Samenvatting Recht en onderneming 2021-2022
Deel 1. Inleiding
Hoofdstuk 1. Wat is recht?
1.1 Definitie van het recht
Recht beheerst ons bestaan!
3 componenten van recht:
Recht ordent de samenleving
Recht bestaat uit afdwingbare, bindende (rechts)regels
Recht kan wijzigen op basis van de omstandigheden
Rechtsregels zijn onvermijdelijk en fundamenteel
scheppen duidelijkheid en vermijden voortdurende strijd binnen de samenleving
Objectief recht = geheel van rechtsregels zoals die voortvloeien uit wetgeving, rechtspraak en
gewoonten
Subjectief recht = concretisering of individualisering van het objectief recht
= aanspraken die individuen kunnen laten gelden ten opzichte van anderen
Hoofdstuk 2. Indeling van het nationaal recht
Nationaal = van ‘Belgische’ oorsprong (maar vaak wel vanuit internationale wetgeving verplicht)
2.1 Het onderscheid privaat-publiek recht
Privaatrecht betreft relaties tussen burgers onderling
gekenmerkt door traditie en vrijheid
Publiekrecht betreft relaties tussen burger en overheid of tussen overheden onderling
gekenmerkt door eenzijdige dwingende overheidsbeslissingen
Onderscheid tussen beiden is fundamenteel en vormt basis voor indeling van het recht
Tot het privaatrecht behoren:
1. Burgerlijk recht
= fundamentele regels voor iedere burger die ons functioneren regelen/sturen
vb. erfrecht, huwelijkscontracten, aansprakelijkheid…
gecodificeerd in burgerlijk wetboek (BW) dat stapsgewijs vervangen zal worden door
nieuw Burgerlijk Wetboek (NBW)
2. Ondernemingsrecht
= recht van bijzondere categorie personen, namelijk ondernemingen
= burgerlijk recht maar dan voor ondernemingen (iets soepeler)
gecodificeerd in Wetboek Economisch Recht (WER)
3. Privaatrechtelijk procesrecht (of gerechtelijk recht)
= recht dat de afdwingbaarheid v/h recht regelt
1
,Samenvatting Recht en onderneming 2021-2022
= recht dat inrichting en bevoegdheid van privaatrechtelijke rechtscolleges (1) en verloop van
de procedures (2) regelt
gecodificeerd in Gerechtelijk Wetboek
Tot het publiekrecht behoren:
1. Grondwettelijk recht
= recht dat fundamentele inrichting van de staat (1), basisstructuren van machtsuitoefening
en scheiding der machten (2) en fundamentele rechten en vrijheden van de mens (3) regelt
gecodificeerd in de Grondwet
2. Bestuursrecht
= recht dat inrichting en werking van de uitvoerende macht (vb. ministers) regelt
vb. statuur van ambtenaren, werking van ministeries, gemeenten en provincies…
niet gecodificeerd in een wetboek
3. Fiscaal recht
= recht dat de staatsinkomsten regelt
vb. inkomstenbelasting, registratierechten, successierechten, accijnzen…
gecodificeerd in verschillende wetboeken
4. Strafrecht
= geheel van normen die worden uitgevaardigd tot het behoud van de openbare orde en
veiligheid (1) en die misdrijven en straffen bepaalt (2)
gecodificeerd in Strafwetboek, bijzondere wetten bepalen andere misdrijven/straffen!
5. Strafprocesrecht
= bepaalt wijze van procederen binnen publiekrecht wanneer strafrecht wordt overtreden
stelt dader tegenover de gemeenschap, vertegenwoordigd door het Openbaar Ministerie
= fundamenteel anders dan wijze van procederen in privaatrechtelijk procesrecht: hier
start overheid (OM) de procedure, bij gerechtelijk recht start burger/onderneming
gecodificeerd in Wetboek van Strafvordering
2.2 Het onderscheid + relativering
2.2.1 Relevantie van het onderscheid
Relevantie van onderscheid tussen privaat- en publiekrecht neemt vandaag de dag steeds meer af
Aanvullend recht = burgers mogen zelf van deze regels afwijken en andere regels bepalen
regels van burgerlijk recht zijn in beginsel slechts aanvullend recht
Dwingend recht = regels waarvan men in principe niet kan afwijken
als afwijkingen mogelijk zijn, worden deze strikt geïnterpreteerd, niet zo absoluut
! van regels van openbare orde (voornamelijk publiekrecht) kan niet afgeweken worden (=absoluut)
2
,Samenvatting Recht en onderneming 2021-2022
2.2.2 Relativiteit
Onderscheid tussen publiek- en privaatrecht is relatief
Vb.: Ondernemingsrecht (= privaatrecht) is onderdeel van het economisch recht dat in hoge mate
gekenmerkt wordt door overheidsinterventie en daardoor eerder tot publiek recht behoort
2.2.3 Overlapping in concrete praktische problemen
Onderscheid tussen privaat- en publiekrecht is dus relatief, want
1. Praktijk laat zich niet altijd indelen
