School-pedagogische
psychologie
2021-2022
Van Besauw, Hanne
, Inleiding kinderen en jongeren met gedrags- en
emotionele problemen
Wat zijn gedrags -en emotionele problemen?
Terminologie
• Gedrags- en emotionele problemen = alle kinderen die zich zichtbaar ongewoon of
abnormaal gedragen of die zichtbaar ongewone of abnormale reacties vertonen, en
dan afgezien van de ernst, de oorzaak of de context van het gedrag of de emotie.
• Problemen worden ernstig wanneer ze langdurig of blijvend worden, in combinatie
voorkomen met andere problemen en/of een ernstig lijden tot gevolg hebben bij het
kind en/of directe omgeving.
Aandachtspunten bij het definiëren van gedrags- en emotionele problemen
- Ontwikkelingsperspectief
o Weten wanneer gedrag of emoties wel/niet aangepast zijn aan de leeftijd
▪ Bv. woedebuien en druk gedrag bij een kleuter
- Continuümgedachte
o Geen kwalitatief verschil in gedrag, maar wel verschil in ernst, intensiteit en
croniciteit, kinderen met gedrags- en emotionele problemen vertonen deze
gedragingen frequenter, intenser, langduriger en in verschillende situaties.
- Context
o Bekijken van gedrag en emoties van kinderen in situaties waarin ze zich
voortdoen
o De setting, activiteiten en de pedagogische aanpak hebben een grote impact
op het gedrag van een kind
- Informant
o Wie beoordeelt het gedrag van het kind?
Classificatie van gedrags- en emotionele problemen
Doel: gemeenschappelijke taal
Bv. verwijzen we naar dezelfde gedragskenmerken wanneer we spreken van
aandachtsproblemen?
Twee soorten classificatiesystemen:
- Klinisch-psychiatrische
- Empirisch-statische (niet kennen in reader)
Klinisch-psychiatrische classificatiesystemen
DSM 5 = diagnostic and statistical manual of mental disorders of the american psychiatric
association
- Overzicht van alle in de westerse wereld erkende klinische geestelijke
gezondheidsstoornissen en andere aandoeningen die een reden voor zorg kunnen
zijn
, - Stoornissen worden geoperationaliseerd door middel van criteria
Nadelen:
o Soms te veel los gezien van omgeving en context van het kind
o Valide voor andere culturen? Nee
MAAR opgelet voor labels en stigmatisering!
- Deze cursus, DSM 5 geeft een gemeenschappelijke taal voor hulpverleners. Deze taal
gebruik je NIET naar de cliënt toe
- Elke cliënt en zijn systeem is uniek, dat vereist maatwerk
Epidemologisch onderzoek naar gedrags- en emotionele problemen bij kinderen en jongeren
= systematische studie naar:
- Prevalentie (= het voorkomen op een bepaald moment in de tijd)
- Verspreiding in een bepaalde bevolkingsgroep
- Factoren die het voorkomen en de verspreiding beïnvloeden
Uit onderzoek blijkt:
- Prevalentie van gedrags- en emotionele problemen bij kinderen en jongeren ligt hoog
- Gedrags- en emotionele problemen hangen nauw samen met:
o Geslacht: prevalentiecijfers liggen bij jongens hoger dan bij meisjes
o Leeftijd: jongere kinderen laten andere gedragsproblemen zien dan oudere
o SES: prevalentie van gedragsproblemen is hoger bij kinderen uit zwakke
sociale milieus
- Gedragsproblemen van kinderen zijn vrij stabiel (gedurende het leven)
- Zijn er nu meer gedragsproblemen dan vroeger? Moeilijk te beantwoorden
Etiologie van gedrags- en emotionele- en emotionele problemen
= verklaringsmodellen voor gedrags- en emotionele problemen bij kinderen en jongeren
- Hoe zien verklaringsmodellen er uit?
- Biologische factoren (niet kennen in reader NK)
- Leerervaringen ( NK)
Hoe zien verklaringsmodellen eruit?
Waarom is het belangrijk om gedrags- en emotionele problemen bij kinderen grondig te
onderzoeken?
- Problemen zijn divers: frequentie, ernst, duur en uitgebreidheid
- Als je kinderne met deze problemen goed wil begeleiden, moet je eerst begrijpen
waarom sommige kinderen deze problemen ontwikkelen en andere niet
Uitgangspunten van verklaringsmodellen voor psychopathalogie
- Multicausaliteit van gedragsproblemen (verklaringen zijn altijd complex nooit
eenvoudig te verklaren)
- Operationalisering in termen van risicofactoren en protectieve factoren
o Altijd praten over risico EN protectieve factoren
, - Cumulatiehypothese: de kans op ontwikkeling of bestendiging van
gedragsproblemen wordt groter naarmate er meer risico- en minder protectieve
factoren aanwezig zijn (wanneer er te veel risicofactoren voordoen) → stijgt het
ontwikkelen van een stoornis heel sterk
Risicofactoren = vergroten Protectieve factoren =
de kans op het ontstaan verkleinen de kans op het
van een stoornis, gedrags- ontstaan van een stoornis,
probleem of gedragsprobleem of
ontwikkelingsprobleem. ontwikkelingsprobleem
Ontwikkeling
Deze factoren zijn te situeren in het kind, het gezin en de bredere omgeving/sociale context:
- Factoren in het kind:
o Temperament, IQ, gezondheid,..
- Factoren in het gezin:
o Opvoeding, relatiepatroon, stabiliteit in gezin,..
- Factoren in de bredere omgeving:
o Sociaal netwerk, school, cultuur, SES
Opmerkingen:
- De aanwezigheid van een groot aantal risicofactoren is niet
altijd schadelijk voor de ontwikkeling van kinderen, tenminste
wanneer er compenserende protectieve factoren in het kind, gezin of bredere
omgeving zijn
o Cronic adversities: chronische negatieve omstandigheden
▪ Bv. kindermishandeling, gedwongen migratie,.. (lijdt niet altijd tot
stoornis)
- Veranderbaarheid van risico- en protectieve factoren:
o Sommigen zijn niet (meer) te veranderen : factoren tijdens zwangerschap en
geboorte,..
o Andere factoren zijn wel veranderbaar: sociale netwerkgroep, zelfbeeld,..
- Idee dat problemen multigedetermineerd worden is algemeen aanvaardbaar
Voorbeeld examenvraag
3 personen bankoverval
1p doet alsof er niets gebeurd is daarna
2p herpakt zich na 2 weken
3p kan zich niet meer concentreren, kan er niet mee omgaan
→ komt door verschillen in factoren in
- In het kind
- Factoren in gezin
- Factoren in bredere omgeving