.
Neen, werk heeft ook andere gevolgen. Er zijn materiële gevolgen ( =manifeste waarde)
zoals bijvoorbeeld huisvesting, schoolloopbaan van de kinderen en loon. Ook zijn er
psychologische opbrengsten (= latente waarde) zoals de geestelijke en emotionele
bevrediging die werk kan schenken maar deze opbrengsten kunnen ook negatief zijn in de
vorm van bijvoorbeeld stress en burn-outs. Naast psychologische en materiële opbrengsten
heeft werk ook sociale opbrengsten ( =latente waarde) zoals prestige en sociale status
omdat de positie op de arbeidsmarkt een sterke invloed heeft op hoe de sociale omgeving
ons percipieert.
Bekijk de functie van werk vanuit Weber en Locke. Beschrijf de belangrijkste gelijkenissen
en verschillen tussen beide auteurs.
John Locke introduceerde de term Homo Faber die vertrekt vanuit een menselijke natuur die
zich onderscheidt door de mogelijkheid te creëren om de natuur met behulp van werktuigen
te transformeren en concepten te hanteren. Werk had een invloed op het “mens” zijn. Max
Weber daarentegen, beschreef de transformerende maatschappelijke invloed van werk in
zijn these van de Protestantse ethiek en de geest van het kapitalisme. Weber ging ervan uit
dat er een verband bestaat tussen het arbeidsethos van gelovige protestantse burgers en
het opmerkelijke succes van velen onder hen. Arbeid werd gezien als een deugd.
Beschrijf de classificatie van Mok tussen betaalde en niet-betaalde arbeid.
Mok maakte de dichotmie van betaald en niet-betaald werk op formeel en informeel niveau:
Betaald Niet-betaald
Formeel Arbeid (in loondienst) Vrijwilligerswerk
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lukastytgat. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,98. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.