Hoofdstuk 4: Adequaat handelen bij suïcidaliteit en suïcidaal
gedrag
Student kan de rol van preventie en het belang ervan in de behandeling van suïcidaal gedrag beargumenteren
Suïcidaal gedrag Het geheel van gedachten, voorbereidingshandelingen en pogingen die een zekere intentie
uitdrukken om zichzelf te doden
3 soorten 1. Universele preventie
preventie Tot algemene bevolking tracht de basiscondities die beschermen tegen
suïcidaal gedrag te vergroten bevorderen geestelijke gezondheid +
voorkomen psychisch gerelateerde problemen
2. Selectieve preventie
Gericht naar doelgroepen die een verhoogd risico hebben om suïcidaal gedrag te
ontwikkelen vb. personen met psychiatrische aandoeningen (depressie,
middelenmisbruik,…) , nabestaanden, holebi’s, ouderen,…
3. Geïndiceerde preventie
Gericht naar personen die reeds suïcidale gedachten hebben of suïcidaal gedrag
vertonen vroegtijdig detecteren signalen, aanmoedigen van zoeken van hulp,
aanbieden behandeling,…
Suïcidepreventie is een taak voor elke hulpverlener
Crisis- 1. FASE 0: controle
ontwikkelings- 2. FASE 1: beginnend vroege
model tekenen van controleverlies
3. FASE 2: matige tot ernstige
vroege tekenen van
controleverlies
4. FASE 3: gedrag dat wijst op
ernstig controleverlies waarbij
de veiligheid van de (mede)pt
of hulpverlener in gevaar komt
5. FASE 4: tijd die de pt nodig
heeft om terug gedrag te
stellen dat hij ervaart als “controle”
3 fasen voorafgaand aan de ‘acting-out’ / controleverlies mogelijkheid tot preventie
Samen met pt op zoek gaan naar early signs en passende strategieën toepassen adhv
signaleringsplan
Suïcidepoging Elke handeling, met een niet fatale afloop, waarbij een individu opzettelijk en weloverwogen
een niet-habitueel ( zelfverwondend gedrag is WEL habitueel) gedrag stelt of initieert, dat
zonder interventie van anderen zal leiden tot zelfverwonding (of zelfvernietiging), of waarbij
een individu opzettelijk een stof inneemt in een grotere dan de voorgeschreven dosis met de
bedoeling via de actuele of verwachte fysische gevolgen verlangde veranderingen (= niet
altijd “willen sterven”- suïcidale intentie kan dus hoog of laag zijn) te bewerkstelligen
Suïcide Een handeling waarmee iemand opzettelijk zijn eigen leven eindigt
Geïntegreerd Uitgangspunt v/h model:
model van Suïcidaal gedrag ontstaat
stress- vanuit factoren die een
kwetsbaarheid individuele kwetsbaarheid
en entrapment verhogen of verlagen,
gecombineerd met
stressoren die dit gedrag
ontlokken en onderhouden
Entrapment: beleving van
uitzichtsloosheid/
hopeloosheid
, Student kan het suïcidaal proces weergeven en conclusies trekken voor de vpk-begeleiding + suïcidaal proces
herkennen in een casus
Wat is het De psychische evolutie die een persoon doormaakt tussen de eerste gedachten aan de dood
suïcidaal proces en het uitvoeren van een suïcide(poging) grillig verloop – sterk fluctuerend
Grafiek 1. Verticale as
De ernst van de suïcidale tendens
2. Horizontale as
Tijdsverloop – gemiddeld 2,5j
Bij volwassen verloopt het minder snel dan bij jongeren
Bij mannen verloopt het sneller dan bij vrouwen
Elke poging moet serieus genomen worden
Risico op herhaling is groot
Volgende poging heeft een hogere kans dat die fataal zal zijn
3. De grijze lijn
Eronder: het niet observeerbaar suïcidaal gedrag
Erboven: het wel observeerbaar suïcidaal gedrag
Bij 75% vd suïcides waren vooraf observeerbare signalen
Waar deze grijze lijn ligt is afhankelijk van persoon tot persoon
Vaak een ogenschijnlijke positieve evolutie wanneer de pt rust gevonden heeft
bij de gedachte dat men suïcide zal plegen valse geruststelling
Na een poging vaak daling van suïcidale neiging soort ontladingseffect
Omkeerbaar ! op elk moment in de grafiek kan verdere escalatie voorkomen worden –
PREVENTIE
Student kan inzichten in de belevingswereld van een suïcidaal persoon weergeven en herkennen in een casus
Belevings- Mentale vernauwing van het denken (entrapment – een tunnelvisie)
wereld van de 1. Dichotoom denken of zwart/wit-denken, enkel in extremen
zorgontvanger (ofwel komt alles goed met mijn zoon, ofwel is alles kapot)
2. Catastrofaal denken, het allerslechtste
(als mijn vrouw wil scheiden, heb ik geen toekomst meer)
Gevoelswereld negatieve stemming (hopeloosheid, schaamte, laag zelfbeeld,…)
Tijdsbesef en ruimtebeleving geen toekomst meer, lijden lijkt eeuwig te duren,…
Intermenselijke relaties afsluiten van omgeving, isolatie (telefoon niet opnemen,
afspraken afzeggen,…) - bescherming bieden tegen nog meer gekwetst worden voelt zich
in de steek gelaten + geen afleiding van negatieve zaken
Student herkent risico- en beschermende factoren van suïcidaliteit in een casus
Risicofactoren Risicofactoren
en - Grootste = eerdere suïcidepogingen (+ letaliteit van de poging)
beschermende - Suïcidegedachten, -intentie, -plannen
factoren bij - Beschikbaarheid van een middel
suïcidaliteit - Eerder zelfdestructief gedrag
- Persoonskenmerken
Oudere leeftijd
Mannelijk geslacht
- Psychiatrische aandoeningen (bij 90% aanwezig)
Stemmingsstoornis, angststoornis, verslaving, eetstoornis, persoonlijkheids-
stoornis, slaapstoornis, intoxicatie, psychotische stoornis,…
- Psychologische factoren
Wanhoop + negatief denken
Denken een last te zijn voor anderen
Angst + agitatie en/of agressie
Impulsiviteit
- Gebeurtenissen en verlieservaringen
Ingrijpende gebeurtenissen (vb. huiselijk geweld, seksueel misbruik,…)
Lichamelijke ziekte, pijn
Werkloosheid
Detentie