onderscheid tussen klassieke rechtstakken is voor indeling van juridische specialiteiten
belangrijk, maar voor praktijk minder belangrijk problemen niet in stukjes te knippen
2. Het Europese recht maakt vaak geen onderscheid tussen beide
indeling tussen rechtstakken loopt niet altijd gelijk in lidstaten, daarom hecht Europese
recht weinig belang aan formele indeling en ligt focus op de reële situatie
3. Overheid gebruikt privaatrechtelijke technieken om vrije markt zo min mogelijk te verstoren
overheid doet afstand van bevoorrechte machtspositie om zoals andere particulieren
contracten af te sluiten
Hoofdstuk 3. Het internationaal recht
Recht was vroeger in hoge mate nationaal, maar internationalisering in de hand gewerkt door
globalisering van economie en door toenemend belang van internat. rechtsnormen (in kader van EU)
Tot het internationaal recht behoren:
1. Internationaal privaatrecht (IPR)
= recht dat uitmaakt welke nationale wetgeving van toepassing is op een rechtsverhouding
waarin buitenlandse elementen voorkomen
gebeurt door toepassing van verwijzings- of conflictregels die toepasbare recht aanduiden
Vb.: ongeval in Nederland tussen Belg en Duitser
! IPR is nationaal, wat betekent dat ieder land er verschillende regels op na kan houden
in België: Wetboek IPR als belangrijke bron van rechtsregels
om toch eenheid te creëren worden vooral op Europees vlak verdragen afgesloten
waarin landen afspreken voortaan dezelfde regels te hanteren
2. Internationaal publiekrecht of volkerenrecht
= verdragen (=contracten tussen staten) die relaties tussen landen beheren
ieder land staat hierbij op gelijke voet en behoudt zijn soevereiniteit
deze verdragen betreffen soms publiekrechtelijke aangelegenheden (vb. defensie) en
soms privaatrechtelijke problemen (vb. handelsverdragen, IPR-regeling)
werking voor opstellen van verdrag: onderhandelen > ondertekenen > ratificeren
3
, Samenvatting Recht en onderneming 2021-2022
3. Europees recht
aantal eigenheden waardoor het niet onder volkerenrecht kan worden ingedeeld,
namelijk dat:
- nationale bevoegdheden op diepgaande en blijvende wijze worden
overgedragen aan supranationale instellingen
- het Europees recht primauteit heeft
bij conflict tussen regel van nationaal recht en regel van Europees recht, heeft
die laatste voorrang
- het Europees recht een rechtstreekse of directe werking heeft
iedere burger kan onmiddellijk beroep doen op regels van Europees recht,
zelfs tegen nationale instanties
Deel 2. Publiek recht
Hoofdstuk 1. Grondprincipes van de staatsorde
1.1 De rechtstaat
Rechtstaat = staat is er in de eerste plaats niet om zichzelf te versterken, maar om burger te dienen
en diens fundamentele rechten te beschermen
rechtsregels gelden niet alleen ten aanzien van burger, maar ook ten aanzien van de overheid
= tegenovergestelde van dictatuur, communisme
Nationale grondwetten bleken niet sterk genoeg om willekeur en terreur van dictaturen in Europa in
Interbellum onmogelijk te maken
in 1950: Europees Verdrag ter bescherming van de Rechten van de Mens en van de fundamentele
vrijheden gesloten in het kader van de Raad van Europa (=/= Europese Unie)
maakt scheiding tussen fundamentele rechten van mens en staat nog scherper
fundamentele rechten en vrijheden dienen door elke staat gerespecteerd te worden
1.2 De wetstaat
Wetstaat = staat is er om gelijkheid te creëren en zwakkeren te beschermen d.m.v. wetgeving
Men stelde vast dat burgerlijke vrijheden in rechtstaat enkel gegoede burgers bereikten, daarom
werd (onder invloed van Karl Marx) een regime geïnstalleerd dat de liberale grondrechten afschafte
= communisme
communistisch alternatief bleek te mislukken, omdat fundamentele rechten in verdrukking
kwamen en centraal geleide economie inefficiënt bleek
in West-Europees model werd communisme niet toegepast, maar greep overheid in om materiële
gelijkheid te realiseren
omdat zwakke contracterende partij vaak dupe werd van contractuele vrijheid werden steeds
meer regels van dwingend recht uitgevaardigd om zwakke partij bij contracten te beschermen
vb.: arbeidsrecht, woninghuurrecht, consumentenrecht…
Omvangrijke taak van overheid laat steeds meer stemmen opgaan ten voordele van deregulering
rechtstaat zou in verdrukking geraken door een overvloed van wetgeving (wetstaat)
4